Richtlijnen - VSG richtlijn Chronisch Compartiment Syndroom

8 belangrijke vragen over Richtlijnen - VSG richtlijn Chronisch Compartiment Syndroom

Wat is een Chronisch Compartiment Syndroom (CCS)?


Verhoogde spier druk waardoor de doorbloeding negatief beïnvloed wordt en de neurovasculaire structuren een drukbelasting krijgen. De verhoogde druk is waarschijnlijk het gevolg van een relatieve hypertrofie, compliance verlies van de betreffende loge of beide.

Wat zijn de symptomen bij CCS?

  1. Pijn:
  • Bij CCS in voorste en laterale compartiment straalt pijn uit over dorsum voet
  • Bij CCS in diep achterste compartiment naar mediale zijde van de voet
  1. gespannenheid in betreffende compartiment, die minder wordt na het stoppen van activiteit
  2. Kan uren na activiteit aanwezig blijven
  3. soms functieverlies in het onderbeen tijdens het belasten
  4. Pijn treedt met name op bij hardlopen, schaatsen, langlaufen, wandelen, steppen
  5. wordt niet geprovoceerd door fietsen

Wat wordt tijdens de anamnese in ieder geval uitgevraagd bij CCS?

  1. Duur klachten
  2. Sprake van inspanningsgebonden pijn?
  3. Plotselinge toename activiteiten/ begonnen met nieuwe sport/ activiteit?


+ VALTIS + ICF-grootheden
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waar let je op in het lichamelijk onderzoek bij CCS?

  1. Drukpijn en gespannenheid in betreffende compartiment, zeker na provocatie
  2. In rust vaak geen afwijkingen

Wat kan aanvullend onderzocht worden bij CCS?

  1. Drukmeting
  2. X-foto, MRI en botscan alleen bij twijfel (andere pathologieën uit te sluiten)

Welke differentiaal diagnostiek kan gemaakt worden bij CCS?

Meest waarschijnlijk:
  1. MTSS
  2. Stress fractuur tibia
Minder waarschijnlijk:
  1. Neurovasculaire compressie
  2. Veneus vaatlijden
  3. Instabiel proximaal tibio-fibulaire gewrichtje
  4. Maligniteit
  5. Tendovaginitis crepitans

Welke behandelmethoden worden bij CCS toegepast?

  1. Correctie intrinsieke factoren
  2. Correctie extrinsieke factoren
  3. Aanpassing trainingsbelasting
  4. In de literatuur wordt bij overige conservatieve en medicamenteuze therapie geen effect op langere termijn gezien
  5. Operatief (fasciotomie) wanneer CCS langer dan 3 maanden bestaat, zonder verbetering van intrinsieke en extrinsieke factoren
Hierbij:
  • Succes factor Fasciotomie van anteriore loge is hoog
  • Vroege mobilisatie en snel volgende oefentherapie na fasciotomie is van belang om litteken vorming te voorkomen
  • Fasciotomie van diepere posterieure loge is een specifieke ingreep die in een gespecialiseerd centrum wordt uitgevoerd.

Hoe ziet de postoperatieve nabehandeling eruit van een fasciotomie bij CCS?

  • Week 1: ROM normaliseren
  • Week 2: deels/ volledig belast wandelen/ isometrische oefeningen
  • Week 3: isokinetische krachttraining (snelheid van beweging blijft gelijk tijdens contractie), start joggen
  • Week 4: hardlopen
  • Week 6: snelheidstraining

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo