Samenvatting Verdieping Vpb Nino

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 52 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Samenvatting Verdieping VPB Nino

  • 1 Week 1

    Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is bepaald in het arrest BNB 1956/244?

    Bij beloning van werknemers met aandelen gaat niets de vennootschap uit, het belang van de overige aandeelhouders verwatert slechts. Bij de vennootschap gebeurt niet veel en dus ligt dit in de kapitaalsfeer van de vennootschap en mag dit niet ten laste van de winst komen.
  • Er is een concernmaatschappij met moeder en dochter. De werknemers worden beloond met aandelen. Hoe werken de volgende zaken uit voor de VPB?1. Werknemer dochter krijgt van dochter aandelen in de dochter?2. Werknemer dochter krijgt van de moeder aandelen in de dochter?3. Werknemer dochter krijgt van de dochter aandelen in de moeder?4. Werknemer dochter krijgt van de moeder aandelen in de moeder?

    1. Moeder: Niets, dochter: geen aftrek op basis van artikel 10, lid 1, onderdeel j, Vpb
    2. Informele kapitaalstorting van de moeder in de dochter, geen aftrek op basis van artikel 10, lid 1, onderdeel j
    3. Geen aftrek ex. artikel 10, lid 1, onderdeel j, want de moeder is een verbonden lichaam
    4. Informele kapitaalstorting van moeder in dochter, geen aftrek op basis van artikel 10, lid 1, onderdeel j
  • Wat heeft de Hoge Raad beslist in BNB 2001/161 (Optieverplichting)

    De HR heeft in BNB 2001/161 beslist dat een optieverplichting lijkt op een aandelenverplichting en daardoor in de kapitaalsfeer van de vennootschap ligt. De waardemutaties van de opties beïnvloeden de resultaten van de vennootschap dus niet. Als een vennootschap aandelen inkoopt, worden deze aandelen geacht te zijn geamortiseerd.
  • Als aandelen worden ingekocht ter afdekking van een optieverplichting, zijn deze dan geamortiseerd of dienen ze te worden gewaardeerd als tijdelijke belegging? 

    Art. 10c Wet VPB is in dit kader van belang: dat zegt dat bij inkoop van aandelen om aan een optieverplichting te voldoen, die aandelen hebben te gelden als een tijdelijke belegging. Ze zijn niet geamortiseerd maar gelden als tijdelijke belegging. Dit is gedaan omdat bij amortisatie dividendelasting verschuldigd zou zijn.
  • Waar vind je de regeling ten aanzien van lucratieve belangen? Wat houdt deze globaal in?

    De regeling van lucratieve belangen staat in artikel 3.92b, wet IB en geldt bij een beloning voor werkzaamheden van de belastingplichtige of een verbonden persoon bestaande uit (a.) hefboomaandelen, (b.) winstdelende vorderingen, (c.) ratchets, (d.) met a., b. en c. samenhangende vorderingen en (e.) schulden met tegemoetkoming van kwijtschelding.
  • Hoe kun je aan de heffing over lucratieve belangen ontkomen? (Lees wat is een uitzondering)

    Artikel 3.95b, lid 5, wet IB: Als het dividend binnen één jaar wordt uitgekeerd aan de manager passen we de regel van het lucratieve belang niet toe. Dan volstaan we met de a.b.-winsten (belast tegen 25%). 
  • 2 Week 2

    Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het verschil tussen een claim enerzijds, en een convertible of warrant anderzijds?

    Een claim wordt toegekend aan de kapitaalverschaffer, dus de verschaffer van eigen vermogen. Een convertible of warrant aan verschaffers van vreemd vermogen.
  • Wat is een reverse convertible note?

    Dit is een obligatielening waarbij niet de vermogensverschaffer mag bepalen aan het einde van de looptijd of hij geld of aandelen wil, maar dat de emittent dit mag bepalen. De marktrente op zo'n obligatielening is dan ook hoger dan de marktrente.
  • Wat is het grootste verschil tussen een warrantlening en een converteerbare obligatielening?

    Een converteerbare obligatielening is een lening met een optierecht in een.
    Een warrantlening is een losse obligatielening gecombineerd met een los verhandelbare warrant.
  • NeedCash B.V. heeft geld nodig en geeft zodoende een warrantlening uit. Iedere obligatie + warrant is waard € 1.000 en hier wordt een rente van 2,5% op vergoed per jaar. Wat zijn de fiscale gevolgen voor NeedCash B.V.?

    De HR hecht aan het evenwicht tussen de IB en de VPB. Omdat de warrant een apart verhandelbaar derivaat is werd deze belast in de IB bij de particuliere aandeelhouder, zodoende vond de Hoge Raad het gerechtvaardigd om een warrant ook aftrekbaar te laten zijn van de Vpb.
    Voor de wetgever wrong de schoen, warrantleningen zijn wel aftrekbaar voor de Vpb en converteerbare obligatieleningen niet. Uit budgettaire overwegingen heeft men toen mede daarom besloten artikel 10, lid 1, onderdeel j, Vpb in te voeren zodat geen van beide nog langer aftrekbaar zijn.
LET OP!!! Er zijn slechts 52 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart