Startpagina / Samenvattingen / Samenvatting Stofwisseling I / insuline-glucose-fosfaat

Energiemetabolisme - Insulinesecretie

4 belangrijke vragen over Energiemetabolisme - Insulinesecretie

Wat zijn de twee fasen van insuline secretie?

Fase 1: Dit is de acute fase, omvat een snelle afgifte van voorgevromde insuline in blaasjes
Fase 2: Deze duur zolang als de bloedsuikerspiergel verhoogd is en er wordt zowel voorgevormde als nieuwgevormde insuline afgegeven

Volgens welk mechanisme bevorderd het hormoon insuline de glycogenese?

Insuline stimuleert glycogenese, doordat het glucokinase de omzetting van glucose naar glucose-6-fosfaat activeert. Glucose-6-fosfaat wordt vervolgens omgezet naar glucose-1-fosfaat.
Insuline stimuleert ook glycogeensynthase, dat deze glucose-1-fosfaat omzet in glycogeen.

Hoe reguleert insuline de opslag van vetzuren in adipocyten?

Insuline zorgt voor transport van GLUT-4 naar het plasmamembraan. Vervolgens kan glucose de cel in worden getransporteerd door GLUT-4. Insuline stimuleert ook de glycolyse wat leidt tot de productie van alfa-glycerolfosfaat.
Vervolgens zorgt insuline voor de vorming van TAG's, ontstaan uit alfa-glycerolfosfaat en vetzuren. TAG's esters van glycerol en drie vetzuren, kunnen vervolgens worden opgeslagen in de vetcellen.

Hoe werkt de signaaltransductie van glucagon en adrenaline?

1. Glucagon/adrenaline bindt aan de GPCR
2. Alpha-subunit wordt geactiveerd
3. Adencylcyclase wordt geactiveerd
4. ATP wordt cAMP
5. cAMP activeert PKA
6. PKA activeert fosfolipase kinases (zoals fosfolipase C)
7. Onder invloed van adrenaline ontstaat er een calciuminflux van buiten de cel naar binnen en / of calcium wordt vrijgemaakt binnen in de cel.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Samenvatting Stofwisseling I

Bekijk samenvatting