Samenvatting Cdp

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van samenvatting CDP

  • 1 week 1: hc en werkgroep 1

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • wat wordt er bedoelt met de instrumentaliteit van het recht?

    het recht is een instrument van de overheid om problemen te kunnen oplossen en beheersen.
  • tussen instrumentaliteit en rechtsbescherming bestaat er een spanning. waarom is dit?

    de instrumentele kant van het recht ziet recht als een instrument voor de overheid. de overheid kan het recht gebruiken om zichzelf en haar burgers te beschermen tegen inbreuken hiervan en tegen andere problemen. 
    de rechtsbescherming van het recht is de bescherming die het recht de burgers bied. hiermee worden bijvoorbeeld de grondwetten en fundamentele vrijheden bedoelt. dit is dus de bescherming van de burgers tegenover de overheid. doordat instrumentaliteit en rechtsbescherming ieder de kant van een andere partij rekken bestaat er een spanning tussen deze twee.  
  • wat zijn de basisfuncties van de rechtsorde?

    1. rechtszekerheid
    2. rechtsvaardigheid
    3. doelmatigheid
  • er bestaat een spanning tussen doelmatigheid en rechtszekerheid/rechtsvaardigheid. leg deze uit.

    een voorbeeld zou zijn het martelen van terroristen voor informatie. dit beschadigt de rechtvaardigheid en rechtszekerheid maar is in strekking met de doelmatigheid.
  • er is een spanning tussen rechtvaardigheid en de rechtzekerheid/doelmatigheid. leg deze uit

    een voorbeeld hiervan is het repareren en vergelden van historische onrecht. bijvoorbeeld gestolen schilderijen tijdens de tweede wereldoorlog. de huidige eigenaren zijn al 60 jaar eigenaar. opeens vind men dat het terug moet naar de joden. de huidige eigenaren hebben het gevoel alsof hun bezit wordt afgenomen.
  • welke methode van rechtsvinding en basisfuncties kan je gebruiken om te verklaren wat recht precies is?

    1. rechtspositivisme
    2. natuurrecht & constructivisme
    3. juridische pragmatisme
  • wat is het verschil tussen rechtspositivisten en natuurrecht-aanhangers?

    het rechtspositivisme is een maatstaf waaraan je het positieve toets. het positieve recht is al het recht dat door mensen gemaakt is. voldoe je hier niet aan dan is er geen geldend recht meer. de rechtszekerheid staat hier centraal. 
    het natuurrecht stelt de rechtvaardigheid centraal. de gelding van het recht wordt vergeleken met de overeenkomst met het natuurrecht. komt het niet overeen dan is het niet rechtvaardig en dus ook niet geldig. `
  • wat is het juridische paradigma?

    het juridische paradigma kijkt naar de bedoeling van de wet. recht is wat rechter doen op basis van hun common sense. recht is niet wat er in de wet staat -> recht is wat je waarneemt wat de rechters doen. hoe wordt het toegepast?
    doelmatigheid in het recht = wat doen de rechters er mee?
  • 1.1 Lon L. Fuller: The case of the speluncean explorers

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • 4 rechtsfilosofen moeten zich buigen over de zaak. op welk juridisch paradigma basseren zij ieder hun antwoord?

    • Foster = aanhanger van het natuurrecht. zijn eerste argument is daarom natuurlijkrechterlijk terwijl zijn tweede argument constructivistisch is. hij vind de rechtsvaardigheid dus het belangrijkst. 
    • keen = aanhanger van het rechtspositivisme. hij passeert zijn antwoord dus op de rechtszekerheid. 
    • Tatting = geef geen duidelijke eigen mening. hij geeft commentaar op foster. 
    • Handy = benadrukt het juridisch pragmatisme. hij vind de doelmatigheid van de wet dus het belangrijkst. 
  • welk commentaar heeft Tatting op Foster?

    Tatting geeft drie argumenten om te onderbouwen waarom foster geen gelijk heeft:
    1. het plicht om niet te doden kan men niet zomaar opzij zetten. de man heeft afgezien van de afspraak dus hij stond weer buiten deze universele regel. 
    2. als het om zulke bijzondere omstandigheden gaat, hoe kan een gewone  rechter hier dan over beslissen?
    3. naar het doel afschrikking heb je nog veel meer doelen. bijvoorbeeld het doel vergelding. de rechtsorde is geschokt dus er moet iets tegen over het genomen leven komen te staan. 

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart