Richtlijnen - KNGF Richtlijn symptomatisch arterieel vaatlijden
16 belangrijke vragen over Richtlijnen - KNGF Richtlijn symptomatisch arterieel vaatlijden
Waardoor krijgen patienten klachten bij symptomatisch perifeer arterieel vaatlijden (SPAV)?
- Dit ontstaat door ophoping van cholesterol, ontstekingscellen en kalk in de wand van aderen.
- De vaatwand wordt daardoor langzaam dikker en minder elastisch.
- Ook kunnen vernauwingen ontstaan, waardoor bepaalde organen of spieren te weinig bloed en zuurstof krijgen.
SPAV: Is arthrosclerose te genezen?
- ziekte geremd worden door medicijngebruik en een gezonde leefstijl.
- Behandeling van vernauwde slagader is afhankelijk van de plaats van de vernauwing en de ernst van de klachten.
SPAV: Op welke aandoeningen hebben patienten met arthrosclerose een hoger risico op?
- 40-60% hogere kans op cardio- of Cerebrovasculair aandoeningen.
- Binnen 5 jaar na diagnose SPAV krijgt 20% een hartinfarct of beroerte
- Dementie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
SPAV: wat is het ontstaansmechanisme van Claudicatio intermittens?
- Klachten worden veroorzaakt door een vernauwing in de arteriën van of naar de benen, waardoor bloedtoevoer naar spieren tijdens het lopen tekortschiet.
- Hierdoor zullen de spieren op een bepaald moment te weinig zuurstof krijgen voor de aerobe verbranding.
- De spier schakelt dan over op anaerobe verbranding, waardoor de patiënt het lopen kan voortzetten.
- Dit leidt echter wel tot melkzuurophoping in de spier, ofwel verzuring waardoor pijn kan ontstaan.
- Bij progressie ziekte kan pijn ook in rust optreden.
Wat zijn risicofactoren voor het krijgen van SPAV?
- Roken
- DM2
- Hypertensie
- Dyslipidemie
- Overgewicht/ obesitas
- Lichamelijke inactiviteit
Niet-beinvloedbaar:
- Leeftijd
- Mannelijk geslacht
- Familiaire aanleg hart- en vaatziekten
Wat zijn prognostische factoren die het beloop van SPAV negatief beïnvloeden ?
- inactiviteit vergroot kans op comorbiditeiten: DM2/ obesitas/ hypertensie/ etc.
- roken,
- mannelijke geslacht,
- DM,
- hypertensie,
- lage enkel-armindex,
- hoge leeftijd, verhoogd cholesterol gehalte,
- verminderde nierfunctie,
- COPD,
- aanwezigheid coronairlijden en/ of andere vasculaire aandoeningen,
- ernst van de klachten,
- aanwezigheid meerdere vernauwingen
SPAV: welke klinische classificatie systemen zijn er? Benoem de gradaties.
- Gradering 0/ categorie 0: assymptomatisch
- Gr: I/ Cat 1: milde claudicatio intermittens
- Gr I/ Cat 2: matige claudicatio intermittens
- Gr I/ Cat 3: ernstige claudicatio intermittens
- Gr II/ Cat 4: ischemische pijn in rust
- Gr III/ Cat 5: beperkt weefselverlies
- Gr IV/ Cat 6: uitgebreid weefselverlies
Fountain-classificatie:
Stadium I: asymptomatisch
Stadium II: claudicatio intermittens
Stadium III: ischemische pijn in rust
Stadium IV: aanwezigheid van ulcera of gangreen
In sommige bronnen wordt ook gesproken over een splitsing van stadium II in IIa (lopen > 100 meter) en IIb (lopen < 100 meter)
SPAV: hoe wordt een patient behandeld waarbij een verdenking is op SPAV?
- Het wordt afgeraden om patiënten rechtstreeks via DTF te behandelen.
- Patiënten dienen terugverwezen te worden naar de HA of medisch specialist om te bepalen of er een indicatie voor looptraining bestaat en om in te schatten welke relevante comorbiditeiten van invloed zijn op de aandoening.
- De verwijzer vermeldt expliciet de reden van verwijzing en maakt een risico-inschatting.
- Mogelijke aanvullende gegevens uit (eerder) onderzoek en aanwezigheid van relevante comorbiditeiten
SPAV: aan welke kwalificaties moet een fysiotherapeut voldoen voor behandeling SPAV?
- Specifieke cursussen zijn geadviseerd.
- Omgang met AED is vereist.
- fysio is in staat afwijkend looppatroon vast te stellen. Kan bij afwijking loop- en coördinatietrainingen verzorgen.
- Fysio moet bekend zijn met veranderingen die kunnen optreden in en aan perifere arteriële vaten, de adaptatie- en compensatiemechanismen en de veranderingen in functionaliteit tgv vermindering en vermeerdering van het activiteitenniveau.
- En ook met de meest voorkomende comorbiditeiten die optreden in samenhang met SPAV.
SPAV: wat wordt in de anamnese uitgevraagd?
- Rode vlaggen
- Hulpvraag
- Klachtenomschrijving: VALTIS, bevorderende en belemmerende factoren
- Vroeger en huidig functioneren ADL: uitvragen Walking Impairment Questionnaire (WIQ)
- Inzicht en behoefte informatie aandoening
- Aanwezigheid relevante risicofactoren en comorbiditeiten: Culmulative Illness Rating Scale (CIRS)
- Motivatie patient: welke fase gedragsverandering (Prochaska)
- kwaliteit van leven (EuroQol-5D/EQ-5D
- Partner/ mantelzorger: aanwezig/ wenselijk?
SPAV: Wat zijn veel voorkomende comorbiditeiten?
- DM2
- COPD
- Hartfalen
- Angina pectoris (vernauwing kransslagaders)
- Cerbrovasculair accident (CVA)
- Artrose
- Klachten wervelkolom, SI-gewricht, heup, knie, voet
SPAV: wat zijn vragen die gesteld moeten worden bij indicatiestelling voor fysiotherapie?
- Is functionele en/ of maximale loopafstand en/of het uithoudingsvermogen verminderd in verhouding tot het gewenste activiteitenniveau?
- problemen met specifieke functionele vaardigheden?
- afwijkend looppatroon tgv SPAV gerelateerde klachten aanwezig?
- Is er sprake van door de fysio beïnvloedbaar risicogedrag, zoals bewegingsarmoede, roken en voeding?
Er is een indicatie voor fysiotherapie indien minimaal vraag 1 en/ of vraag 2 met ja beantwoord wordt, eventueel met een positief antwoord op vraag 3 en 4, en als fysio inschat dat deze problemen beïnvloedbaar zijn door fysiotherapie.
SPAV: welke meetinstrumenten worden aanbevolen?
- American of Sports Medicine (ACM) schaal voor pijn: pijnscoring tijdens lopen
- Borg-schaal: Ervaren inspanningsniveau
- Loopbandtest: Loopafstand meten - indicatie ernst klachten
- Walking impairment Scale (WIQ): Activiteitenniveau
- Cumulative Illness Rating Scale (CIRS) comorbiditeiten
- EuroQol-5D (EQ-5D): kwaliteit van leven
- Vragenlijst informatiebehoefte
SPAV: Wanneer lopen te belastend is, wat wordt als alternatieve belastingsvorm aangedragen?
SPAV: wat zijn de stappen in het voorlichtingsproces voor gedragsverandering?
Stap 2: begrijpen: in kleine brokjes aanbieden op het juiste niveau
Stap 3: willen: inventariseren wat demotiveert/ belemmerd
Stap 4: kunnen: praktische problemen tackelen samen met client.
Stap 5: doen: samen haalbare afspraken maken
Stap 6: blijven doen: vragen of client denkt te kunnen slagen. Nagaan wat moeilijk is voor client en wat stimulerend werkt. Houd rekening met:
- Locus of control
- Attributie (datgene client denkt dat invloed uitoefende op zijn situatie)
- Copingstijl
SPAV: noem 4 behandeldoelen en welke interventies leiden tot het behalen van deze doelen
- aandoening/ gezondheidsprobleem
- beloop aandoening
- prognostische factoren
- Belang actieve leefstijl
- Negatieve effecten roken
- Belang gezonde voeding
- Therapietrouw
2) Verbeteren inspanningsvermogen:
Door:
- Vergroten functionele loopafstand
- Vergroten uithoudingsvermogen
- Verhogen pijntolerantie: patient kan en durft bij ACSM-schaal 4-5 door te lopen
- Overwinning van angst voor inspanning
3) optimaliseren activiteiten en participatie
4) ondersteuning cardiovasculair risicomanagement:
Door:
- Ontwikkelen actieve leefstijl: comform Nederlandse Norm Gezond Bewegen, client durft zelfstandig (zonder fysio) bewegingsactiviteiten uit te voeren.
- Stoppen met roken
- Ontwikkelen gezond voedingspatroon
- Therapietrouw aan medicatie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden