Samenvatting: Samenlevingstheorie B

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Samenlevingstheorie B

• 2 College 1: Het gezin

  Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn kenmerken van Sociale kwaliteit?

  Dynamische (=het is lastig om het objectief te Meten) Meetlat.
  

  • meet hoe burgers aan het sociale- en economische leven kunnen deelnemen om welzijn te verbeteren.
  • meet hoe het dagelijkse leven zorgt voor aanvaardbare levensstandaard.

• Juridisch ouderschap, rechtsregels tussen ouder en kind:

  1. Het ouderlijk gezag is de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarig kind te verzorgen en op te voeden.
     
  2. dat is de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind en het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid (het gaat om een groei).
  3. de ouder moet ook de ontwikkeling van de banden van zijn kind met de andere ouder te bevorderen (als ouder kan/mag je dus niet tegen je kind zeggen, jij mag je vader/moeder niet meer zien. De omgang mag je niet belemmeren).

• Wanneer is het gerechtvaardigd om in te grijpen om zo autonomie te beperken?

  Uit de praktijk: ingrijpen bij afwijken van de norm in die mate dat we gevaar verwachten.
  

  1. wat is  afwijken van de norm?
     
  2. wanneer kun je spreken van gevaar?

  • gevaar is de kans op ongeluk
  • vindt plaats in de toekomst
  • inschatten of ongeluk gebeurt
  • risico taxatie die je moet kunnen bewijzen.

• Wat is juridisch ouderschap?

  = familierechtelijke betrekkingen.
  

  1. achternaam geven
  2. toestemming geven voor het huwelijk (als het kind minderjarig is)
  3. recht op omgang (als je juridisch ouder bent van een kind, heb je recht op omgang met het kind, en andersom)
  4. financieel verantwoordelijk (je moet voor het kind betalen)
  5. het kind heeft recht om te erven
  6. recht om de nationaliteit door te geven

• 3 College 2: Armoede

  Dit is een preview. Er zijn 29 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Veil of ignorance (Rawls) (Sluier van onwetendheid)

  Antwoord op de vraag hoe je middelen verdeeld in een samenleving.
  
  gedachte-experiment: hoe zou jij de wereld inrichten?
  principes voor de inrichting van de samenleving zijn rechtvaardig als we ze vaststellen in een situatie waarin we iedereen zouden kunnen zijn.
  rechtvaardigheid betekent voor Rawls dat ieder individu zijn eigen belangen even aan de kant zet.

• Twee maatstaven voor armoede in Nederland?

  • Basisbehoeftenbudget omvat de minimale uitgaven van een zelfstandig huishoeden aan onvermijdbare, basale zaken zoals voedsel, kleding en wonen. Ook de uitgaven aan verzekeringen, niet-vergoede ziektekosten en persoonlijke verzorging zijn meegeteld.
    
  • het niet-veel-maar-toereikend budget, is iets ruimer. Dat houdt ook rekening met de minimale kosten van ontspanning en sociale participatie, bv een korte vakantie of het lidmaatschap van een sport- of hobbyclub

• Welke doelgroepen lopen groter risico op armoede?

  • Eenoudergezinnen (moeders vaker dan vaders)
    
  • kinderen uit grote gezinnen
  • alleenstaanden tot 65 jaar
  • bijstandontvangers
  • werknemers en zzp'ers
  • migranten

• Toelichting Toeslagenwet (TW):

  De wet die ervoor zorgt dat je op het moment dat je niet je volledige huur kunt betalen, je zorgverzekering of kinderopvang niet kunt betalen. Dan kan je een beroep doen op deze wet en hier een toeslag voor ontvangen. Deze wordt uitgevoerd door de belastingdienst.

• Toelichting Algemene Ouderdomswet (AOW)

  De wet die ervoor zorgt dat als je de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, dat je dan een basispensioen krijgt van de overheid.

• Toelichting Algemene Nabestaandenwet (ANW)

  Een wet die ervoor zorgt dat als jouw partner komt te overlijden dat je dan een beroep kunt doen op een uitkering. Of als je beide ouders verliest kun je een beroep doen op een weestuitkering