Samenvatting Studeren
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Samenvatting studeren
-
1 Introduction to management (h1 en h2)
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke 3 verschillende groepen onderscheid Mintzberg?
1. Informational/informationeel = verstand van zaken hebben
2. Interpersonal/interpersoonlijk = goed zijn met of tussen mensen
3. Decisional/besluitvormer = beslissingen kunnen nemen -
Waarom management studeren? Geef 3 redenen
1. Werkend in een organisatie moet je van toegevoegde waarde zijn om te overleven
2. Mensen doen aannames over hoe de managementrol moet worden ingevuld
3. Het geeft je voordelen als je: vragen kan stellen over aannames, context kan analyseren, alternatieven kan overwegen en grenzen kan herkennen. -
Wat houden de taken van het management in?
Planning: geeft richting aan het werk
Organising: middelen, tijd en mankracht op de juiste plekken inzetten
Leading: daadkracht en committering richting het doel
Controlling -
Waarom managementmodellen studeren? Geef 3 redenen
1. Managers handelen in overeenstemming met hun mentale idee van de situatie
2. Modellen versimpelen de realiteit, je krijgt meer inzicht en herkenbaarheid in het managementmodel
3. Kritisch denken helpt je bij het gebruiken van de modellen -
2 Environment (h3 en h4)
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Welke 4 omgevingsfactoren hebben invloed op de organisatie?
1. Internal environment
2. Competitive environment (Porter met 5 krachtenmodel)
3. General environment (DESTEP, PESTEL)
4 External environment
Macro-omgeving: niet beheersbaar en niet beïnvloedbaar
Meso-omgeving: niet beheersbaar maar wel beinvloedbaar -
Waar staat PESTEL voor? (internationaal)
Political = governments shape what businesses can do, businesses lobby to influence the government
Economic = goedkoper produceren, minder belasting betalen, consumer confidence
Social-cultural = meerdere culturen, demographic trends, family structures, consumer tastes
Technological = infrastructuur van een land op technologisch gebied, changing communications structure, new production technology
Environmental = beschikbare natuurlijke middelen als water, grond en olie
Legal = lokale wetten en regels, rechtssysteem van een land, employment & financial & business regulation -
Wat wordt er bedoeld met de bestaande rivaliteit tussen concurrenten (Porter)?
Grotere rivaliteit = minder winst
Rivaliteit stijgt als:
- many firms, but none dominant
- market growing slowly, so firms fight for share
- high fixed costs encourage overproduction
- loyalties -
Wat wordt er bedoeld met de onderhandelingspositie van leveranciers?
Grotere macht van leveranciers = minder winst voor de koper
De macht van de leveranciers is hoog als:
- buyer takes small percentage of sales
- few alternative products or suppliers available
- product a low percentage of buyer's costs, little incentive to seek alternatvies
- cost of switching suppliers is high -
Wat zegt Duncan over the perceptions of environments?
2 variables:
1. Degree of complexity = the number and similarity of factors that people consider in a decision
2. Degree of dynamism: the degree of which these factors remain the same or change
Results:
Simple-static environment:
- stabiliteit/stabiele organisatie
- niet veel nieuwkomers op de markt
- geen technologische doorbraken
- de benodigde informatie om een beslissing te nemen is vaak voor handen
Complex-dynamic environment:
- veel onzekerheden
- moet veel veranderlijke factoren in de gaten houden
- moeten vaak opereren met meerdere politieke, juridische en culturele systemen -
3 Planning (h7 en h8)
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Welke 4 decision-making models zijn er?
1. Computational strategy/rational model = duidelijke problemen en doelen, hoog zekerheidslevel, veel infromatie, rationele keuze maximaliseren opbrengsten
2. Judgemental strategy / incremental model = vage problemen en doelen, hoog onzekerheidslevel, weinig informatie, goed genoeg keuzes
3. Compromise strategy / political model = conflict over doelen, onzekerheid, verschillende meningen, onderhandelingen
4. Inspirational strategy/garbagae-can model = onafhankelijke doelen en oplossingen, dubbelzinnigheid, kosten en voordelen staan los van elkaar, toevallige samensteling keuzes
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden