Richtlijnen - KNGF Evidence Statement subacromiale schouderpijn

25 belangrijke vragen over Richtlijnen - KNGF Evidence Statement subacromiale schouderpijn

Wat is de definitie van Subacromiale klachten?

Extern impingement in de subacromiale ruimte. Onderverdeeld in:
  1. Primair impingement: structurele vernauwing door zwelling rotator cuff of bursa of osteofytvorming thv acromioclaviculair gewricht
  2. Secundair impingement: inklemming tijdens specifieke houdingen/ bewegingen:
  • Glenohumerale hypomobiliteit
  • Scapulothoracale disfuncties
  • Bicepspathologie: Superior labrum Anterior to Posterior (SLAP)
  • Beperkingen posterieure schouder kapsel (Glenohumeral Intern Rotation Deficit: GIRD)

Wat is de oorzaak Subacromiale klachten?

  • acute of langdurige overbelasting van ‘weke delen’ in de subacromial regio geeft aanleiding tot lokale weefsel-beschadiging en aseptische ontsteking(zonder infectie) met zwelling en pijn.
  • Meestal is er sprake van een tendinose en geen tendinitis. Beter is om van een tendinopathie als generaliserende term te spreken bij pijnlijke pezen.

Hoe ziet het beloop van een Subacromiale klachten eruit?

+/- 30% is hersteld na 6 weken, 50% na 6 maanden, 60% na 12 maanden.
  • Beloop is afhankelijk van aard van aandoening en de leeftijd van de patient.
  • De klachten kunnen evolueren van reversibele peespathologie op jonge leeftijd tot irreversibele rotatorcuffrupturen op oudere leeftijd.
  • Tendinopathieen kunnen op den duur leiden tot rotatorcuffrupturen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn ongunstige prognostische factoren bij subacromiale klachten?

  1. Langdurig bestaande klachten bij eerste consult
  2. Ernstige pijn
  3. Bijkomende nekpijn
  4. Gelijdelijk ontstaan van klachten
  5. Herhaalde bewegingen (veelvuldig)
  6. Ongunstige werkgerelateerde factoren:
  • Werkloosheid
  • Fysieke (over)belasting
  • Weinig zelf mogen beslissen
  • Moeilijke taken

Wat zijn rode vlaggen (voor ernstige pathologieën) bij Subacromiale klachten?

  1. Ernstige/ persisterende klachten
  2. Dubbelzijdige schouderklachten
  3. Koorts
  4. Algehele malaise
  5. Gewichtsverlies (5kg<)
  6. Infectieus proces zoals septische artritis, poly myalgia rheumatica, interne aandoening (cholecysitis, metastasen)
  7. Hevige klachten Cervicaal radiculair syndroom: hevige uitstralende pijn, tintelingen arm/ hand, samenhangend met nekbewegingen en verminderde kracht
  8. Acuut coronair syndroom: dyspneu, pijn op borst (pneumonie, angina pectoris)
  9. RA: Gewrichtsklachten elders, RA in voorgeschiedenis, tekenen van synovitis (warmte/ koorts)
  10. Klachten die niet passen bij de leeftijd (bijv bewegingsbeperking jonge leeftijd)
  11. Lichamelijke klachten elders

Wat zijn volgens het evidence statement bruikbare tests bij het diagnosticeren van subacromiale klachten?

  1. Hawkins-Kennedytest
  2. Jobe-test/ Empty can test
  3. Painful arc
  4. Drop-arm test


Daarnaast worden voor de SAPS batterij elders de volgende 5 testen als cluster aangegeven:
  1. Hawkins-kennedytest
  2. Neertest
  3. Painful arc
  4. Empty can test
  5. Exorotation resistance test

Wat zijn meetinstrumenten die je tijdens subacromiale klachten kunt uitvragen om vooruitgang te meten/ evalueren?

  1. VAS
  2. PSK
  3. SPADI (optioneel)

Subacromiale klachten: wat is het doel van de behandeling?

  1. Verminderen van pijn
  2. Verbeteren functie (ROM en spierfunctie) schoudergordel
  3. Verbeteren activiteiten
  4. Opheffen belemmerende persoonlijke en omgevingsfactoren


Therapie is afhankelijk van de bevindingen in het diagnostisch proces

Subacromiale klachten: wanneer is een operatie geïndiceerd?

onvoldoende resultaat van conservatieve therapie en aantoonbare structurele afwijkingen (geldt voor primair impingement)

Subacromiale klachten: wanneer wordt een corticosteroïdeninjectie overwogen?

Bij hevige (acute) pijn.

Wel moet in ogenschouw gehouden worden dat corticosteroïden het peesweefsel kunnen verzwakken.

Subacromiale klachten: wat is het beleid van de huisarts bij SAPS als gevolg van een tendinitis calcarea?


Afwachtend beleid met pijnstilling, omdat deze aandoening meestal vanzelf voorbij gaat.

Subacromiale klachten: wanneer evalueer je tijdens het behandelproces?

  1. Bij iedere behandeling vergelijk je de bevindingen uit het diagnostisch proces met status quo
  2. PSK en VAS (+evt DASH) na 6 weken
  3. PSK en VAS (+evt DASH) na afloop behandeling

Subacromiale klachten: wanneer stuur je de patient terug naar de huisarts?

  1. Bij verslechtering van klachten
  2. Na 6-12 weken de pijn niet is verminderd
  3. Na 6-12 weken de beperking in activiteit niet is afgenomen.

Hoe ziet de indeling van NHG-richtlijn eruit voor schouderklachten?

  1. SAPS
  2. Glenohumerale gewrichtsklachten
  3. Overige schouderklachten


In de praktijk blijkt het niet altijd mogelijk om deze 3 typen te onderscheiden (zeker in beginfase) en kunnen meerdere problemen naast elkaar bestaan.

NHG-richtlijn schouderklachten: wat valt onder SAPS?

Subacromiaal pijnsyndroom:
  1. Pijn, meestal unilateraal, gelokaliseerd rond acromion en/ of bovenarm die verergert tijdens het heffen arm (pijn en/of bewegingsbeperking  abductietraject)
  2. omvat subacromiale bursitis, (calcificerende) tendinopathie (partiele, dikte, volledige dikte of complete) ruptuur van een of meerdere pezen van rotator cuff of ruptuur van de lange kop van de bicepspees.
  3. verruit de meest voorkomende vorm van schouderklachten 70-80%
  4. traumatische rupturen komen het meest voor tot 35 jaar. De kans op niet-traumatische (degeneratieve) rupturen neemt sterk toe met de leeftijd.
  5. aandoeningen van subacromiale structuren komt met name voor 35-75 jaar

NHG-richtlijn schouderklachten: wat valt onder Glenohumerale gewrichtsklachten?

Meest voorkomend:
  1. Frozen shoulder (40-60jr)
  2. Artrose in schoudergewricht (60jr<)


Beide aandoeningen kenmerken zich door pijn en bewegingsbeperking bij abductie en exorotatie.

NHG-richtlijn schouderklachten: wat valt onder overige schouderklachten?

  1. Nekklachten met bijkomende schouderklachten (functiestoornissen CWK of CTO)
  2. Aandoeningen van Acromiaal- of sternoclaviculair gewricht (bijv artrose)
  3. Instabiliteit van glenohumerale gewricht

Subacromiale klachten: welke vragen moeten bij de anamnese in ieder geval gevraagd worden?

  1. Ontstaanswijze?
  2. Duur en beloop?
  1. Lokalisatie pijn?
  2. Soort pijn? Uitstraling in de arm?
  3. Ernst pijn? (VAS) verstoring nachtrust? Liggen op aangedane zijde?
  4. Bij welke bewegingen doet het pijn?
  5. Gevoel van instabiliteit?
  6. Bijkomende nekklachten?
  7. Mate van belemmering ADL, sport, werk (PSK)?
  8. Relatie schouderklachten met bepaalde activiteiten/ sport/ werk?
  9. Zelf zorg/ behandeling tot nu toe?
  10. Recidief? Hoe is therapie toen verlopen?

NHG-richtlijn schouderklachten: wat onderzoek je tijdens het lichamelijk onderzoek bij verdenking op SAPS?

Inspectie:
  1. Laat plaats van pijn aanwijzen: aanwezigheid hematoom, warmte, spierspanning, status huid?
  2. Let op vorm en standverandering (atrofie, stand scapula)
  3. Vergelijk links met rechts


Palpatie: AC-gewricht: let op pijn en vormverandering.


Bewegingsonderzoek:
  1. Actieve abductie= painful arc
  2. Passieve abductie
  3. Passieve exorotatie
-> let bij abductie (achteraanzicht) op (a)symmetrie in beweging scapula


Specifieke tests: geen worden aanbevolen vanwege lage betrouwbaarheid.


CWK/ CTO: doe de AROM van de nek (let op bewegingsbeperking en pijn):
  1. Rotatie
  2. Lateroflexie
Bekijk ook de beweging bij CTO bij:
  1. Anteflexie
  2. Retroflexie

NHG-richtlijn schouderklachten: wat zijn ernstige oorzaken die niet passen bij normaal beeld en beloop van schouderklachten?

  1. Infectie of ontsteking zoals septische artritis, polymalagia rheumatica en cholecystitis
  2. Metatasen (kwaadaardige uitzaaingen vanuit andere delen lichaam
  3. Cervicaal radiculair syndroom
  4. Neuralgische amyotrofie (zeldzame ziekte: acute zeer pijnlijke perifere neuropathie, meestal plexus brachialis)
  5. Hart- en/ of longaandoening: pneumonie/ angina pectoris/ acuut coronair syndroom/ aorta dissectie
  6. Reumatoïde artritis

NHG-richtlijnen schouderklachten: wat zijn de risicofactoren/ kenmerken van infectie/ ontsteking zoals bij septische artritis/ polymayalgia rheumatica en cholecystitis?

  1. Ernstige en/ of persisterende klachten
  2. Dubbelzijdige schouderklachten
  3. Lichamelijke klachten elders in lichaam
  4. Koorts
  5. Malaise of gewichtsverlies
  6. Verhoogde CRP of BSE

NHG-richtlijnen schouderklachten: wat zijn risicofactoren/ kenmerken bij metastasen?

  1. Ernstige en/of persisterende klachten
  2. Lichamelijke klachten elders
  3. Malaise of gewichtsverlies
  4. Verhoogde CRP of BSE

NHG-richtlijnen schouderklachten: wat zijn risicofactoren/ kenmerken bij neuralgische amyotrofie (plexus brachialis)?

  1. Heftige zenuwpijn in schouderregio, arm en/of hand
  2. Soms gevoelsstoornissen, gevolgd door parese of paralyse van spieren op deze plaatsen
  3. Scapula alata

NHG-richtlijnen schouderklachten: wat zijn risicofactoren/ kenmerken bij hart- en/of longaandoeningen?

  1. Dyspneu (benauwdheid)
  2. Pijn op de borst
  3. Palpitaties (hartkloppingen)
  4. Tachycardie (verhoogde/ onregelmatige basis hartslag van 100bpm+)

NHG-richtlijnen schouderklachten: wat zijn risicofactoren/ kenmerken bij reumatoïde artritis?

  1. Gewrichtsklachten elders lichaam
  2. Reumatoïde artritis in voorgeschiedenis
  3. Tekenen van synovitis, zoals warmte en  koorts

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo