Gezondheidspsychologie - Veroudering

7 belangrijke vragen over Gezondheidspsychologie - Veroudering


De belangrijkste vraag is in hoeverre genetische factoren bijdragen aan individuele verschillen in het functioneren op latere leeftijd. Wat kunnen we zeggen over de erfelijkheid van het algemene cognitieve vermogen? Waar is de drop off het resultaat van?

- Het is al bekend dat de erfelijkheid van het algemene cognitieve vermogen toeneemt met de leeftijd, met enige drop-off vanaf ongeveer 70 jaar.
- Deze drop-off lijkt het resultaat te zijn van een toename van nietgemeenschappelijke milieu-invloeden. De erfelijkheid van het algemeen cognitief vermogen bereikt een piek in de latere volwassenheid van ongeveer 80 procent. De stabiliteit van het algemeen cognitief vermogen gedurende de hete volwassenheid is bijna volledig te danken aan genetische invloeden.


Het patroon van genetische en omgevingsinvloeden op de cognitieve veroudering kan voor sommige specifieke cognitieve vaardigheden verschillen. Specifieke cognitieve vaardigheden, zoals verbaal vermogen, ruimtelijk vermogen en geheugen, vormen de algemene cognitieve capaciteit. Wat is het verschil tussen fluid abilites en crystallized abilites? Noem tevens of ze toenemen met de tijd of afnemen met de tijd en beschrijf een ander kenmerken

- Fluid abilities, zoals ruimtelijk vermogen: neemt af. Theorie zei dat het biologisch gebaseerd zou zijn (klopt niet, even erfelijk).
- Crystallized abilities, zoals woordenschat: neemt toe. Theorie zei dat het cultureel gebaseerd zou zijn (klopt niet, even erfelijk).

--> Meta analyses suggereren dat de erfelijkheid van specifieke cognitieve vaardigheden toeneemt met de leeftijd, dit is consistent met de bevindingen voor algemene cognitieve vaardigheden.

Als we het over Alzheimer hebben, wat is dan het risico voor eerstegraads familieleden bij de leeftijd van 85 jaar? Hoe groot is de genetische invloed voor Alzheimer?

- Risico voor eerstegraads familieleden leeftijd 85 jaar = 50%.
- Grote genetische invloed op Alzheimer, met concordanties die twee keer zo groot zijn voor een MZ als voor een DZ tweeling. SNP gebaseerde erfelijkheidsschattingen ondersteunen de bevindingen van genetische invloeden op Alzheimer, waarbij gemeenschappelijke SNP's goed zijn voor ongeveer 30 procent van de totale variantie.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Als we het hebben over alzheimer, welk gen speelt dat specifiek mee bij het ontwikkelen van Alzheimer en welk allel speelt precies mee? Waar wordt dit gen ook mee geassocieerd?

- APOE-gen (bevat drie allellen, 2/3/4). op chromosoom 19 speelt mee bij ontwikkelen Alzheimer. De frequentie van allel 4 is ongeveer 40 procent bij individuen met Alzheimer en 15 procent bij controlemonsters. Allel 4 is een risicofactor, maar niet noodzakelijk of voldoende voor het ontwikkelen van dementie. Het allel is verantwoordelijk voor ongeveer 15 procent van het verschil in aansprakelijkheid.
-. Het APOE-gen wordt ook geassocieerd met serumlipidenprofielen, waarbij dragers van allel 4 slechtere lipidenprofielen vertonen dan dragers van de andere allelen.

Onderzoek suggereert slechts een gematigde genetische invloed op de levensduur, met een overerfbaarheid van ongeveer 25 procent. Welke polymorfismen zijn geassocieerd met een langere levendsduur? En waarom? Waar is levensduur nog meer afhankelijk van?

- APOE3 en FOXOA3-gen (laatste gen maakt deel uit van de insuline signalering route. Mutaties in het insuline-route zijn van invloed op de levensduur, omdat deze route gerelateerd is aan processen zoals oxidatieve stressbestendigheid en metabolismeregulatie).
- De levensduur is ook afhankelijk van het milieu. Beperkte calorie-inname kan de levensduur verlengen. Dit is echter niet altijd het geval, aangezien het afhangt van de genetische achtergrond van het individu.

Is genetica van invloed op hoe lang je leeft? En wat is de genetische invloed in percentage?

- Verschillen tussen MZ en DZ-tweelingen zijn zichtbaar voor oude leeftijd, niet voor lager dan 6- jaar (meer kans op oud te worden wanneer je een MZ co-twin hebt die oud is). Cohort moet ouder zijn om effect te laten zijn, schatting van 20-30%, Genetica beïnvloed dus vele aspecten van ouder worden = erfelijkheid van cognitie neemt toe met leeftijd, maar verminderd weer met ouder worden

Wat kunnen we zeggen over de erfelijkheid van dementie en welk gen is specifiek gerelateerd aan dementie?

- Dementie = erfelijkheid is hoog (58%)
- APOE-gen is gerelateerd aan Alzheimer en een lang leven. Het is echter alleen niet het enige gen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo