Samenvatting: Research Methods : A Process Of Inquiry | 9780205920914 | Anthony M Graziano, et al

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Research methods : a process of inquiry | 9780205920914 | Anthony M. Graziano ; Michael L. Raulin.

  • 1 Curiosity, Creativity and Commitment

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het verschil tussen naïef empiristen en verfijnd empiristen?

    Naïef empiristen geloven alleen wat de zelf direct hebben geobserveerd terwijl verfijnd empiristen accepteren ook indirecte informatie (het kwik in de thermometer stijgt, dus het water wordt warmer).
  • Waar gaat het orderliness belief van uit?

    dat het universum zich verstrijkt op een orderlijke manier waar bepaalde wetten aan ten grondslag liggen.
  • 1.2 Acquiring Knowledge

  • Niet wetenschappelijk aanvaardbare eigenschappen

    - Volharding (tenacity): oncorrigeerbaar
    - Intuïtie: onderbuikgevoel
    - Autoriteit: gezag
  • Welke 2 processen zijn essentieel voor de wetenschap?

    - Rationalisme: kennis door correct redeneren
    - Empirisme: kennis door systematisch observeren (sophisticated empiricism)
  • Uit welke 3/4 belangrijke eigenschappen bestaat een wetenschappelijke houding?

    - Nieuwsgierig
    - Sceptisch
       - Oude ideeën ter discussie stellen
       - Kritisch tegenover nieuwe bevindingen
    - Voorbereide mentale toestand
       - Herkennen interessante bevindingen
       - Serendipiteit: iets vinden zonder dat je ernaar zoekt, 'Lucky finds'
    - (Gepassioneerd)
  • Wat zijn 3 criteria waar wetenschappelijk onderzoek aan moet voldoen?

    - Systematisch empirisme
    - Toetsbare theorieën
    - Publiek toegankelijk
  • 1.3 Emergence of Science

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • wat is Phylogenetische continuïteit?

    (Darwin) Mensen en andere dieren vertonen overeenkomsten met elkaar in ontwikkeling, gedrag en fysiologie. Bijvoorbeeld in embryonale ontwikkeling, of de gelijkenis tussen apen en mensen. 
  • Atheense bloeitijd (400 vc)

    Plato:
    - Ideeënleer (aangeboren kennis)
    - Sterk rationalistisch, geen empirisme (waarnemingen niet te vertrouwen)
    Aristoteles:
    - Deductie: uit kennis tot nieuwe kennis komen > zekere nieuwe kennis
    - Inductie: uit observaties tot generalisaties komen > kan foutief zijn
    - Sterk rationalisme, beetje empirisme (niet systematisch)

    Probleem: welke theorie is de beste?
  • Alexandrijnse bloeitijd (340 vc)

    Alexander de Grote, Alexandrië
    - Sterk empirisme, weinig rationalisme

    Probleem: wat leren we van observaties?
  • Wetenschappelijke revolutie (1600)3 belangrijke punten, 3 uitvindingen, 4 belangrijke wetenschappers

    - Herwaardering natuurfilosofie (athene)
    - Belang van scherpe observatie (alexandrië)
    - Mathematisering van werkelijkheid (algebra)

    Uitvindingen:
    - Telescoop, microscoop
    - Boekdrukkunst

    Wetenschappers:
    - Copernicus :heliocentrisch zonnestelsel
    - Galileo Galilei: systematisch experimenteren, observatie, mathematisering
    - Kepler: elliptische omloop banen rond de zon
    - Newton: theorie waarin alle observaties ^ passen. Theorie: ideeënwereld achter de observatie

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart