Genexpressie, RNA en eiwitsynthese - RNA en messenger-RNA

3 belangrijke vragen over Genexpressie, RNA en eiwitsynthese - RNA en messenger-RNA

Wat bevat iedere nucleotide van RNA?

  • Ribosemolecuul - een sacharide
  • Fosfaatgroep
  • Eén van de 4 nucleïnebasen; stikstofbasen die door 2 of 3 waterstofbruggen met andere stikstofbasen bindingen aan kunnen gaan bij (reverse)transcriptie en mogelijk ook met tRNA bij translatie

Wat is de werkwijze van de vorming van mRNA?

  • Verbreking van basenparing in dubbelstrengs DNA - nadat DNA-polymerase zich heeft gebonden aan een promotor voor een gen in het DNA
  • Basenparing van vrije RNA-nucleotiden - met de vrije base-einden van DNA door RNA-polymerase
  • Aaneenschakeling van RNA-nucleotiden - waarbij de DNA-gen-code complementair wordt overgenomen in codons van de te vormen pre-mRNA-streng
  • Herstel van de enkele DNA-strengen tot een dubbele helix - nadat de pre-mRNA-streng is losgelaten

Hoe werkt de bewerking van pre-mRNA tot mRNA 'opschonen'?

  1. Introns worden verwijderd - dat zijn pre-mRNA-delen die niet coderen voor eiwitsynthese
  2. Exons blijven over - dat zijn delen van pre-mRNA die coderen voor aminozuren
  3. Splicing - het aaneenschakelen van exons tot mRNA - de mRNA-streng wordt voorzien van een codering aan het begin en van een poly-A-staart
  4. Transport van mRNA vanuit de kern naar ribosomen voor translatie van gencodes

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo