Communicatie & structuur 3B
6 belangrijke vragen over Communicatie & structuur 3B
Cliënt schetst onoplosbaarheid van het probleem --)
- ‘ik merk inderdaad dat ik je niet kan helpen.’
Axioma 4, communicatie verloopt zowel digitaal als analoog
- - Digitale communicatie -> berust op afspraken en logica (bijv: betekenis van een woord).
- - Analoge communicatie -> beelden, geuren, geluiden, de context; rijk en veelomvattend.
Axioma 5, symmetrische en complementaire communicatie
Interacties verlopen symmetrisch (a) of complementair (b).
o A: gedrag wordt beantwoord met ongeveer hetzelfde gedrag via overleg of discussie. Voorbeeld: de een stelt iets voor, de
ander doet een tegenvoorstel. (Negatief: symmetrische
escalatie).
o Gedrag wordt beantwoord met complementair gedrag.
Voorbeeld: de een doet een voorstel, de ander gaat akkoord. De een onderwijst, de ander ontvangt het onderricht (negatief: complementaire verstarring).
- Ideaal: flexibele afwisseling van symmetrische en complementaire relatiepatronen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Kruispuntdenken (Wekker & Lutz, 2001) ->
uit van verschillende sociale categorieën en vormen nooit een
doelgroep.
Centrale concepten groepen
- doelgroep
- kruispunt denken
- cultuur
- Individualistische of collectivistische culturen.
Levensfase- of normatieve modellen (individuele ontwikkeling)
o Freud’s model over psychoseksuele ontwikkeling.
o Erikson’s model over de psychosociale ontwikkeling.
o Kohlberg’s model over morele ontwikkeling.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden