Samenvatting

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van samenvatting

• 1 wat is forensische taalkunde?

  Dit is een preview. Er zijn 44 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• wat zijn de deelgebieden van de forensische linguïstiek?

  1. juridisch taalgebruik: hoe verhoud de juridische taal zich tot te taal van leken. 
  2. taal in de rechtgang: hoe verhoudt een pv zich tot het authentieke politieverhoor? welke veranderingen treden er op tijdens het opstellen van een schriftelijk getuigenverklaring?
  3. taal als bewijs: is deze tekst een oorspronkelijke tekst of is hij geplagieerd?

• welke drie doelen heeft forensische taalkundig onderzoek?

  1. vergroten fundamentele kennis van taalwetenschap: processen/taalgebruik beter begrijpen en beschrijven
  2. inzicht bieden/advieswinning/scholing: bijv. aan rechters/agenten/advocaten
  3. bijdragen leveren aan de bewijsvoering van een zaak: door middel van het opstellen van een adviesrapport. 

• wat zei Swartvit over het nut van FL?

  1. Linguïstiek kan een directe bijdragen leveren aan de samenleving. 
  2. FL belicht onze huidige inadequate kennis over hoe de taal gebruikt wordt in sommige situaties. 

• taalkunde kan worden opgesplitst in twee kenmerken. welke zijn dit?

  1. vorm: fonetiek, fonologie, morfologie, lexicaal, syntax, semantiek
  2. functie: pragmatiek en discourse

• welke twee taalkundige functies zijn er?

  1. pragmatiek: de bedoelde betekenis
  2. discourse: betekenis van de uiting in de grotere context. 

• een taal bestaat uit 2 type soorten gleuiden

  1. segmental sounds
  2. suprasegmental sound

• wat is het verschil tussen de fonetiek en de fonologie?

  de fonetiek onderzoekt de feitelijke realisering van de klank 
  de fonologie onderzoekt het klanksysteem van de staal. 

• noem 4 kenmerken van institutionele interactie

  1. asymmetrische 
  2. de institutionele spreker bepaalt de richting en controleert het gesprek
  3. de institutionele doelen worden nagestreefd
  4. er wordt een andere vorm van beleefdheid gehanteerd. 

• welke kenmerken heeft een institutioneel gesprek/document?

  1. goal orientations =gefocust op het te bereiken institutionele doel
  2. begrenzingen op de toegestane bijdragen
  3. gebruik maken van infertiele kaders

• wat is het probleem van de gedeelde kennis?

  veel vragen zijn vragen waar men het antwoord al op weet. dit zorgt voor ene gekke interactie bijv. bij een politie verhoor. deze interactie is vergelijkbaar met docent-student/vader-kind relatie.