Samenvatting: Researsch Methods In The Social Sciences
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Researsch Methods in the Social Sciences
-
College 1
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 06/01/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de kenmerken van een empirisch-analytische benadering?
1. Empirisch/Systematisch- Gebaseerd op waarneembare feiten, verzameld in onderzoek dat
herhaalbaar encontroleerbaar is
- Theorie vorming en hypothese toetsing via respectievelijk inductie en deductie om kennishiaten op te vullen
- Gericht op verklaringen die algemeen geldend zijn door het (kwantitatief) meten van een beperkt aantal variabelen (reductionisme) bij een beperkt aantal onderzoekseenheden
- Geen plaats voor normatieve onderzoeksopvattingen als goed of slecht als onderzoeksuitkomst
- Gebaseerd op waarneembare feiten, verzameld in onderzoek dat
-
Wat zijn de kenmerken van een empirisch-interpretatieve benadering?
1. Empirisch/Systematisch- Gebaseerd op waarneembare feiten, verzameld in onderzoek dat herhaalbaar en controleerbaar is
- Theorievorming en hypothese toetsing via respectievelijk inductie en deductie om maatschappelijke verschijnselen te begrijpen
- Gericht op begrip van unieke onderzoekseenheden welke worden gemeten met verschillende (kwalitatieve) methoden van dataverzameling
- Ervaringen en attitudes van de onderzoeker beïnvloeden de dataverzameling en interpretatie van die data
-
Wetenschappelijke integriteit - Onafhankelijkheid
Men laat zich niet leiden door buiten-wetenschappelijke overtuigingen. -
Welke 3 soorten onderzoekstypen zijn er?
1. Fundamenteel- Verzamelen van kennis, gericht op de ontwikkeling en
toetsing van theorie als oplossing vankennisproblemen - Wetenschappelijke normen (empirisch,
cumulatief , systematisch, theoretisch)
- Verzamelen van kennis gericht op helpen oplossen van praktijkproblemen
- Wetenschappelijke normen en praktijknormen (bijv. Herhaalbaarheid oplossing)
- Niet uitgevoerd conform wetenschappelijke criteria (niet-systematisch)
- Verzamelen van kennis, gericht op de ontwikkeling en
-
College 2
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 08/01/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Welke onderdelen heeft een onderzoeksplan?
- Probleemstelling
- Doelstelling
- Vraagstelling
- Theoretisch raamwerk
- Onderzoeksontwerp
- Onderzoeksopzet
- Wat voor data? Dataverzamelingsplan (operationaliseren)
- Bij wie of wat? Steekproefplan
- Wanneer (tijdstip)?
- Waar (plaats)?
- Welke data-analyse? Data-analyse plan
- Hoe te rapporteren?
- Probleemstelling
-
Welke 2 manieren zijn er om goede deelvragen op te stellen?
1. Pad-diagram (causaal verband of causale relatie)- Grafische representatie van directe en indirecte verbanden tussen begrippen
- Positief verband: toename x leidt tot een toename Y en andersom
- Negatief verband: toename X leidt tot een afname Y en andersom
- Opdeling (soms op basis van gebruikte definitie) van een abstract begrip of concept in aspecten (zijn geen oorzaken of gevolgen!)
-
Welke stappen zijn er nodig voor het maken van een pad-diagram?
- Selecteer de (te meten) begrippen in je onderzoeksvraag
- Identificeer primair oorzaak-gevolg verband, en waar mogelijk, geef aan of het verband positief of negatief is
- Vind tussenliggende (mediërende) begrippen
- Formuleer (deel)onderzoeksvragen
- Selecteer de (te meten) begrippen in je onderzoeksvraag
-
Welke stappen zijn er nodig voor het maken van een boomdiagram?
- Identificeer begrippen in de centrale onderzoeksvraag (COV)
- Deel elk begrip op in aspecten
- Selecteer de aspecten die het meest relevant zijn voor het onderzoek
- Formuleer de sub-onderzoeksvragen (SOV's)
- Identificeer begrippen in de centrale onderzoeksvraag (COV)
-
Wat zijn de voorwaarden voor een boomdiagram?
- Moeten intern homogeen zijn
- Moeten onderling uitsluitend zijn
- Moeten uitputtend zijn
- Mogen geen oorzaken of gevolgen zijn
- Mogen geen waarden zijn
- Moeten op dezelfde onderzoekseenheid van toepassing zijn
- Moeten intern homogeen zijn
-
Wat zijn de kenmerken van 'operationaliseren' van het onderzoeksplan?
1.Variabelen - Een variabele is een attribuut van de te bestuderen onderzoekseenheid
- Object = student
Attribueten = leeftijd,studentennummer , etnische afkomst, geboorteplaats, burgerlijke staat, rijbewijs, eindcijferYRM10306 , enz.
Meetniveau - Meten is het classificeren van eenheden aan de hand van hun attributen/eigenschappen.
Validiteit
4. Betrouwbaarheid (precisie of nauwkeurigheid)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden