Macht en democratie
11 belangrijke vragen over Macht en democratie
Van politieke legitimiteit is sprake als staten beschikken over:
a. gezag
b. een geweldsmonopolie
c. een belastingmonopolie
Van drie visies op de verdeling van politieke macht in hooggeïndustrialiseerde parlementair-democratische staatssamenlevingen, is de pluralistische het minst realistisch.
Democratisering kan het beste worden opgevat als een lange en moeizame strijd zonder duidelijk eindpunt in de richting van minder ongelijke machtsverhoudingen tussen vele groepen en strata
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Burgerlijke revoluties hebben het ontstaan van democratieën in westerse samenlevingen:
a. belemmerd
b. bevorderd
Welke twee waarden staan in het debat over Europese integratie centraal?
a. economische waarden versus politieke waarden
b. nationale eigenheid versus Europese eenheid
c. democratisch tekort versus begrotingstekort
Staten worden per definitie gekenmerkt door een:
a. gewelds- en belastingmonopolie
b. gezags- en kennismonopolie
c. gewelds- en gezagsmonopolie
d. gewelds- en kennismonopolie
De legitimiteit van een staatsmacht is afhankelijk van:
a. de omvang van de geweldsmiddelen waarover een overheid beschikt
b. de houding van de bevolking tegenover de staatsmacht
Het begrip natievorming verwijst onder meer naar:
a. de verbreiding van bepaalde identificatiegevoelens
b. het bereiken van politieke onafhankelijkheid
Bij zijn pogingen om de variatie in staatsvormen te begrijpen en te verklaren hechtte Barrington Moore in het bijzonder waarde aan processen van:
a. industrialisatie
b. marktvorming en commercialisering
Welke van drie ingrijpende veranderingen van de Grondwet van 1848, die de verdere staatsvorming van Nederland in hoge mate hebben bepaald, was de meest moderne?
a. centralisering
b. bureaucratisering
c. democratisering
De ontwikkeling van de Nederlandse staat week van de zestiende tot en met de achttiende eeuw af van die van andere Europese staten. In Nederland was de politieke macht vooral in handen van:
a. feodale adel
b. regenten, afkomstig uit rijke burgerfamilies
c. vorsten
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden