Rembrandt: alle schilderijen - De eerste aanzetten - John Smith

27 belangrijke vragen over Rembrandt: alle schilderijen - De eerste aanzetten - John Smith

Wanneer werd de eerste poging ondernomen om het geschilderde werk van Rembrandt integraal in kaart te brengen?

In 1836 door de Engels kunsthandelaar John Smith. Zijn catalogus telt 614 nummers en hij was nauwelijks geïllustreerd; de verzamelaar-liefhebber moest afgaan op uitgebreide beschrijvingen van elk individueel kunstwerk.

John Smith is in 1836 de eerste die een beredeneerd overzicht van Rembrandts oeuvre publiceerde in het zevende deel van zijn catalogus A catalogue raisonné of the works of the most eminent Dutch, Flemish and French painters. Waar was zijn werk primair voor bedoeld

Voor de particuliere verzamelaar die hierin het werk dat hij bezat of wilde kopen kon terugvinden met vermelding van de collecties waar het eerder deel van had uitgemaakt en van de prijzen die het werk op veilingen had opgebracht.

John Smith publiceerde in 1836 een beredeneerd overzicht van Rembrandts oeuvre als 7e deel van zijn 9-delige werk A catalogue raisonne of the works of the most eminent Dutch, Flemisch and French painters (1829-1842). Wat kun je hierover vertellen (4)?

-Dit werk was primair bedoeld voor de particuliere verzamelaar, die in de catalogue het werk dat hij bezat of wilde kopen, zou kunnen terugvinden.
-Smith waarschuwde tegen al te hoge verwachtingen, men moest geen onwrikbare opinies over de echtheid of de marktwaarde denken te vinden.
-Smith vond de vraag of een schilderij tot het beste behoorde dat een bepaalde schilder had voortgebracht, veel interessanter dan die naar echt of onecht.
-Smith kwam tot 614 nummers en voegde daar later nog 32 aan toe
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wie bracht voor het eerst het geschilderde werk van Rembrandt in kaart?

De Engelse kunsthandelaar John Smith
A catalogue rainsonné of the workts of the most eminent Dutch, Flemish and French painters  (1836)

Wat voegde John Smith in een supplement-deel uit 1842 toe?

Nog eens 32 schilderijen. Een deel van deze vermeldingen kende Smith echter alleen uit beschrijvingen door derden, bijvoorbeeld in ongeïllustreerde veilingcatalogi, met alle risico van dubbeltelling en onoordeelkundige toeschrijving van dien, of via een prent waarvan hij meende dat er een origineel schilderij aan ten grondslag moest liggen. Van slechts 271 met enige zekerheid aan Rembrandt toegeschreven werken kon Smith de verblijfplaats vermelden.

Wat waren de beperkingen van de catalogi van Gersaint en Smith?

Deze catalogi waren nauwelijks geillustreerd, men moest afgaan op uitgebreide beschrijvingen van elk individueel kunstwerk.
Bovendien hadden de auteurs vele werken nooit gezien, maar kende ze deze alleen uit ongeillustreerde veilingcatalogi.
Er waren dus veel risico's op dubbeltelling en onoordeelkundige toeschrijving

Voor wie was het schilderijenoverzicht van John Smith bedoeld?

Particuliere verzamelaars
  • Werken terugvinden met vermelding collectie, prijzen op veilingen 

Waarom vond Smith dat zijn boek niet opinie-vormend kon zijn  omtrent echtheid of marktwaarde van een schilderij?

Omdat voor het vormen van opinies langdurige studie, veel ervaring in de kunsthandel en oprechte liefde voor de kunst noodzakelijk waren. Dat kan men niet uit een boek halen.

Wat probeerde Buroughs (Amerikaanse kunsthistoricus verbonden met Harvard) met de röntgenopnamen van Rembrant, die hij shadowgraps noemde, te karakteriseren?

De streek van de meester om zo de hand van de meester te kunnen onderscheiden

Waarvoor is röntgenonderzoek een handig gereedschap?

Voor analyse van het handschrift van de meester.

Welke vraag vond kunsthandelaar John Smith het meest interessant?

Behoort schilderij tot het beste dat een kunstenaar had voortgebracht?
(Interessanter dan echt of onecht)

Wat kenmerkt de catalogus van John Smith?

  • Geen illustraties, alleen beschrijvingen van werken.
  • Zelfde indeling als Gersaint

Welke ordening gebruikte Smith  voor de schilderijen in zijn Catalogue?

Vrijwel dezelfde ordening als Gersaint en diens volgelingen:
-eerst zelfportretten
-dan voorstellingen uit het Oude en Nieuwe Testament en andere religieuze thema's
-dan allegorieën
-'sujets de phantasie'
-studies van bedelaars
-landschappen
-portretten en tronies

Het analyseren mbv röntgenonderzoek is echter aan interpretatie onderhevig, hoe speelde het in  de Beresteyn-portretten in het Metropolitan Museum of Art een rol?

Al in 1938 meende Burroughs dat niet Rembrandt maar Jacob Bakker's hand in de röntgenopname zichtbaar was, in de ondermodellering. Sonnenberg schrijft de schilderijen wel toe aan de meester, op basis van de foto's, hoewel Rembrandt volgens hem wel geassisteerd is. Hij acht Rembrandt's aandeel zo groot dat een toeschrijving van de portretten aan de meester gerechtvaardigd is.

Hoeveel nummers telde catalogus van John Smith?

614
(merendeel kende hij alleen uit beschrijvingen derden, bv veilingcatalogi - risico dubbeltellingen)

Wat kan naast het analyseren v.h. handschrift met behulp van röntgenfotografie ook zichtbaar gemaakt worden, en noem een voorbeeld?

Ook de wijzigingen van de kunstenaar tijdens het werk kunnen zichtbaar gemaakt worden.
Een v.b. hiervan is De Staalmeesters waar foto's Rembrandt laten zien dat hij flink geworsteld moet hebben met de plaatsing van de figuren. Omdat alle materialen, van het spanraam tot de opperste verflagen, zichtbaar zijn is het moeilijk te interpreteren en is verder onderzoek nodig b.v. met XRF-scanning.

Noem een voorbeeld van een kritische opmerking van Smith over een toeschrijving. Hoe ziet men dit tegenwoordig?

-Het offer van Abraham (Hermitage) vond hij onbevredigend geschilderd en teveel lijken op het penseelwerk van zijn student Eeckhout. Op zijn hoogst had Rembrandt hier 'some masterly touches' aangebracht.
-Tegenwoordig wordt dit werk over het algemeen juist wel als eigenhandig van Rembrandt beschouwd, in tegenstelling tot een andere versie met varianten op onderdelen (die Smith niet kende) in Munchen, die wel aan Bol of Flinck wordt toegeschreven - met correcties door de meester.

Hoe werkt XRF-straling, en waarvoor is het vooral geschikt?

Een schilderij wordt bestraalt met een fijne straal röntgenstraling, waardoor de elementen in de verf straling gaan uitzenden met karakteristieke energie. De techniek is daarom uitermate geschikt om de eerdere  stadia van een schilderijen of om originele verf bedekt door later overgebrachte overschilderingen en retouches zichtbaar te maken.

Waartoe leidde XRF-scanning van Saul en David nadat deze in het verleden flink toegetakeld was?

Op basis van röntgenopnamen en onderzoek naar afmeting bleek dat beide  figuren vroeger  van elkaar los gesneden waren en later weer aan elkaar gezet. Hierbij was een stook in het midden weggelaten. XRF-scans maakte voor het eerste mogelijk om een beeld te krijgen van het originele gordijn dat onder donkere lagen verscholen lag.

Welke beperkingen kende de catalogus van de Britse kunsthandelaar John Smith?

  • Geen afbeeldingen, alleen beschrijvingen
  • Vermeldingen vooral uit beschrijvingen van derden (risico dubbeltellingen)

Wanneer en door wie werd weer een poging ondernomen om na de catalogus van Bartsch weer een catalogus te maken, dit keer van de schilderijen van Rembrandt?

In 1836, zo 40 jaar na Bartsch, maakte de Engelse kunsthandelaar John Smit, een overzicht van Rembrandts oeuvre in de 17e eeuw in het 9-delige A catalogue raisonne of the works of the most eminent Dutch, Flemish and French painters.

Wat is opvatting John Smith over het offer van Abraham van Rembrandt? (1635)

Hij stelde dat het niet van Rembrandt was, maar van leerling.
Tegenwoordig wel toegeschreven aan Rembrandt.

Voor wie was Smits zin werk primair bedoeld?

Voornamelijk voor particuliere verzamelaars, die in de Catalogue het werk dat hij bezat of wilde kopen zou terugvinden (o.v.v. collecties, en de prijzen die het tot nu toe opbracht op veilingen).

Waar moest de liefhebber op afgaan bij  het raadplegen van catalogi van Gersaint en Bartsch en Smith?

Deze vroege schilderijencatalogussen waren nauwelijks geillustreerd, de verzamelaar moest afgaan op beschrijvingen van elk kunstwerk.

Hoe was Smith zijn catalogus ingedeeld?

Hij gebruikte de zelfde ordening als Gersaint en zijn volgelingen met de prenten.

Smit kende 614 nummers in zijn catalogus uit 1842, en voegde hier nog eens 32 schilderijen aan toe. Een deel kende hij alleen uit beschrijvingen door derden, wat was hier het risico van?

Deze omschrijvingen uit ongeïllustreerde veilingcatalogi verhoogde het risico op dubbeltellingen onoordeelkundig toeschrijven van dien

Ondanks al deze beperkingen veroorloofde Smith zich tussen de regels door toch wel kritische opmerkingen over bepaalde toeschrijvingen aan Rembrandt. Waar uitte hij oa zijn kritiek op?

Gelijk op het eerste nummer, Het offer van Abraham, wat hij niet toeschreef aan Rembrandt. Tegenwoordig wordt dit werk over het algemeen wel als een eigenhandig werk van Rembrandt gezien.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo