Samenvatting: Ruimtelijke Ordeningsrecht | Open Universiteit
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Ruimtelijke ordeningsrecht | Open Universiteit
-
1 LE18 Ruimtelijke ordening irt enkele specifieke wetten
-
Wat is de relatie van LE18 binnen het boek RO?
Het ruimtelijke ordeningsrecht is niet alleen in de Wro en de Woningwet geregeld, ook via de bijzondere wetten kan invulling aan het ruimtelijke beleid worden gegeven. -
1.1 18.1 Afstemmen binnen de ruimtelijke ordening zelf
-
Wat is de relatie van par 1 tov LE18?
Voordat besproken wordt hoe de afstemming met de bijzondere wetten geschiedt, wordt eerst kort herhaald hoe de afstemming in de Wro zelf is ingevuld. -
Hoe vindt de ruimtelijke afstemming binnen de Wro plaats?
In de Wro zijn bevoegdheden, instrumenten en procedurs opgenomen (formeel recht). Elke bestuurslaag heeft bevoegdheden (rijk, prov, gem) en er is een Ruimtelijk planburo (art 9.3 Wro). De prov hebben op het gebied van coordinatie van het ruimtelijke beleid een belangrijke rol, door het uitgebreide instrumentarium kan ze prov en gem belangen waarmaken en doorwerking naar rijksbeleid bevorderen. -
1.2 18.2 Ruimtelijke ordening: een facetbeleid
-
Wat is de relatie van 18.2 tov LE18?
In de RO worden verschillende belangen afgewogen naar hun ruimtelijke aspect om een harmonisch ruimtelijk geheel te creeeren. De Wro heeft dus een coördinatieopdracht waardoor RO een facetbeleid is. Dit is van belang irt de bijzondere wetten. -
Hoe verhoudt het facetbeleid en het sectorbeleid zich tot de RO?
Het facetbeleid is gericht op het ordenen van verschillende maatschappelijke belangen. Het sectorbeleid wordt gekenmerkt door de verzorging van een bepaald maatschappelijk belang. -
1.3 18.3 Ruimteljike planning
-
Wat is de relatie van 18.3 tov LE18?
Er zijn 3 soorten ruimtelijke planning die relatie kunnen hebben met de specifieke wetten: planning gericht op het leggen van bestemmingen, plannen gericht op inrichting en plannen gericht op beheer. -
1.4 18.4 Specifieke wetgeving: natuurbeschermingsrecht
-
Wat is de relatie van 18.4 tov LE18?
De specifieke natuurbechermingswetten worden behandeld: Flora en faunawet (Ffw) en de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998).
Het instrumentarium van de RO kan ondersteunend en aanvullend werken aan de natuurbeschermingswetgeving (bv EHS). Ook kan RO aantasting voor de natuur opleveren, om dat te voorkomen regelt de natuurbeschermingswetgeving afstemming van de ruimtelijke besluiten op het natuurbeleid.
-
Welke onderverdeling wordt bij natuurbescherming gehanteerd?
- Gebiedsbescherming > richt zich op het veiligstellen van grotere gebieden om daardoor bijzondere ecosystemen of leefgebieden te kunnen beschermen en behouden.
- Soortenbescherming > richt zich op de planten en dieren zelf, los van waar ze vandaan komen.
- Gebiedsbescherming > richt zich op het veiligstellen van grotere gebieden om daardoor bijzondere ecosystemen of leefgebieden te kunnen beschermen en behouden.
-
1.4.1 18.4.1 Flora- en faunawet
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is in de Flora- en faunawet opgenomen?
- Algemene zorgplicht (art 2): een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving.
- Bescherming van planten- en dierensoorten door ze aan te wijzen als beschermde soort.
- Het verbieden van allerlei handelingen die schadelijk kunnen zijn voor dieren- en plantensoorten.
-
Wanneer is de Ffw van toepassing?
Deze is altijd van toepassing, ongeacht of er ook sprake is van gebiedbescherming (Nbw). Bij voorbereiding van ruimtelijke besluiten moet er onderzoek worden gedaan naar de in het plangebied voorkomende dieren- en plantensoorten en hun gebiedskenmerken en vervolgens belangenafweging.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden