Het externe perspectief
11 belangrijke vragen over Het externe perspectief
(Y. Verkruisen & N. Doornbos) Wat is de centrale vraag in hun stuk?
Welke vier aspecten staan centraal? (Y. Verkruisen & N. Doornbos)
- Wijze waarop rechters proberen het 'werkelijke geschil' boven tafel te krijgen
- De manieren waarop rechters proberen maatwerk en finale geschilbeslechting te bieden
- De procesvaardigheden van eisers en de opstelling van gemachtigden ter zitting
- Hoe rechters procedurele rechtvaardigheid proberen te bieden en hoe zij en eisers dat ervaren
Wat houdt de regisseursrol van de rechters in? (Y. Verkruisen en N. Doornbos)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waaruit blijkt dat de machtsverhouding tussen burgers en overheid aanwezig blijft? (Y. Verkruisen & N. Doornbos)
- Bestuursorganen oefenen macht uit over burgers, door eenzijdig besluiten te nemen die lang niet altijd positief uitpakken voor burgers.
- Het feit dat bestuursorganen 'repeat players' zijn en burgers doorgaans 'one-shotters'.
- Het feit dat het bestuur geacht wordt het algemeen belang te vertegenwoordigen terwijl de burger zijn particuliere belang nastreeft.
Wat zijn de vier voowaarden voor procedurele rechtvaardigheid bij burgers volgens Tyler? (Y. Verkruisen & N. Doornbos)
- Eigen inbreng en participatie ('voice')
- Betrouwbaarheid
- Respectvolle bejegening
- Neutraliteit
Welke onderzoeksmethode wordt in deze tekst door de auteurs onderzocht? (U. Jaremba & E. Mak)
Welke drie componenten van discriminatie worden onderscheiden in de tekst van R. Meertens?
- Cognitieve component: Iemands mening of overtuiging die iemand heeft met betrekking tot een bepaalde etnische groep. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen stereotypen en symbolische overtuigingen
- Affectieve component: Dit zijn de gevoelens die bij iemand worden opgeroepen als aan een bepaalde groep wordt gedacht. Dit kunnen positieve en negatieve gevoelens zijn.
- Gedragsmatige component: Deze component is de intentie tot gedrag en wel discriminatie.
Welk onderscheid wordt gemaakt binnen de theorie van beredeneerd gedrag met betrekking tot vooroordelen en discriminatie? (R. Meertens)
- Attitude met betrekking tot een object
- Attitude met betrekking tot gedrag in relatie tot een object
Welke ontwikkeling deed zich voor eind jaren 70'? (R. Meertens)
Welke twee facetten kent grof vooroordeel? (R. Meertens)
- Symbolische overtuigingen over waargenomen bedreiging met betrekking tot etnische groepen
- Vermijden van contact
Welke drie facetten kent subtiel vooroordeel? (R. Meertens)
- Verdediging van traditionele waarden
- Overdrijven van verschillen in cultuur
- Affect met betrekking tot etnische groepen
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden