Samenvatting Verdieping Ibr | N P Arzini LLB
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Samenvatting Verdieping IBR | N.P. Arzini LLB
-
1 Week 1
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke fictie is opgenomen in art. 7.2 lid 7 Wet IB?
De arbeidsplaatsfictie: een gedeeltelijk buiten Nederland vervulde dienstbetrekking wordt geacht geheel in Nederland te zijn uitgeoefend. -
Wat zijn de twee visies ten aanzien van de cv als fictieve onderneming ex art. 17a sub b Wet VPB?
1: de commandiet wordt belast o.g.v. het artikel2: art. 8 lid 3 jo. art. 18 Wet VPB bepalen dat de winst van de cv geacht wordt rechtstreeks te zijn genoten door de commandiet, die op grond van art. 17 lid 3 sub a Wet VPB een vaste inrichting heeft. -
Waarom is art. 17 lid 3 sub b Wet VPB aangepast?
Omdat het artikel in strijd was met het primaire EU-recht en de Moeder-dochterrichtlijn. -
Wat is bepaald in het arrest Hughes de Lasteyrie du Saillant (BNB 2004/258)?
De vrijheid van vestiging verzet zich tegen een regeling waarbij niet-gerealiseerde waardevermeerderingen worden belast bij emigratie van de belastingplichtige. -
Wat is bepaald in het arrest N (BNB 2007/22)?
De vrijheid van vestiging verzet zich tegen een regeling waarbij bij emigratie de waardeaangroei wordt belast, terwijl zekerheidstelling is vereist en geen rekening wordt gehouden met latere waardeverminderingen die niet door de lidstaat van ontvangst in aanmerking worden genomen. -
Àrtikel 17a, wet VPB bevat een aantal fictieve ondernemingen, welke zijn dit?
- Een in Nederland gelegen onroerende zaak
- Rechten op aandelen in de winst of medegerechtigdheid
- A.b.-schuldvorderingen
- Bestuurders- of commissariswerkzaamheden
- Werkzaamheden in het Noordzeewinningsgebied
-
Wat is er geregeld in artikel 17, lid 3, sub b?
Het regelt dat inkomsten uit aanmerkelijk belang bij een buitenlands belastingplichtige tot het Nederlands inkomen behoort wanneer voldaan is aan de voorwaarden.
Deze zijn: Dat het voornaamste doel of een der voornaamste doelen van het houden van het belang is het ontgaan van dividendbelasting of inkomstenbelasting bij een ander en het a.b. niet tot het vermogen van een onderneming behoort. -
2 Week 2
Dit is een preview. Er zijn 22 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Is het verschil tussen afrekening bij emigratie in de VPB (art. 15c jo. 15d Wet VPB) en in de IB (art. 3.60 jo. 3.61 Wet IB) in strijd met EU-recht?
Nee, in het arrest National Grid Indus is bepaalt dat deze belemmering is gerechtvaardigd. Direct afrekenen is echter disproportioneel. De belastingplichtige moet de mogelijkheid hebben om uitstel van betaling te krijgen tot het moment van realisatie van de stille reserves. -
Wordt bij immigratie een step-up verleend?
Ja, dit volgt uit het totaalwinstbegrip. Voor de aandeelhouder staat dit zelfs in de wet, ex art. 4.25 Wet IB. -
Hoe worden in het belastingverdragen conflicten tussen twee persoonlijke heffingsbeginselen opgelost?
Via art. 4 OMV: er is maar één staat waar iemand inwoner is.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden