Methoden van onderzoek - Fasen in wetenschappelijk onderzoek
7 belangrijke vragen over Methoden van onderzoek - Fasen in wetenschappelijk onderzoek
Wat is het zandlopermodel welke gebruikt wordt bij een scriptie?
1.Formuleren onderzoeksprobleem + onderzoeksvraag.
2.Hypothesen vormen.
3.Hoe hypothesen toetsen?
4.Dataverzameling en data-analyse.
5.Wat is uitkomst hypothese?
-Wat is antwoord op onderzoeksvraag?
Wat is Gap spotting en welke vormen zijn er?
1.Confusing spotting
=Antwoord vanuit eerder onderzoek nog niet eenduidig/duidelijk.
2.Neglect spotting
=Er is nog geen onderzoek gedaan naar onderwerp.
Overlooked areas: over het hoofd gezien.
Under-researched: te weinig bestudeerd
Lack of emperical support: gebrek aan empirisch bewijs
3.Application spotting
=zoeken naar nieuwe toepassing binnen bestaande literatuur.
Is blik nodig vanuit ander perspectief.
Wat is het onderscheid tussen fundamenteel en toegepast onderzoek?
Doel= kennis processen vergroten
Resulteert in: universele principes
Belangrijk voor: maatschappij algemeen
Context: door universiteiten
Keuze onderwerp: bepaald door onderzoeker
Flexibel tijdschema
-Toegepast onderzoek
Doel= probleem begrijpen
Resulteert in: oplossing probleem
Belangrijk voor: managers en organisaties
Context: door bedrijven en universiteiten
Keuze onderwerp: onderhandelen met initiator
Strak tijdschema
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is onderzoek en wat zijn de 3 kenmerken van onderzoek?
-3 kenmerken van onderzoek:
1.Duidelijk doel
2.Gegevens systematisch verzameld
3.Gegevens systematisch geinterpreteerd
Wat zijn de 4 factoren die de betrouwbaarheid kunnen aantasten?
=Deelnemers op andere situatie dan normaal gevraagd.
2.Subject-deelnemers vertekening
=Als deelnemers andere antwoorden geven.
3.Waarnemersfout
=Systematische fout door waarnemers
4.Waarnemersbias
=Als waarnemer eigen ideen in iterpretatie gegevens meeneemt.
Wat zijn de 5 factoren die de validiteit kunnen aantasten?
=Moment van onderzoek
2.Instrumentatie
=Verschillen in meet resultaat door verandering in meetinstrument zelf.
3.Mortaliteit
=Uitvallen van deelnemers onderzoek.
4.Maturatie
= Veranderingen die automatisch plaatsvinden in tijd.
5.Ambiguiteit= begrippen kan op verschillende manieren ebgrepen worden.
6.Testing= impact testen op meningen deelnemers.
Wat is wetenschappelijke integriteit en wat zijn de ethiek problemen?
Ethiek= correctheid van gedrag onderzoeker tov rechten deelnemer.
Ethiekproblemen:
-Privacy deelnemers
-Vrijwillige deelname
-Toestemming deelnemers
-Vertrouwlijkheid data en anonimiteit
-Reacties deelnemers
-Effect op deelnemers
-Gedrag en objectiviteit onderzoekers
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden