Samenvatting: Schets Van Het Nederlandse Arbeidsrecht | 9789013113389 | Uitgeverij Kluwer Bv

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Schets van het Nederlandse arbeidsrecht | 9789013113389 | Uitgeverij Kluwer Bv

• 3 Arbeidsovereenkomstenrecht

• 3.2.4 (Eenzijdige) wijziging van de arbeidsovereenkomst

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het verschil tussen externe en interne flexibiliteit binnen een onderneming?

  Externe ziet toe op het aannemen en ontslaan van werknemers, interne ziet toe op de mogelijkheid tot het wijzigen van afspraken met werknemers.

• Wat is een (dynamisch)incorporatiebeding?

  Hierbij wordt in een aovk een beding opgenomen waarin collectieve regelingen zoals een cao van toepassing wordt verklaard op de individuele aovk. Bij dynamisch vallen ook toekomstige gewijzigde versies onder dat beding.

• Welke wettelijke voorwaarden geldt er voor een beroep door werkgever op een wijzigingsbeding?

  Volgens 7:613 dient het beding schriftelijk te zijn overeengekomen en kan de werkgever alleen een beroep hierop doen indien hij naar redelijkheid en billijkheid een zwaarwichtiger belang heeft bij de wijziging dan het geschade werknemersbelang bij wijziging. Bijvoorbeeld bij wijzigingen met instemming van de vakbonden of de ondernemingsraad.

• Wat houdt het begrip redelijk voorstel uit HR Van der Lely/Taxi Hofman in?  

  Dat een werkgever eenzijdig de inhoud van een aovk kan wijzigen door daartoe een voorstel te doen dat de werknemer in redelijkheid niet kan weigeren.

• Wat is de nuance op het Taxi Hofman arrest die in HR Stoof/Mammoet wordt gegeven?  

  Herfomulering van de term goed werknemerschap, er moet sprake zijn van gewijzigde arbeidsomstandigheden. De redelijkheid van het voorstel moet worden afgewogen aan het belang van de werknemer bij ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst.

• Waarop zien incidentele wijzigingen van een aovk toe, en waarop is dit gebaseerd(3)?

  Opdrachten of instructies van de werkgever, bijvoorbeeld over de taken of arbeidstijden. Dit is gebaseerd op de gewoonte, redelijkheid en billijkheid of op een stilzwijgende overeenkomst.

• 3.3.1 De gezagsbevoegdheid

• Art. 6:248 gaat over de redelijkheid en billijkheid van een overeenkomst binnen het privaatrecht, welke bepaling bevat het arbeidsrecht die hiervan is afgeleid?

  Art. 7:611, werkgever en werknemer dienen zich als een goed werkgever en een goed werknemer tegenover elkaar te gedragen.

• Waar ziet de gezagsbevoegdheid van 7:660 op toe en binnen welke grenzen?

  Op het verrichten van de arbeid of de goede orde binnen een onderneming, binnen de grenzen van de wet en de arbeidsovereenkomst

• 3.3.2 Goed werkgeverschap en goed werknemerschap

• Waar moet een werkgever op letten bij het uitoefenen van zijn gezagsbevoegdheid?

  De beleidsvrijheid van zijn gezagsbevoegdheid, en het meewegen van eventuele tijdig aangekondigde bezwaren van de werknemer.

• Kunnen grondrechten op basis van 7:611 doorwerken?

  Ja dit is mogelijk, indien de grondrechten niet zelf al in een materiële wet zijn neergelegd.