Het herinnerende brein. 103 goede vragen, hier goed beantwoord

Q: Welke hersenstructuren zijn aangeduid als zijnde betrokken bij het veroorzaken van een amnesisch syndroom volgens Figuur 11.7?

- Schade aan de mediale temporale kwabben en omliggende structuren kan amnesie veroorzaken. - De getroffen gebieden gemarkeerd met een sterretje zijn: Fornix , Frontale kwab , Hippocampus , Mammillaire lichamen , en Thalamus .

Q: Wat blijkt uit onderzoek met fMRI over de consolidatie van herinneringen in de entorinale cortex en hippocampus?

- De entorinale cortex consolideert over tientallen jaren . - De hippocampus consolideert over jaren . - Dit geeft aan dat de consolidatietheorie verfijning nodig heeft en mogelijk een geheel nieuwe theorie vereist.

Waarom hebben leren en herinneren evolutionaire voordelen?

- Voorspellen van uitkomsten op basis van ervaring
- Aanpassen aan nieuwe situaties
- Leren en herinneren als kenmerk van het hele brein
- Plasticiteit van het brein

Welke factoren beïnvloeden de heterogeniteit van amnesie bij patiënten?

- Plaats van schade in en rond de mediale temporaalkwab
- Oorzaken zoals beroerte, hoofdletsel, virale infectie
- Alzheimerdementie als aparte oorzaak

Welke structuren zijn geïdentificeerd in de mediale temporale kwab op deze illustratie?

- De hippocampus, een belangrijk deel voor geheugen en oriëntatie.
- De entorhinale cortex, die een rol speelt bij geheugen en navigatie.
- De perirhinale cortex, betrokken bij visuele herkenning en geheugen.
- De parahippocampale cortex, belangrijk voor geheugenconsolidatie.
- De laterale ventrikel, een met vloeistof gevulde ruimte in de hersenen.
- De thalamus, die fungeert als schakelstation voor informatie.
- De rhinale sulcus, een groeve die bepaalde hersendelen scheidt.

Wat is confabulatie en welke rol speelt het orbitofrontale gebied hierin?

- Confabulatie is het genereren van valse herinneringen, spontaan of desgevraagd.
- Bij laesies in het orbitofrontale gebied kunnen patiënten confabuleren.
- Patiënten kunnen verzonnen verhalen vertellen als herinneringen.
- Er is verwarring over de tijdscontext en een mix van echte herinneringen uit verschillende periodes.
- Confabulatie kan worden geassocieerd met problemen in het remmen van irrelevante herinneringen.
- Studies tonen aan dat confabulatoren moeite hebben met het herkennen van eerder gepresenteerde woorden of beelden.

Welke hersenstructuren zijn aangeduid als zijnde betrokken bij het veroorzaken van een amnesisch syndroom volgens Figuur 11.7?

- Schade aan de mediale temporale kwabben en omliggende structuren kan amnesie veroorzaken.
- De getroffen gebieden gemarkeerd met een sterretje zijn: Fornix, Frontale kwab, Hippocampus, Mammillaire lichamen, en Thalamus.

Wat blijkt uit onderzoek met fMRI over de consolidatie van herinneringen in de entorinale cortex en hippocampus?

- De entorinale cortex consolideert over tientallen jaren.
- De hippocampus consolideert over jaren.
- Dit geeft aan dat de consolidatietheorie verfijning nodig heeft en mogelijk een geheel nieuwe theorie vereist.

Wat is het belang van het prioriteren van toegang tot informatie bij het vergeten van dingen?

- Prioriteren van relevante informatie
- Onthouden van actuele gebeurtenissen
- Adaptief gedrag: informatie verliezen/samen voegen
- Efficiënt gebruik van geheugen

Wat is een mogelijke verklaring voor confabulatie volgens Schnider?

- Confabulatie kan te maken hebben met verwarring over de tijdscontext.
- Geconfabuleerde herinneringen zijn een mix van werkelijke herinneringen uit verschillende tijdsperioden.
- Confabulatie kan worden gezien als een probleem met het remmen van irrelevante herinneringen.
- Schnider suggereert dat het meer gaat om het beheersen van irrelevante herinneringen dan om het ophalen van de context op zich.

Wat zijn enkele oorzaken van geheugenverlies bij amnesie?

- Hersenletsel door trauma
- Neurodegeneratieve aandoeningen
- Stoornissen in de hersengebieden voor geheugen

Wat is de kernboodschap van de multiple-trace theorie/trace transformatie theorie? Geef een overzicht van hoe deze theorie verschilt van het standaard consolidatiemodel.

- De hippocampus is betrokken bij permanente geheugenopslag met contextuele details
- Temporele gradiënt bij amnesie door meerdere geheugensporen in de mediale temporale kwabben
- Oudere herinneringen beschermd tegen hersenbeschadiging
- Onderzoek met fMRI toont geen verschil in activiteit bij het herinneren van recente vs. verre autobiografische herinneringen
- Verfijning tot trace transformation theory met focus op gecontextualiseerde vs. schematische herinneringen

Welke hersengebieden worden weergegeven in figuur 11.21 en wat wordt er voorspeld over het geheugenproces?

- In figuur 11.21 wordt activiteit getoond in de linker ventrolaterale prefrontale cortex (a) en het linker parahippocampale gebied (b).
- De activiteit in deze gebieden voorspelt of een woord later waarschijnlijk zal worden onthouden of vergeten, wat zichtbaar is aan de signaalverandering over tijd.
- Voor beide gebieden is de piek in signaalverandering hoger voor woorden die worden onthouden ("Remembered") in vergelijking met woorden die worden vergeten ("Forgotten").

Hoe reageren patiënten met spontane confabulaties in studies naar eerder gepresenteerde woorden of beelden?

- Patiënten met spontane confabulaties kunnen ten onrechte beweren dat een woord uit een vorige lijst zich in de huidige lijst bevindt.
- Deze reactie kan wijzen op moeite met het herkennen van eerder gepresenteerde stimuli.
- Het gedrag van confabulatoren in dergelijke taken kan aantonen dat ze moeite hebben met uitstervend leren.
- Confabulerende patiënten hebben mogelijk problemen met het onderscheiden van oude en nieuwe informatie.

Wat suggereert het onderzoek van Atkinson en Shiffrin over het korte termijn geheugen?

- Het korte termijn geheugen is geen eenheid
- Er zijn verschillende soorten korte termijn geheugen
- Korte termijn geheugen heeft beperkte capaciteit
- Verschillende aard van informatie vereist verschillende STM-systemen

Wat is het verschil tussen gecontextualiseerde herinneringen en schematische herinneringen volgens de trace transformation theory?

- Gecontextualiseerde herinneringen zijn afhankelijk van de hippocampus
- Schematische herinneringen hebben geen hippocampus nodig
- Gecontextualiseerde herinneringen zijn contextueel rijk
- Schematische herinneringen zijn losgekoppeld van de oorspronkelijke context

Wat wordt bedoeld met frontale activiteit en mediale temporale activiteit in relatie tot geheugenvorming?

- Frontale activiteit: selectie van te coderen kenmerken
- Mediale temporale activiteit: weerspiegelt werkelijke geheugenvorming

Welke kenmerken heeft de door Schnider bedachte geheugentaak volgens Figuur 11.26?

- De taak bestaat uit het herinneren of een item eerder in de huidige lijst is voorgekomen.
- Items die eerder zijn gepresenteerd worden gemarkeerd met een sterretje (*).
- Sommige items herhalen tussen verschillende lijsten, bijvoorbeeld de krokodil.
- De taak omvat verschillende lijsten over een periode van 30 minuten.
- Confabulerende patiënten ervaren specifieke problemen bij het herinneren van tussen lijsten herhaalde items.

Hoe verschilt het korte termijn geheugen voor verbaal materiaal en visueel/ruimtelijk materiaal?

- Verschillende soorten korte termijn geheugen
- Eigen beperkte capaciteit
- Afhankelijk van de aard van de informatie

Hoe kunnen recent verworven semantische kennis en episodische gebeurtenissen verschillen in hun afhankelijkheid van de hippocampus volgens de trace transformation theory?

- Recent verworven semantische kennis kan gecontextualiseerd zijn en de hippocampus vereisen
- Episodische gebeurtenissen kunnen schematisch worden en geen hippocampus nodig hebben
- Semantische kennis kan gekoppeld zijn aan de context en hipppocampus gebruiken
- Episodische gebeurtenissen kunnen los staan van de originele context en hippocampus missen

Wat wordt bedoeld met de coderingsspecificiteit-hypothese volgens Tulving?

- Contextuele gelijkenis tussen ophaalpoging en initiële coderingsfase voorspelt waarschijnlijkheid van onthouden versus vergeten
- Gebeurtenissen gemakkelijker te onthouden bij gelijke context bij ophalen en coderen

Wat suggereert het onderzoek over de relatie tussen langdurig leren (LTM) en kortetermijngeheugen (STM)?

- LTM is afzonderlijk toegankelijk van STM
- Mogelijkheid tot langdurig leren ondanks verminderde STM
- Verschillende neurale fundamenten voor LTM en STM

Wat voorspelt synchroon vuren van neuronen in hippocampale en omliggende corticale gebieden volgens elektrode-opnames bij mensen?

- Voorspelt onthouden versus vergeten

Welk type geheugen lijkt verstoord te zijn bij geheugenverlies? Is het mogelijk om een bepaald aspect van het langetermijngeheugen aan te tasten zonder dat dit gevolgen heeft voor de andere systemen?

- Episodisch geheugen lijkt verstoord bij geheugenverlies.
- Het is mogelijk om een bepaald aspect van het langetermijngeheugen aan te tasten zonder dat dit gevolgen heeft voor de andere systemen bij organische amnesie.

Hoe wordt het concept van permanente opslag van geheugen door de hippocampus in de multiple-trace theory ondersteund door onderzoek met fMRI?

- Onderzoek toont geen verschil in activiteit in mediale temporale kwabben bij het herinneren van recente vs. verre autobiografische herinneringen
- Onderzoek identificeert subvelden in de hippocampus die reageren op herinneringen uit zowel recente als verre verleden
- Regio's in de hippocampus reageren op verschillende soorten herinneringen
- Sommige regio's reageren op autobiografische herinneringen uit lang geleden, maar niet recente

Wat is het werkgeheugenmodel van Baddeley en Hitch?

