Inleiding tot het menselijk lichaam - Vitale behoeften van het lichaam

15 belangrijke vragen over Inleiding tot het menselijk lichaam - Vitale behoeften van het lichaam

Hoe stroomt de lucht die je inademt door het lichaam? Benoem ook medische benamingen van de organen.

Lucht stroomt via pharynx (keel), larynx (strottenhoofd), trachea, twee hoofd bronchiën (een voor elke long) en groot aantal bronchiën. Deze kleine vertakkingen eindigen in alveoline (longblaasjes, luchtzakjes). Op dit niveau vindt de uitwisseling van vitale gassen plaats.

Geef de functie van bloed en de onderdelen

Via een uitgebreid netwerk van bloedvaten transporteert het bloed stoffen.
1. Plasma (water met opgeloste stoffen; voedingsstoffen, zuurstof, chemische verbindingen (hormonen) en afvalproducten).
2. Bloedcellen.
- Erytrocyten (rode bloedcellen), vervoeren zuurstof en koolstofdioxide tussen longen en lichaamscellen.
- Leukocyten (witte bloedcellen), beschermen tegen infecties en andere xenobiotica. Er zijn verschillende soorten en zijn groter dan de erytrocyten en je hebt er minder.
- Trombocyten (bloedplaatjes), kleine cellen/celfragmenten die helpen bij de bloedstolling.

Wat is het cardiovasculair systeem?

Het netwerk van bloedvaten en het hart
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Perifere zenuwstelsel; vertakkende zenuwvezels bestaan uit twee soorten

  1. Sensorische of afferente zenuwen – sturen signalen naar de hersenen
  2. Motorische of efferente zenuwen – sturen signalen naar de effectororganen (spieren en klieren) vanuit de hersenen

Hoe communiceren zenuwen?

De communicatie langs het zenuwstelsel gaat via elektrische impulsen die ontstaan door prikkelingen van zenuwuiteinden. Zenuwen communiceren d.m.v. neurotransmitters (een chemische stof).

Hoe werkt de reactie van je zintuigen?

De hersenen initiëren een respons door het uitzenden van elektrische impulsen via motorische zenuwen naar effectororganen, spieren en klieren. Zo bereid je lichaam zich voor om aan de brand te ontkomen.

Welke stoffen worden opgenomen en welke uitgescheiden?

Opgenomen worden: zuurstof, water en voedingsstoffen.
Uitgescheiden worden: koolstofdioxide, urine en feces.

Wat is de functie van de spijsvertering?

Voedsel afbreken en verteren om het geschikt te maken voor absorptie in het bloed en gebruik lichaamscellen

Welke twee processen kent het metabolisme?

1. Anabolisme; opbouw of synthese van grote en complexe stoffen.
2. Katabolisme; afbraak stoffen voor energie, grondstoffen vormen voor anabole processen naast afvalstoffen die kunnen worden uitgescheiden.

Wat zijn drie kenmerken van koolstofdyoxide?

  1. Afvalproduct van het celmetabolisme.
  2. Lost op in lichaamsvloeistoffen die daardoor zuur worden.
  3. Regulering van hoogte ph waarde in het bloed gebeurt voornamelijk in de longen tijdens uitademen. 

Noem vijf kenmerken van urine

  1. Het wordt gevormd in de blaas
  2. Het bestaat uit water en afvalproducten, merendeels eiwitten: bijv Ureum.
  3. De nieren handhaven de vochtbalans met hormonen die ze krijgen via het endocriene stelsel.
  4. De blaas is de opslagplaats voor urine
  5. Urine wordt geloosd bij de mictie. 

Beschrijf de drie lagen van de huid

  1. Epidermis - opperhuid
    1. verschillende lagen cellen die van diepste laag naar de oppervlakte groeien
    2. Bovenste laag - dode platte cellen die constant verwijderd worden en door dieper gelegen cellen worden vervangen
    3. Vormt barriere tussen milieu interieur en de buitenwereld
  2. Dermis - lederhuid
    1. Kleine zweetkliertjes met afvoerbuisjes naar het huidoppervlak.
    2. Hierin liggen ook haarfollikels
    3. voorziet het zenuwstelsel van sensorische input.
  3. Subcutis - vet

Wat is het aspecifieke verdedigingsmechanisme? En noem drie voorbeelden

Dit is een mechanisme effectief tegen alle soorten indringers.
- Huid
- Slijm (mucus), houdt microben en ander vreemd materiaal vast.
- ontstekingsreactie

Wat is het specifieke verdedigingsmechanisme?

Het lichaam reageert met een specifieke respons op een lichaamsvreemde stof (antigenen). Hierdoor wordt je vaak immuun voor een stof.

Welke onderdelen bevat het bewegingsapparaat?

1. Beenderen van skelet
2. Skeletspieren
3. Gewrichten

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo