Samenvatting: Rfd203 Inkomstenbelasting

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 58 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van RFD203 Inkomstenbelasting

  • Webcast 1: Structuur van de Wet IB 2001

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 14/11/2016
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat valt er onder het materieel belastingrecht?

    Het materiële belastingrecht heeft betrekking op een specifieke heffingswet. Bijv. de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, Wet op de omzetbelasting 1968, Wet inkomstenbelasting 2001.
  • Welke 4 pijlers kent iedere materiële belastingwet?

    Belastingsubject (wie moet er betalen? wie is de belastingplichtige?),
    Belastingobject (waarover? wat is de grondslag waarover de belasting wordt geheven?),
    Tarief (hoeveel? tegen welk tarief vindt die heffing plaats) en
    Wijze van heffing (hoe?).
  • Waarin wordt belastingsubject Wet IB 2001, de natuurlijke persoon, verder onderverdeeld?

    Artikel 2.1 Wet IB 2001:
    - binnenlandse belastingplichtigen
    - buitenlandse belastingplichtigen
  • Wie zijn de binnenlandse belastingplichtigen?

    Zij die naar de omstandigheden beoordeeld in Nederland wonen.
  • Welk tarief kent box 1?

    Progressieve schijventarief (art. 2.10 Wet IB 2001: belastbare inkomen uit werk en woning).
  • Welk tarief kent box 3?

    30% (art. 2.13 Wet IB 2001: belastbare inkomen uit sparen en beleggen).
  • Wat is de verschuldigde inkomstenbelasting over een kalenderjaar?

    Het totaal van de berekende belasting over het inkomen in box 1, 2 en 3 verminderd met een bedrag aan heffingskorting(en) waarop de belastingplichtige recht heeft (art. 2.7 jo. hoofdstuk 8 Wet IB 2001).
  • Hoe wordt de inkomstenbelasting geheven?

    Bij wege van aanslag (art. 9.1 Wet IB 2001). Ook wel 'aanslagbelasting'. Onder verrekening van voorheffingen (art. 9.2 Wet IB 2001: zoals loonbelasting, dividendbelasting). Wanneer wel/geen aanslag art. 9.4 Wet IB 2001.
  • Webcast 3: Heffing inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet

    Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15/11/2016
    Laat hier meer flashcards zien

  • Waarom spreken we bij de Zorgverzekeringswet niet over een premie, maar over een bijdrage?

    Omdat de Zvw niet regelt dat iemand verzekerd is, maar legt een plicht op om je te verzekeren (art. 2 lid 1 Zvw).
  • Langs welke 2 wegen verloopt de financiering van de zorg?

    - Nominale premie (art. 16 Zvw):
       premie die aan de zorgverzekeraar wordt betaald. Staat volledig los van het
       inkomen en wordt vanuit het netto inkomen voldaan.

    - Inkomensafhankelijke bijdrage (IAB, art. 41 e.v. Zvw)
LET OP!!! Er zijn slechts 58 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart