Startpagina / Samenvattingen / Samenvatting / membraan-target-vesicle

Celcompartimenten - hoe vind de vesicle de juiste target membraan

4 belangrijke vragen over Celcompartimenten - hoe vind de vesicle de juiste target membraan

Hoe vindt de vesicle de juiste target membraan?

Op een blaasje zitten eiwitten die helpen richting te geven om naar de target membraan toe te bewegen.
op de membraan van het target eiwit zit Rab-GTP, die heeft een soort lipide anker die hij uit kan strekken en dan maakt die contact met het blaasje
om op lange afstand een interactie aan te gaan is het Rab effector eiwit nodig.
Het Rab effector eiwit hengelt het blaasje dan naar zich toe en dit nomen we TETHERING (interactie op lange afstand)

Hoe wordt er gezorgd dat de vesicle naar de target membraan toe te krijgen?

Om naar de membraan toe te buigen heeft de vesicle hulp nodig van v-snare eiwittien (v voor vesicle), er zitten ook SNARE eiwitten op de target membraan > t-SNARE (t voor target).
De t en v snaren wikkelen zich in elkaar, waardoor het blaasje steeds dichter naar de membraan wordt toe getrokken > DOCKING

Hoe kunnen membranen met elkaar versmelten?

Doordat t-SNARE en v-SNARE eiwitten dicht tegen elkaar aan komen te liggen wordt H2O verdreven en dan hebben de fosfolipiden een hydrofobe omgeving waarin ze kunnen rangschikken en zo kunnen de membranen versmelten.

Hoe wordt er gezorgd dat de v en t SNARES van elkaar komen op de membraan?

NSF zorgt door ATP hydrolyse voor het ontrafelen van het complex.
De t SNARE's blijven zitten en de v-SNARE's moeten worden terug getransporteerd naar waar ze vandaan kwamen door COP 1 blaasjes.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Samenvatting

Bekijk samenvatting