- De centrale uitvoerende macht/centrale executieve systeem (coördineert de subsystemen en cognitie)
- De fonologische lus (slaat verbale inhoud op)
- Het visueel-ruimtelijke schetsblok (slaat beeldmateriaal op)
- De episodische buffer (biedt tijdelijke opslag door informatie samen te voegen)

Hoe presteren amnesiepatiënten op tests van het episodisch geheugen?

- Amnesiepatiënten presteren zwak op tests van het episodisch geheugen.
- Dit geldt voor zowel hun eigenlevensgebeurtenissen als voor andere soorten voorvallen.

Hoe definieert de trace transformation theory welke soorten herinneringen afhankelijk zijn van de hippocampus en welke niet?

- Gecontextualiseerde herinneringen afhankelijk van hippocampus, schematische niet
- Episodisch geheugen is gecontextualiseerd
- Semantisch geheugen is schematisch
- Schematische herinneringen kunnen afhangen van regio's zoals de neocortex

Wat laat Figuur 11.22 zien met betrekking tot de context waarin woorden worden geleerd en herinnerd?

- De figuur illustreert het percentage van correct herinnerde woorden in verschillende contexten.
- Woorden die op het land geleerd zijn, worden beter herinnerd op het land.
- Woorden die onder water geleerd zijn, worden beter herinnerd onder water.
- Het patroon suggereert dat dezelfde context bij zowel het leren als herinneren gunstig is voor het onthoudvermogen.

Hoe kan langetermijngeheugen worden onderverdeeld en wat zijn de subtypes?

- Langetermijngeheugen:
- Expliciet geheugen (declaratief)
- Feitenkennis (semantisch geheugen)
- Gebeurtenissenkennis (episodisch geheugen)
- Impliciet geheugen (niet-declaratief)
- Vaardigheden en gewoonten (procedureel geheugen)
- Perceptuele kennis

Hoe kan het aanleren van nieuwe informatie worden beoordeeld bij amnesiepatiënten?

- Het aanleren van nieuwe informatie kan worden beoordeeld met tests als de Wechsler Memory Scale.
- Deze tests omvatten herinnering en herkenning voor verbaal en beeldmateriaal.

Wat houdt het proces van systeemconsolidatie in volgens de cognitieve kaarttheorie?

- Van gecontextualiseerd naar schematisch
- Initiële contextuele herinneringen blijven behouden
- Hippocampus betrokken bij recente herinneringen
- Hippocampus betrokken bij voorstellen van toekomstige gebeurtenissen
- Binden van contextuele kenmerken

Wat zijn de twee algemene verklaringen voor het vergeten van gecodeerde herinneringen?

- Passieve mechanismen zoals verval van geheugensporen
- Actieve mechanismen zijn:
- Interferentie (storing door samen- of tegenwerking van verschillende golven)
- Inhibitie (remming door interacties tussen herinneringen of met besturingsprocessen)

Wat is de functie van de episodische buffer binnen het werkgeheugenmodel van Baddeley en Hitch?

- Biedt tijdelijke opslag door informatie samen te voegen
- Combineert informatie uit secundaire systemen en langetermijngeheugen
- Onderhoudt en manipuleert informatie uit het episodische langetermijngeheugen

Wat laten experimenten met gericht vergeten zien? Wat ontdekten Conway en Fthenaki in 2003?

- Experimenten tonen aan dat gericht vergeten mogelijk is
- Laesies aan rechter frontale kwab verstoren gericht vergeten
- Ophalen geïnduceerd vergeten blijft intact
- Dissociatie tussen vrijwillig vergeten en automatisch vergeten

Waarom blijft het impliciete geheugen intact bij schade aan de mediale temporale kwabben?

- Impliciete geheugen is voornamelijk gespaard bij geheugenverlies als gevolg van schade aan de mediale temporale kwabben

Welke componenten bevat Baddeley's herziene model van werkgeheugen en met welke systemen communiceren ze?

- Drie soorten kortetermijnsystemen in het model: Visuospatial Sketchpad, Episodic Buffer en Phonological Loop.
- Deze kortetermijnsystemen hebben verbindingen met het langetermijngeheugen.
- Het Visuospatial Sketchpad is verbonden met Visual Semantics.
- De Episodic Buffer heeft een connectie met Episode Long Term Memory (LTM).
- De Phonological Loop is gekoppeld aan taalverwerking in het langetermijngeheugen.
- Centrale Executieve overziet en reguleert de kortetermijnsystemen en hun interactie met langetermijngeheugen.

Welk type van geheugen wordt aangetast bij schade aan de mediale temporale kwabben?

- Er is een selectieve aantasting van het declaratieve geheugen

Hoe wordt amnesie weergegeven in films volgens de tekst?

- Amnesie in films suggereert vaak een verlies van identiteit of persoonlijkheidsverandering, maar dit klopt niet in het geval van neurologische oorsprong.
- Persoonlijkheidsverandering kan wel voorkomen bij hersenbeschadiging maar wordt meestal geassocieerd met andere aandoeningen.

Wat ontdekten O'Keefe en Nadel in de jaren zeventig over de vuursnelheid van neuronen in de hippocampus van verkennende ratten?

- In de jaren zeventig deden O'Keefe en Nadel onderzoek naar de hippocampus van ratten door elektroden te implanteren.
- Zij maten de vuursnelheid van neuronen terwijl ratten een afgesloten omgeving verkenden.
- Bepaalde neuronen reageerden alleen sterk wanneer de rat zich op een specifieke locatie bevond.
- Deze neuronen worden plaatscellen genoemd en zijn belangrijk voor ruimtelijke navigatie en geheugen.

Welke activiteiten in specifieke hersenregio's zijn gekoppeld aan het vergeten en onthouden van instructies volgens de gegeven informatie?

- Vergeten van instructies gekoppeld aan activiteit in linker en rechter dorsolaterale prefrontale cortex
- Onthouden van instructies gekoppeld aan activiteit in de hippocampus

Wat is het verschil tussen het model van Baddeley en een alternatieve benadering van het werkgeheugen?

- Het model van Baddeley: informatie wordt overgebracht naar een specifiek systeem (bijv. fonologisch) en verwerkt door een executief systeem
- Alternatieve benadering: werkgeheugen is tijdelijke activering van langetermijngeheugen door prefrontaal executief systeem
- Voordelen alternatieve benadering: eenvoudiger, verklaart werkgeheugen voor alle soorten informatie
- Capaciteitsbeperkingen: toenemende interferentie en afname precisie met meer gelijktijdig geactiveerde items

Hoeveel films zijn er tot nu toe geweest waarin Matt Damon schittert als de amnesische CIA-moordenaar Jason Bourne en welke inconsistenties worden opgemerkt?

- Er zijn vijf films waarin Matt Damon schittert als Jason Bourne.
- Sommige aspecten van geheugenverlies worden nauwkeurig weergegeven, terwijl andere inconsistent zijn, zoals verwarde identiteit.

Wat tonen de gegevens van eencellige opnames van de hippocampus van de rat over de vuursnelheid van verschillende plaatscellen?

- Plaatscellen reageren sterk contextafhankelijk
- Neuroncodes veranderen aanzienlijk bij verandering van omgeving
- Plaatscellen integreren ruimte met andere contextuele signalen

Wat is de benadering van geheugen zoals beschreven door Schacter? Wat houdt deze benadering in?

- Geheugen als maken van conclusies op basis van bestaande kennis over het verleden
- Benadering van constructieve geheugenbenadering genoemd

Wat zijn de mogelijke oorzaken van geheugenverlies volgens consolidatietekort?

- Problemen met het verwerven van nieuwe declaratieve herinneringen en het ophalen van niet volledig geconsolideerde oude herinneringen

Wat beschrijft hedendaagse modellen met betrekking tot kortetermijngeheugen zoals weergegeven in figuur 11.2?

- Top-down activering van frontoparietale aandacht en uitvoerende mechanismen
- Activering leidt tot opgeslagen representaties van objecten en woorden, en hun perceptueel-motorische kenmerken
- Dit kan gebeuren zonder sensorische input, zoals herinnering aan visuele stimuli of gehoorde woorden
- Interferentie tussen tegelijk geactiveerde kenmerken kan leiden tot capaciteitsbeperkingen in kortetermijngeheugen (STM)

Wat is een consistente bevinding over het kortetermijngeheugen?

- Een consistente bevinding is dat het kortetermijngeheugen behouden blijft, bijvoorbeeld bij tests met cijferreeksen.
- Recente beweringen suggereren problemen met het kortetermijngeheugen bij het onthouden van bepaalde informatie, vooral van driedimensionale grootschalige taferelen.

Wat wordt gecodeerd door de hippocampus met betrekking tot ruimtelijk geheugen en hoe verschilt dit van het visuospatieel kortetermijngeheugen?

- Hippocampus codeert allocentrische ruimte
- Pariëtaalkwabben coderen egocentrische ruimte
- Verschil: hippocampus ruimtelijke omgevingskaart vs. visuospatieel kortetermijngeheugen

Wat wordt bedoeld met fonologisch kortetermijngeheugen? Wat zijn enkele bevindingen met betrekking tot de capaciteit ervan?

- Fonologisch kortetermijngeheugen is hetzelfde als verbaal werkgeheugen.
- Capaciteit wordt vaak getest met geheugentests, zoals span-test met getallen.
- Verminderde cijfercapaciteit geassocieerd met problemen bij leren van nieuwe woorden.
- Capaciteitsbereik is ongeveer zeven items, plus of min twee (5 tot 9).

Op welke rol van de hippocampus wijzen problemen met het kortetermijngeheugen mogelijk?

- Problemen met het onthouden van driedimensionale grootschalige taferelen wijzen mogelijk op een belangrijke rol van de hippocampus bij het verwerken van ruimtelijke omgevingen.
- Deze rol kan gescheiden zijn van andere geheugenfuncties volgens sommige argumenten.

Van welke dieren zijn de meeste bewijzen afkomstig voor de hypothese dat de hippocampus een ruimtelijke omgevingskaart bevat?

- Meeste bewijs van onderzoek naar ratten
- Waarschijnlijk ook aanwezig bij mensen (en primaten)
- Functionele beeldvorming en laesiestudies tonen aan

Hoe worden valse herinneringen geactiveerd tijdens een onderzoek waarbij deelnemers lijsten met woorden lezen?

- Deelnemers horen semantisch gerelateerde woorden en beweren niet-gehoorde woorden te herinneren.
- Ze attribueren deze herinneringservaring aan valse herkenning en vertrouwdheid.
- Mogelijk wordt het niet-gehoorde woord geactiveerd via een semantisch netwerk.

Hoe beïnvloeden fonologische kenmerken de capaciteitsbeperking van het fonologisch kortetermijngeheugen?

- Capaciteit vermindert bij meerdere lettergrepen of fonologisch vergelijkbare woorden.
- Geheugenbereik lager bij woorden met meerdere lettergrepen of fonologische overeenkomsten.
- Capaciteit wordt beïnvloed door fonologische kenmerken van de stimulus.

Wat tonen functionele beeldvorming en laesiestudies bij mensen aan over de hippocampus?

- Hippocampus slaat grootschalige allocentrische kaarten op
- Meer gelateraliseerd bij mensen dan bij ratten
- Rechterkant belangrijk voor ruimtelijk geheugen, linkerkant voor details van de context

Welke verschillen in hersenactiviteit zijn er bij werkelijke en valse herinneringen?

- Bij werkelijke herinneringen is er contralaterale ERP-activiteit bij woorden aan linker- of rechterkant.
- Bij valse herinneringen wordt dit niet waargenomen.
- In fMRI-onderzoek is er activiteit in vroege visuele gebieden bij werkelijke herinneringen, niet bij valse.

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de mediotemporale kwabben bij het ondersteunen van declaratief geheugen?

- Hippocampus: gekoppeld aan contextuele associaties
- Perirhinale cortex: gekoppeld aan objectgeheugen
- Entorhinale cortex: gekoppeld aan gistgeheugen
- Parahippocampale cortex: gekoppeld aan scènegeheugen

Wat zijn de twee componenten die Baddeley ziet als noodzakelijk voor geheugentaken in het fonologisch kortetermijngeheugen?

- Fonologische opslag en herhalingsmechanisme.
- Opslag- en repetitiemechanisme vormen de "fonologische lus" of "articulatoire lus".
- Componenten berusten op subvocale articulatie voor vernieuwing van geheugen.

Wat is het verschil in reactie van menselijke plaatscellen in vergelijking met knaagdieren?

- Menselijke plaatscellen reageren niet alleen op fysieke locaties, maar ook op mentale
- Knaagdier plaatscellen reageren voornamelijk op fysieke locaties

Waarom gebruiken proefpersonen het zintuiglijke signaal niet om valse herinneringen te voorkomen?

- Mogelijk ligt het verschil tussen werkelijke en valse herinneringen in impliciete geheugensystemen.
- Deze systemen dragen weinig bij aan een bewuste evaluatie van herinneringen.

Waarom kan vergeten optreden bij het coderen of consolidatie van informatie?

- Vergeten kan optreden door oppervlakkige verwerking bij coderen en / of gebrek aan consolidatie

Wat wordt bedoeld met visuo-ruimtelijk kortetermijngeheugen en hoe werkt de capaciteit ervan?

- Beperkte capaciteit voor visuo-ruimtelijke informatie, vergelijkbaar met fonologische informatie.
- Geheugen neemt af bij meer dan vier items.
- Combinaties van verschillende items kunnen beter worden onthouden dan individuele items.
- Capaciteitsbeperking gerelateerd aan visuele objecten of locaties, niet kenmerken.

Welk onderscheid hebben sommige onderzoekers gemaakt tussen de afzonderlijke functies van verschillende delen van de laterale frontale kwab?

- De ventrolaterale cortex (VLFC) is als een specifiek deel geïdentificeerd.
- Er is onderscheid gemaakt met de dorsolaterale cortex (DLFC).
- De anterieure frontale cortex (AFC) is ook als een unieke zone herkend.
- Deze indeling suggereert verschillende functies voor elk van deze gebieden in de laterale frontale kwab.

Welke rol spelen de laterale frontale kwabben bij geheugenprocessen?

- Belangrijke rol bij het bijhouden van informatie in het werkgeheugen, selecteren van focusinformatie, geheugenherinnering en evaluatie van herinneringen

Wat is de neurale grondslag van visuo-ruimtelijke kortetermijngeheugen?

- Activiteit in hersengebieden betrokken bij waarneming van objecten
- Specifieke activiteit bij onthouden van objecten zoals gezichten of plaatsen
- Activiteit in delen van ventrale stroom gespecialiseerd in waarnemen van gezichten en plaatsen
- Ondersteuning van idee dat werkgeheugen en langetermijngeheugen niet volledig verschillen
- Verklaring voor capaciteitsbeperkingen: meer items -> meer interferentie en lagere precisie
- Functionele verbindingen met frontale en pariëtale gebieden tijdens onthouden
- Belang van gebieden in achterste pariëtale cortex voor visuo-ruimtelijke aandacht

Welke argumenten worden gepresenteerd met betrekking tot het vermogen van amnesische patiënten om oude buurten te navigeren?

- Amnesische patiënten kunnen oude buurten nog steeds navigeren
- Moeite met navigeren in nieuwe buurten
- Argument voor standaard consolidatiemodel

Wat wordt geassocieerd met de ventrolaterale prefrontale cortex in termen van geheugencodering?

- Coderen van langetermijngeheugen
- Selecteren en onderhouden van informatie in werkgeheugen
- Voorspellen van herinnering of vergetelheid
- Geassocieerd met niveaus van verwerking
- Belang van linkerhersenhelft bij verbale codering
- Belang van rechterhersenhelft bij foto's of gezichten

Hoe tonen onderzoeken met fMRI het belang van gebieden in de achterste pariëtale cortex?

- Belang van achterste pariëtale cortex bij visuo-ruimtelijke aandacht
- Activiteit in deze gebieden tijdens onthouden van visuele informatie
- Visuo-ruimtelijke aandacht bevordert kortetermijngeheugenprocessen
- Ondersteuning van verband tussen aandachtsmechanismen en geheugenfuncties
- Focussen op specifieke aspecten van visuele informatie in kortetermijngeheugen

Waarom leken amnesiepatiënten aanvankelijk hun woordenschat en kennis van de wereld te behouden?

- Semantisch geheugen wordt gezien als intact omdat oudere kennis behouden blijft.
- Vroege verwerving van semantische kennis speelt een cruciale rol.
- Bewijs toont aan dat eerder aangeleerde semantische feiten behouden blijven.

Wat zijn gridcellen en wat is hun functie in de entorinale cortex bij ratten?

- Cellen die vuren op bepaalde plaatsen, maar dan op meerdere locaties in een herhalende patroonstructuur
- Mogelijk maken van verbindingen tussen visuo-ruimtelijke en locomotief ruimtelijke signalen

Welke impact heeft de aandacht voor verbale en non-verbale stimuli op de prefrontale activiteit?

- Bij verbale stimuli (linker afbeelding) toont de linker prefrontale cortex een hoger % signaalverandering dan de rechter.
- Bij non-verbale stimuli (middelste en rechter afbeelding) is er een meer gebalanceerde activiteit tussen linker en rechter prefrontale cortex.
- De grafiek toont dat de linker prefrontale cortex de hoogste activiteit vertoont bij verbale stimuli, en een lagere activiteit bij non-verbale stimuli.
- De rechter prefrontale cortex toont een consistent lagere activiteit bij verbale stimuli in vergelijking met non-verbale stimuli.

Wat zijn de hoofdcomponenten van het langetermijngeheugen zoals weergegeven?

- Declaratief geheugen (expliciet geheugen)
- Episodisch geheugen: specifieke persoonlijke ervaringen van een bepaald moment en plaats
- Semantisch geheugen: wereldkennis, objectkennis, taalkennis, conceptuele priming
- Niet-declaratief geheugen (impliciet geheugen)
- Procedureel geheugen: vaardigheden (motorisch en cognitief)
- Perceptueel representatiesysteem: perceptuele priming
- Klassieke conditionering: geconditioneerde reacties tussen twee stimuli
- Niet-associatief leren: habituatie, sensitisatie

Wat kunnen amnesiepatiënten in de anterograde tijd misschien niet?

- Niet alle patiënten kunnen mogelijk nieuwe woorden aanleren.
- Semantisch geheugen kan minder kwetsbaar zijn en getraind worden door herhaling.
- Nieuwe semantische herinneringen kunnen in een trager tempo worden verworven.

Wat is de functie van het parahippocampale complex en de peririnale cortex?

- Bewijs geleverd voor bijdrage aan oriëntatie in ruimtelijke omgevingen
- Specificiteit bij het verwerken van informatie

Waar is de dorsolaterale prefrontale cortex van belang voor?

- Manipuleren van informatie in het werkgeheugen
- Activatie samen met ventrolaterale PFC bij gestructureerde versus ongestructureerde cijferreeksen
- Voorspelling van semantische clustering tijdens vrije recall bij coderen van woorden
- Voorspelling van langetermijngeheugen voor opnieuw gerangschikte items na opnieuw ordenen

Is de verhoging van grijze massa in de hersenen gerelateerd aan het besturen van een taxi?

- Nee, er is geen direct bewijs dat het besturen van een taxi de grijze massa verhoogt

Wat is monitoring volgens Fletcher en Henson (2001)? En welke hersenhelft is betrokken bij dit proces?

- Monitoring is het evalueren van gehaalde informatie uit het langetermijngeheugen
- De dorsolaterale PFC, vooral in de rechterhersenhelft, is hierbij betrokken

Welke subdomeinen vormen het niet-declaratief geheugen?

- Procedureel geheugen: geheugen voor vaardigheden, zoals fietsen.
- Perceptuele representatiesystemen: gebruikt voor waarnemen van geluiden, woorden of objecten.
- Conditionering: een ander subdomein van niet-declaratief geheugen.

Hoe beschouwt Tulving geheugenverlies bij amnesiepatiënten voornamelijk?

- Tulving ziet geheugenverlies vooral als een probleem van het episodisch geheugen.
- Er is echter ook sprake van semantisch geheugenverlies, vooral na laesies in de hippocampus.
- Nieuwe semantische herinneringen kunnen worden gevormd door leren dat niet afhankelijk is van de hippocampus.

Wat is "The Knowledge" examen voor Londense taxichauffeurs en wat heeft onderzoek aangetoond over het grijze stofvolume van taxichauffeurs?

- "The Knowledge" examen:
- Kandidaten krijgen twee locaties in de stad en moeten een route bedenken
- Onderzoek door Maguire:
- Groter grijze stofvolume in rechter hippocampus van taxichauffeurs
- Volume groter dan bij IQ-gematchte individuen
- Mogelijke relatie tussen beroepskeuze en ruimtelijk geheugen/hersengrootte

Wat houdt semantisch geheugen in?

- Betreft conceptuele kennis van de wereld, zoals kennis van mensen, plaatsen, betekenis van objecten en woorden.
- Bevat cultureel gedeelde kennis.

Hoe wordt amnesie gezien in termen van tekorten in het declaratief geheugen?

- Amnesie wordt gezien als een tekort in het declaratief geheugen.
- Nieuwe semantische herinneringen kunnen worden gevormd door herhalend leren buiten de hippocampus.
- Verklaringen van amnesie vereisen een beschrijving van de functie en onderliggende mechanismen.

Wat houdt de expliciete geheugentests in en welke tests worden gebruikt voor herkenning en herinnering?

- Expliciete geheugentests:
- Tests voor herkenning (recognition memory) en herinnering (recall)
- Herinneringstests:
- Vrije herinnering, seriële terugroepactie, cued recall
- Herkenningsgeheugentests:
- Single probe-herkenning, gedwongen keuzeherkenning
- Resultaten:
- Resultaten beter bij herkenningstests dan bij herinneringstests

Hoe wordt amnesie mechanistisch verklaard?

- Amnesie kan worden gezien als een tekort aan consolidatie, het proces waarbij hersenactiviteit structurele veranderingen induceert.
- Niet-geconsolideerde herinneringen gaan mogelijk verloren na een laesie aan de hippocampus.
- Amnesie beïnvloedt zowel nieuw leren als retrograad geheugenverlies.

Wat suggereert het verband tussen de hoeveelheid tijd die taxichauffeurs in hun baan doorbrengen en het volume van een specifieke hersenregio?

- Verband tussen tijd in baan en volume:
- Regio (rechter hippocampus) kan uitbreiden met gebruik
- Onderzoek pleit tegen:
- Een aangeboren aanleg die beroepskeuze beïnvloedt

Waarvoor is de hippocampus (en mediale temporale kwabben) naast consolidatie van geheugen nog meer van belang?

- Permanente opslag van bepaalde geheugensoorten
- Verwerken van specifieke informatie voor declaratief geheugen
- Mogelijk belangrijk voor contextuele aanwijzingen zoals tijd en plaats
- Ondersteuning van ruimtelijke verwerking en oriëntatie in de omgeving

Wat zijn de twee mechanismen die Mandler onderscheidt binnen herkenningsgeheugen en hoe worden ze geassocieerd met verschillende gevoelens?

- Mechanismen binnen herkenningsgeheugen:
- Familiariteit/vertrouwdheid (contextonafhankelijk)
- Herinnering (recollection) (contextafhankelijk)
- Associatie met gevoelens:
- Familiariteit/vertrouwdheid: item komt bekend voor
- Herinnering/recollection: contextuele details uit persoonlijk verleden

Wat wordt bedoeld met het eerstepersoonskenmerk van episodisch geheugen?

- Herinneringen betrekken zichzelf als waarnemer/deelnemer
- Bekend als autobiografisch geheugen

Waarom is het belangrijk om rekening te houden met zowel het leren als het geheugen van mensen met geheugenverlies?

- Onderscheiden van wat ze zich kunnen herinneren en niet
- Ondersteunt beeld van meerdere geheugensystemen in de hersenen
- Declaratieve geheugen vooral beïnvloed
- Episodische herinneringen bevatten rijke contextuele details

Wat wordt bedoeld met "mentale tijdreizen" bij herinnering en welke soort informatie betreft dit?

- "Mentale tijdreizen" bij herinnering:
- Ook bekend als recollection
- Inhoud: contextuele details in persoonlijk verleden

Welke rol spelen de mediale temporale kwabben, inclusief de hippocampus, bij het verbinden van contextuele details in het geheugen?

- Verbinding van contextuele details
- Geconsolideerd in de loop van de tijd
- Rol bij herinneringen en interactie met andere hersengebieden

Waarom worden recall-tests vaak gezien als afhankelijk van recollection/herinnering en welke associatie hebben ze met familiariteit/vertrouwdheid?

- Recall-tests afhankelijk van recollection/herinnering omdat:
- Inhoud teruggeroepen moet worden
- Associatie met familiariteit/vertrouwdheid:
- Recall-tests ondersteunen recollection/herinnering en familiariteit

Wat kunnen we verwachten met betrekking tot familiariteit en recognition memory bij patiënten met amnesie?

- Meeste patiënten hebben schade aan meerdere gebieden in en rond mediale temporaalkwabben
- Bij schade aan specifiek de hippocampus kan recollection aangetast zijn
- Sommigen zien familiariteit en recollection als verschillende processen
- Studies ondersteunen (deels) scheidbare neurale processen

Hoe wordt geheugenverlies normaal weergegeven in termen van anterograde en retrograde geheugen beperkingen?

- Geheugenverlies omvat over het algemeen een ernstige verstoring in het anterograde geheugen.
- Er is sprake van een meer variabele beperking in het retrograde geheugen.
- De mate van beperking wordt symbolisch weergegeven door een schaduw.

Wat is het proces van consolidatie en wat houdt het in voor het geheugen?

- Toename van kans op vuur in postsynaptisch neuron
- Reactie op vrijgegeven neurotransmitters in presynaptische neuronen
- Long-term potentiation (LTP) voor verandering in reactiviteit
- Snelle en langzame consolidatieprocessen

Waar staat de perirhinale cortex om bekend volgens het model van Eichenbaum et al. (2007)?

- De perirhinale cortex is betrokken bij de verwerking van itemrepresentaties.
- Deze is belangrijk voor het gevoel van vertrouwdheid met objecten.

Wat suggereert functionele beeldvorming over de betrokkenheid van de orbitofrontale cortex bij geheugen?

- Betrokken bij succesvolle codering van temporele context
- Niet noodzakelijkerwijs betrokken bij het ophalen ervan

Wat houdt de wet van Ribot in met betrekking tot het ophalen van herinneringen en hoe wordt dit verschijnsel verklaard door de consolidatietheorie?

- De wet van Ribot stelt dat herinneringen aan gebeurtenissen uit een ver verleden makkelijker op te roepen zijn dan recentere herinneringen.
- De consolidatietheorie verklaart dit door aan te nemen dat oudere gebeurtenissen beter geconsolideerd zijn en minder afhankelijk zijn van de hippocampus.
- Naarmate de tijd verstrijkt, verplaatsen herinneringen zich van de hippocampus naar cortexgebieden.
- De hippocampus zendt synaptische boodschappen naar neocorticale neuronen die de consolidatie binnen de neocortex ondersteunen.
- Het exacte mechanisme achter dit proces van herinneringsconsolidatie en de rol van de hippocampus is nog onderwerp van onderzoek.

Welke functie wordt toegeschreven aan de parahippocampale cortex in het model van Eichenbaum et al. (2007)?

- De parahippocampale cortex verwerkt contextuele informatie.
- De cortex is ook betrokken bij scèneperceptie.

Wat is het mogelijke mechanisme voor de overdracht van informatie van de hippocampus naar de neocortex in het geheugenconsolidatieproces? Beschrijf het in detail.

- De hippocampus stuurt synaptische berichten naar neocorticale neuronen
- Neocortex bevordert consolidatiemechanismen
- Herhalen van herinneringen tijdens slaap/ontspannen waakzaamheid is betrokken
- Activiteitspatronen in hippocampus en visuele cortex worden opnieuw geactiveerd tijdens slaapfasen

Wat zijn de belangrijkste bevindingen die wijzen op de overdracht van declaratief geheugen van de hippocampus naar de neocortex? Geef voorbeelden.

- McClelland's model: trage overdracht om interferentie te voorkomen
- Patiënten met semantische dementie tonen omgekeerde temporele gradiënt
- Recent geheugen beter bewaard bij intacte hippocampus, terwijl oudere geheugen verloren gaat bij schade
- Standaard consolidatiemodel maakt geen onderscheid tussen episodische en semantische herinneringen

Wat is de rol van de entorhinale cortex in het model van Eichenbaum et al. (2007)?

- Hoewel niet direct gespecificeerd in de tekst, is de entorhinale cortex verbonden met zowel de perirhinale als de parahippocampale cortex en de hippocampus, wat impliceert dat deze een integratieve rol speelt in het verwerken van informatie.

Wat suggereert het model van McClelland over de transfer van informatie van de hippocampus naar de neocortex in het geheugenconsolidatieproces?

- Hippocampus leert snel, neocortex integreert geleidelijk
- Direct toevoegen nieuwe herinnering verstoort oude herinneringen (catastrofale interferentie)
- Informatie wordt langzaam overgedragen om interferentie te voorkomen

Welke rol speelt de entorinale cortex bij het verwerven van semantisch geheugen in relatie tot het consolidatiemodel van hippocampus naar neocortex?

- Entorinale cortex fungeert als toegangspoort tussen hippocampus en neocortex
- Ondersteunt het verwerven van semantisch geheugen
- Andere structuren in mediale temporaalkwab spelen ook rol

Hoe kan het "herhalen" van herinneringen tijdens slaap bijdragen aan het proces van overdracht van informatie van de hippocampus naar de neocortex in het geheugenconsolidatieproces?

- Herinneringen herhaald tijdens slaap activeren activiteitspatronen in hippocampus en visuele cortex
- Patronen worden opnieuw geactiveerd in dezelfde temporele volgorde
- Draagt bij aan koppeling van verschillende aspecten van het geheugenspoor in corticocorticaal netwerk

Het herinnerende brein

103 belangrijke vragen over Het herinnerende brein