De Biologische Basis van de Erfelijkheid
20 belangrijke vragen over De Biologische Basis van de Erfelijkheid
We worden allemaal gemaakt van dezelfde elementen. Waar bestaan we uit? Hoe vormen we leven? En hoe ontstaat een organisme?
- Een bepaalde combinatie en rangschikking van moleculen → leven
- Verschillen in moleculaire samenstelling → organismen
Licht de structuur van de menselijke cel toe
- Punt 2: celmembraan
- Punt 3: cytoplasma
- Punt 4: mitochondrium
- Punt 5: chromosoom
Wat houden omnic levels in? Licht tevens twee kenmerken toe
- Alle levels interacteren met elkaar
- Kan tissue cel/type afhankelijk zijn
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is het verschil tussen prokaryotische en ektaryotische cellen. En waar is het DNA? Welke is meer gestructureerd?
1. Eukaryotes (dieren, planten, fungi) = cellen bevatten membraangebonden compartimenten inclusief nucleus en organelelles
- Zijn meer gestructureerd in vergelijking met prokaryotes
- Waar is het DNA = Nuclear genoom, mitochondrien, choloplasts/planten
2. Prokaryotes (bacteriën) = missen extensieve interne compartimenten
- Waar is het DNA = genoom in nucleoid, plasmids
Als we het hebben over DNA en RNA, wat is dan het verschil tussen die twee?
RNA (komt voort uit ribose)
- Ribo
- Nucleic
- Acid
DNA (komt voort uit deoxyribose)
- Deoxyribo
- Nucleic
- Acid
Wat is een polynucleotide? En wat omvat baseparing tussen twee strengen? En hoeveel hydrogen bonds per paar?
- Individuele nucleotides zijn gelinkt met elkaar door phopsphodiester bonds
Base pairing = Basenparing tussen twee strengen waterstofbinding tussen a-t of g-co
- G-C: 3 hydrogen bonds
- A-T: 2 hydrogen bonds
Wat is een kenmerk van RNA? Hoeveel tripletcodons zijn er en hoeveel aminozuren? Hoe komt dat? Hoeveel basenparen zijn er en hoeveel eiwitcoderende genen? Wat gebeurd er bij alternatieve splitsing?
- Er zijn 64 mogelijke tripletcodons, maar er zijn slechts 20 aminozuren. Dit komt omdat sommige aminozuren gecodeerd zijn door maar liefst zes codons. Bestaat uit carbon
- De menselijke set van DNA-sequenties (het genoom) bestaat uit ongeveer 3 miljard basenparen, die ongeveer 20.000 eiwitcoderende genen bevatten.
Licht toe hoe replicatie plaatsvindt aan de hand van 5 stappen
2. Enkelstrengs bindende proteïnen stabiliseren het niet-gewikkelde ouder-DNA
3. De leidende streng wordt continu gesynthetiseerd in de 5 naar 3 richting door DNA-polymerase
4. De achterblijvende streng wordt discontinue gesynthetiseerd. Primase syntheziseerde een korte RNA-primer, die wordt verlengd door DNA-polymerase om een okazaki-fragment te vormen
5. Nadat de RNA-primer is vervangen door DNA (door een ander DNA-polymerase, niet getoond), verbindt DNA-ligase het okazaki-fragment met de groeiende streng
Wat voor molecule is DNA? Hoe gaat genexpressie, een transcriptie van DNA naar RNA?
- Genen coderen voor een specifiek eiwit. Genen liggen op DNA in de nucleus. Expressie zorgt voor transcriptie van DNA in RNA. RNA gaat via de cel nucleus naar het cytoplasma, en dit wordt vervolgens vertaald in een andere polymeer: eiwitten. Dit zijn de werkpaarden voor signalen, het synthetiseren van moleculen etc.
Wat zijn de verschillen tussen DNA versus RNA? Noem 4 punten
1. Deoxyribose versus ribose
2. Thymine versus Uracil
3. Dubbelstrengs versus enkelstrengs
4. RNA-moleculen zijn korter dan DNA-moleculen
- Zelden meer dan een paar duizend nucleotiden
Hoe gaat RNA processing? Noem aan de hand van 4 punten
- Splitsing = verwijdering van introns
- Snijgebeurtenissen = molecuul wordt in stukken gesneden
- Chemische modificatie = toevoeging van nieuwe chemische groepen
Je hebt niet coderend en coderend RNA. Licht toe
- Niet-coderend RNA = aantal verschillende functies die door het RNA-molecuul zelf worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld transfer-RNA en ribosomaal RNA
Hoe wordt informatie verwerkt op genoom niveau? Hoe heet dit proces? Waar leidt het toe?
- Informatie gaat van DNA, naar RNA, naar proteine
- Proces heet expressie, omvat transcriptie (DNA) en vertaling (RNA).
- Dit proces leidt uiteindelijk leidt tot functie op celgebied, organisme level etc.
Kwantitatieve genetica, zoals tweeling en adoptiestudies, vereisen geen kennis van de biologische basis van erfelijkheid. Het is echter nog steeds belangrijk om de biologische mechanismen die ten grondslag liggen aan de erfelijkheid te begrijpen. Wat is verantwoordelijk voor erfelijkheid? En uit welke vier dingen bestaat dit? Wat is waaraan gekoppeld?
- Het DNA bestaat uit twee strengen die uit elkaar worden gehouden door paren van vier basen: adenine + thymine (gekoppeld) en guanine + cytosine (gekoppeld)
Je hebt verschillende amino acids: hoeveel zijn het er? Wat zijn de overeenkomsten en verschillen?
- Overeenkomst: centrale carbon atoom, amino groep en een acid groep.
- Verschillen: elke verschilt in R groep
Hoe gaat de vertaling van mRNA naar eiwitten? Noem aan de hand van 4 punten
- Aminoacyl-rtna komt de A-site binnen. anticodon bindt aan het codon. In dit geval specificeert codon valine (val)
- Met-tRNA en Val-tRNA zijn nu aangrenzend in respectievelijk de p- en a-sites. Prepidyltransferase, een enzymactiviteit in de grote subeenheid, vormt een peptidebinding tussen Met en Val.
- Ribosome vertaalt één codon naar rechts. ongeladen tRNA wordt uitgeworpen
- Het proces herhaalt zich, een amino accids wordt toegevoegd elke keer als de ribosome beweegt
Wat is mitose? Wat is meiose? En licht toe wat somatische cellen en kiemcellen zijn
Mitose = Bij een normale celdeling in het lichaam wordt de hele cel en het DNA gekopieerd
Meiose = Wanneer gameten (de geslachtscellen die eicellen en sperma produceren: zijn uniek, talrijk) worden gevormd, wordt slechts de helft van het genetisch materiaal doorgegeven aan de dochtercellen.
Somatische cellen versus kiemcellen
- Somatische cellen = diploïde (2n chromosomen) = mitose
- Kiemcellen (germ cells) = haploïde (n chromosomen) = meiose
Chromosomen hebben karakteristieke bandenpatronen wanneer ze met een bepaalde chemische stof gekleurd zijn, maar de functies van de banden zijn niet bekend. In elk chromosoom bevindt zich een centromeer: wat houdt dit in? Wat heet P en wat heet Q?
- De korte arm van het chromosoom boven het centromeer heet p
- De lange arm onder het centromeer heet q.
Wat kunnen we meten (of wat voor gegevens gebruiken we vaak). Licht toe bij DNA (4x), RNA (3x)
Wat kunnen we meten(of wat voor soort gegevens gebruiken we vaak?)
DNA
- (Hele genoom) sequentie (zelfs van een enkele cel)
- Enkele nucleotide variaties
- Structurele variatie
- Inserties/deleties
RNA
- Enkele cel/weefselspecifieke expressieniveaus
- RNA sequencing
- RNA-expressieniveaus van bekende transcripten
Wat kunnen we meten (of wat voor gegevens gebruiken we vaak). Licht toe bij proteome (x4) en metaboloom (x2).
- Eiwitniveaus
- Eiwitsequentie
- Eiwitstructuur
- Eiwit-eiwit interacties
Metaboloom
- Metabolietniveaus in verschillende weefsels (bloed, urine, ...)
- Metabolietniveaus op verschillende omstandigheden (glucose-uitdaging, nuchtere toestand, ...)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden