1 A NATOMIE EN FYSIOLOGIE

19 belangrijke vragen over 1 A NATOMIE EN FYSIOLOGIE


De lens wordt omhuld door een lenskapsel die is verbonden met de zonula ciliaris aan het corpus ciliare. Wat gebeurt er met de lens bij contractie van de m. ciliaris?

Bij contractie van de m. ciliaris wordt de diameter van de ring kleiner waardoor de  zonaal slap komen te hangen en de lens boller wordt.

Wat is het eiwitgehalte van de lens?

Het eiwitgehalte van de lens bedraagt 35%.

Wat zijn de hoofdcomponenten van de oogleden en hun functies?

Buitenblad:
  • Huid
  • Bindweefsel
  • Dwarsgestreept spierweefsel.
    • M. orbicularis oculi: sluit de ogen.
    • M. levator palpebrae: trekt het bovenooglid op.
  • Wimpers (cilia): bescherming.

Binnenblad:
  • Tarsus: stevige bindweefselplaat met daarin de klieren van Meibom die talg produceren voor de lidrand en de traanfilm.
  • Conjunctiva: doorzichtig slijmvlies, bedekt de binnenzijde van het ooglid en zet zich voort over de voorzijde van de sclera tot aan de cornea.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de twee delen waaruit de traanklier bestaat?
Waar wordt traanvocht afgevoerd. Hoe heet dit punt?

De traanklier is opgebouwd uit de volgende delen:
  1. Bovenste orbitale deel
  2. Onderste palpebrale deel


Traanvocht wordt afgevoerd bij de mediale ooghoek.
Beide lidranden hebben een traanpuntje (punctum lacrimale).

Hoe wordt het traanvocht afgevoerd?
Waar ligt de traanzak?


Via de capillaire werking in de traankanaaltjes wordt traanvocht door het traanpuntje gezogen. Het komt in de traanzak terecht. Het traanvocht bereikt via het traanafvoerkanaal de neusholte.

De traanzak ligt buiten de orbita in de fossa sacci lacrimalis.

Wat zijn de functies van de traanfilm en wat zijn de drie lagen?

De traanfilm vervult meerdere essentiële functies:
  • Voeding van het cornea-epitheel.
  • De conjunctivae en de cornea vochtig houden.
  • Spoelen en desinfectie uitvoeren.
  • Optische eigenschappen verbeteren van de cornea.

De traanfilm bestaat uit drie lagen:
  1. Lipidenlaag: Stabilisator en vermindert verdamping door hydrofoob karakter.
  2. Waterlaag
  1. Mucinelaag: Zorgt dat de waterlaag blijft kleven.

Om de 20 seconde verdwijnt de traanfilm en wordt die ververst door een knipper.

Hoe wordt de orbita aan de voorzijde begrensd?
Waar grenst de orbita nog meer aan? Wat zijn kritieke gedeeltes?

Aan de voorzijde wordt de orbita begrensd door het septum orbitale.
Het septum orbitale strekt zich uit als een voortzetting van het periost in de oogleden.
De orbita grenst aan de neusbijholten waarvan de wanden relatief dun en kwetsbaar zijn.
Kritieke gedeeltes: orbitabodem boven sinus maxillaris en mediale wand naast ethmoïdcellen.

Hoe kunnen de verschillende oogspieren worden getest op hun hoofdfuncties in de klinische praktijk?

RS (Rectus Superior), OI (Obliquus Inferior), RI (Rectus Inferior), OS (Obliquus Superior): betrokken bij elevatie en depressie.
Uitgangspositie van de oogbol wordt gewijzigd voor de testen van elevatie en depressie.

RM en RL weer makkelijk.
RS en RI betrokken bij adductie dus test je als oog in abductie staat.
OS en OI betrokken bij abductie dus test je als oog in adductie staat.

Welke bloedvaten zijn verantwoordelijk voor de bloedvoorziening van de orbita, de retina, de uva en de sclera?
Hoe bereikt de a. carotis interna de orbita?

De bloedvoorziening van de orbita en het oog wordt voornamelijk verzorgd door:
A. ophthalmica (tak van a. carotis interna die via de canalis opticus de orbita bereikt)

A.centralis retinae (voor binnenste lagen van het netvlies, komt met de n. Opticus het oog binnen). Ook wordt de retina voorzien door de lamina choroidocapillaris (uit choroidea)

Ciliaire arteriën (voorziening van uvea en sclera)

Carotis interna --> opthalmica --> ciliaire arteriën (uvea en sclera) + centralis retinae (retina)
De retina wordt ook voorzien door de lamina choroidocapillaris.

Hoe wordt de bloedvoorziening van de sclera en cornea beschreven?

De sclera ontvangt bloed van:
1. ciliaire arteriën (beperkte bloedvoorziening)
De cornea heeft geen bloedvaten en is uitsluitend afhankelijk van:
2. diffusie van voedingsstoffen uit het omringende vocht.

Hoe wordt het bloed van de uvea afgevoerd?

Bijna al het bloed van de uvea wordt afgevoerd door:
Vier vv. vorticosae


Deze veneuze takken verlachten de oogbol achter de vier rechte oogspieren en draineren op de vv. ophthalmicae, die naar de sinus cavernosus leiden.

Welke zenuwen innerveren de uitwendige oogspieren en de m. levator palpebrae?

De uitwendige oogspieren en de m. levator palpebrae worden geïnnerveerd door:
n. oculomotorius
n. trochlearis
n. abducens

Deze zenuwen zijn verantwoordelijk voor de bewegingen en positie van het oog en heffen van het ooglid.

Hoe is de sensibele innervatie van de cornea en de oogleden georganiseerd?
Hoe verdeeld deze zenuw zich?

De sensibele innervatie van de cornea en de oogleden gaat via de n. ophthalmicus, een tak van n. trigeminus

Bij binnenkomst in de orbita verdeelt deze zenuw zich in:
  • n. frontalis
  • n. lacrimalis
  • n. nasociliaris

Wat transporteert zenuwprikkels vanaf de retina naar de hersenen?

Lichtprikkels vanaf de retina worden doorgegeven aan de hersenen door de n. opticus. Deze zenuw speelt een cruciale rol in het visuele systeem door signalen van het oog naar de hersenen te transporteren.

Wat zijn de functies van de aftakkingen van de n. ophthalmicus?

Binnen de orbita verdeelt de n. ophthalmicus zich in drie takken voor sensibele innervatie:
  • n. frontalis: innerveert voorhoofd en bovenooglied
  • n. lacrimalis: innerveert traanklier en bovenooglied
  • n. nasociliaris: innerveert oog en neusgebied

Welke structuren in de orbita worden autonoom geïnnerveerd?

Diverse structuren in de orbita hebben autonome innervatie. Deze omvatten:
Postganglionaire sympathische vezels die doelorganen bereiken via het ganglion ciliare of n. nasociliaris.


Parasympatische innervatie van de m. ciliaris en m. sphincter pupillae via n. oculomotorius en nn. ciliares breves.
Parasymatische innervatie van de glandula lacrimalis via n. facialis, n. zygomaticus en n. lacrimalis.

Beschrijf de route van de uitlopers van retinale ganglioncellen in het visuele systeem.

De uitlopers van de retinale ganglioncellen vormen de n. opticus.
Ze bewegen naar de punt van de orbita en passeren via het canalis opticus de schedelholte.
Beide oogzenuwen komen samen bij het chiasma opticum boven de sella turcica.
Vanaf het chiasma lopen de bundels naar de occipitale cortex.

Wat gebeurt er met de meeste vezels van de tractus opticus?
Wat vormen de zenuwvezels die afbuigen naar het colliculus superior en pretectale gebied?

De meeste vezels van de tractus opticus gaan naar het corpus geniculatum laterale en synapteren met het volgende neuron.


Een klein aantal zenuwvezels buigt af naar het colliculus superior en pretectale gebied.
Deze laatste vezels vormen het afferente deel van de pupilreflexbaan.

Hoe is de primaire visuele cortex georganiseerd?
Wat is de functie van de visuele associatiecortex?

In de primaire visuele cortex zijn de verschillende delen van de retina weergegeven.
De macula lutea correleert met een groot deel van de visuele cortex.
Er is enorme divergentie van verbindingen van kegeltjes van de fovea centralis, waarbij één kegeltje vele corticale cellen verbindt.


Buiten de primaire visuele cortex biedt de visuele associatiecortex ondersteuning bij:
  1. Perceptie van kleur.
  2. Perceptie van diepte.
  3. Herkenning en interpretatie van beelden.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo