Berechting - het rechterlijk beslissingsschema
6 belangrijke vragen over Berechting - het rechterlijk beslissingsschema
Het doorlopen van het beslissingschema leidt tot een einduitspraak (art 138 sv) en in beginsel een einde aan vervolging.
De wet geeft de soorten einduitspraken die mogelijk zijn aan in art 349 lid 1, 351 en 352 sv;
- Nietigheid van de dagvaardiging;
- Onbevoegdheid van de rechter;
- Niet-ontvankelijk zijn OvJ;
- Schorsing van de vervolging;
- Vrijspraak;
- Ontslag van alle rechtsvervolging (OVAR);
- Veroordeling (ofwel; schuldigverklaring)
Eerste formele vraag;
"Geldigheid van de dagvaarding'
Om geldig te zijn moet een dagvaarding aan een aantal eisen voldoen:
- Externe eisen/betekeningsvoorschriften
- Interne eisen/de eisen van artikel 261 sv
Wat wordt bedoeld met de interne eisen/eisen art 261 sv (mbt geldigheid dagvaarding)?
Art 261 sv stelt een aantal mimimu eisen aan de tenlastelegging
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Art 261 sv stelt een aantal mimimu eisen aan de tenlastelegging:
- Feit;
- Tijd;
- Plaats;
- Wettelijke voorschriften;
- Omstandigheden;
Wat is partiële nietigheid?
De tweede formele rechtvraag;
Bevoegdheid van de rechter
De vraag naar de competentie van de rechter; welke rechter is bevoegd kennis te nemen van de zaak?
Er wordt hierbij een onderderscheid gemaakt tussen;
- Absolute competentie
- Relatieve competentie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden