Samenvatting: S.&o.

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van S.&O.

• 1 Wat is strategie?

• 1.1.1 Duidelijke en consistente lange termijn doelen

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat kan je doen om winstmarge te vergroten?

  - Prijzen verhogen
  - Gemiddelde kosten verlagen

• 1.1.2 Goed inzicht hebben in de concurrentële omgeving

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke factoren bepalen dat strategie winstgevend is?

  - Strategie aanpassen zodat factoren die winstgevendheid verhogen beschermd en versterkt worden + factoren die negatief effect hebben op winstgevendheid trachten te verzwakken
  - Focus op vijfkrachtenmodel van Porter

• 1.1.3 Concurrentieel voordeel ontwikkelen

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Prijs boven WTP?

  Mag niet!

• Totaal gecreëerde waarde = ?

  = gemiddelde kosten
  = verschil tussen WTP en kosten

• Wanneer heeft een onderneming meer concurrentieel voordeel? En op welke 2 manieren kan dit?

  - Als het meer waarde kan creëren dan haar concurrenten -> groter verschil realiseren tussen die WTP en gemiddelde kosten.
  - Kan door: 
  1. Gemiddelde kosten te verlagen, goedkoper te produceren
  2. Grotere WTP

• Types concurrentieel voordeel? + uitleg

  1. Differentiatie voordeel (WTP sterker stijgen dan kosten)
  2. Kosten voordeel (Mogelijk zakt WTP, maar dan moesten kosten feller dalen)
  3. Combinatie differentiatie en kostenvoordeel = ideale positie want hogeren WTP en lagere kosten, maar moeilijk te realiseren, enkel met groot marktaandeel.

• Wat is belangrijker (dan de industrie) voor de prestaties van een bedrijf?

  De competitieve strategie en de positie! => ook al is de industrie niet winstgevend, kan het bedrijf toch winstgevend zijn.
  Ondernemers vaak aangetrokken tot winstegevende industrieën.

• Aan welke voorwaarden moeten de competenties voldoen, die je nodig hebt om een concurrentieel voordeel te bekomen?

  - uniek/zeldzaam
  - relevant/waardevol
  - duurzaam (blijven behouden)
  - moeilijk te transferreren
  - moeilijk te intimiteren of namaken
  => als deze voorwaarden voldaan zijn, krijg je sterkere reputatie, merknaam, technologie,...

• 1.1.4 Effectieve implementatie

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Waaraan moet de strategie voldoen? (in de tijd)

  Flexibel en dynamisch
  Intendet S. -> Emergent S. -> realized S.

• Welke 3 pilaren heeft een oragnisatie?

  1. Structuur
  2. Systemen
  3. Cultuur