Samenvatting: Samengevat : Schematisch Overzicht Van De Examenstof. | 9789006073638 | P M Leideritz
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Samengevat : schematisch overzicht van de examenstof. | 9789006073638 | P.M. Leideritz.
-
1 Consumptie
-
1.1 Keuze problemen
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke 2 soorten behoeften zijn er? En wat houdt het in?
Basisbehoeften: Eerste levensbehoeften zoals een dak boven je hoofd en eten, Overige behoeften: Alle andere behoeften zoals een opleiding of een nieuwe telefoon.
-
Er bestaan stoffelijke goederen zoals een tas, maar er is nog een soort goederen, welke soort is dat en noem er een voorbeeld bij.
Onstoffelijke goederen, bijvoorbeeld een concert
-
Wat is het verschil tussen verbruiksgoederen en gebruiksgoederen?
Verbruiksgoederen kan je eenmalig gebruiken en gebruiksgoederen meerdere keren.
-
Waarom zijn de middelen om behoeften te vervullen beperkt? (Schaarste)
Niet alles waar behoefte aan is kan worden geproduceerd en niet alle behoeften kunnen vervuld worden omdat er grenzen zijn aan inkomen en tijd.
-
Op welke manieren kan je je behoeften vervullen? (Het zijn er 4)
Door zelfvoorziening: Bijvoorbeeld het opvoeden van kinderen en het maken van kleding, Door te kopen bij bedrijven, door te kopen bij de overheid of door gebruik van natuurlijke hulpbronnen: zoals zon, water enz.
-
1.2 Ruilen en geld
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Noem het verschil tussen technische en maatschappelijke arbeidsverdeling.
Technische arbeidsverdeling is specialisatie binnen een bedrijf, bijvoorbeeld leidinggevende, en maatschappelijke arbeidsverdeling is specialisatie tussen bedrijven en beroepen, bijvoorbeeld kapper of winkelier.
-
1.3 Inkomens
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Noem een voorbeeld van inkomen in geld en een voorbeeld van inkomen in natura.
Inkomen in geld: Loon of een schenking. Inkomen in natura: Een auto of laptop van de zaak
-
Wat zijn de oorzaken van inkomensverschillen?
Opleiding, ervaring, leeftijd, vraag en aanbod, talent, verantwoordelijkheid, macht/status, zwaar en onaangenaam werk en of je een man of een vrouw bent.
-
Noem de 4 soorten van verdeling van de inkomens.
Minimum inkomen, het modale inkomen, tweemaal het modale inkomen en het topinkomen.
-
1.4 Butgetteren
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer heb je een begrotingstekort? En wanneer een begrotingsoverschot?
Je hebt een begrotingstekort als de geschatte uitgaven groter zijn dan de geschatte inkomsten, je moet extra bijverdienen, lenen of bezuinigen. Je hebt een begrotingsoverschot als de geschatte inkomsten groter zijn dan de geschatte uitgaven, je kunt meer uitgeven of geld sparen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden