Samenvatting: Schrijfdelicten Hoe Spoor Je Spel- Formuleer- En Interpunctiefouten Op? | 9789081854702 | Jantien Dhont
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Schrijfdelicten Hoe spoor je spel- formuleer- en interpunctiefouten op? | 9789081854702 | Jantien Dhont
-
1 Spelling
-
1.1 Spelling werkwoorden
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de pv en wat is het ow? En hoe vindt je die?
ow: iets of iemandpv: het geen gedaan wordtHoe vindt je die?ow: is altijd duidelijk (iets of iemand)pv: zin in een andere tijd zetten, het woord dat veranderd is de pv. -
Wanneer schrijf je de IK vorm van een pv (de stam)?
- Als IK voor of achter de pv staat;
- Als JE of JIJ achter de pv staan en voor elkaar vervangbaar zijn.
- Als er sprake is van een bevel.
In alle andere gevallen schrijf je stam + T -
Wat is belangrijk bij de verleden tijd van een pv?
Dat je onderscheid maakt tussen sterke werkwoorden (die veranderen) en zwakke werkwoorden (regelmatig).Sterke werkwoorden is een kwestie van taalgevoel.Zwakke werkwoorden spel je met stam +te(n) of + de(n). -
Hoe weet je of je een zwak werkwoord in verleden tijd met stam +te(n) of stam +de(n) schrijft?
Het hele werkwoord - en. Zit de laatste letter in het 'T eX-KoFSCHIP? dan schrijf je stam +te(n). Anders stam + de(n). -
Hoe werkt ea met Engelse werkwoorden?
Het zelfde als met Nederlandse. Bij toepassing van het ex kofschip geld alleen dat het niet gaat om wat er feitelijke staat maar om wat je hoort. -
1.2 Spelling naamwoorden
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer spel je -ei en wanneer -ij?
Als in de vt de -ij in een -ee veranderd gebruik je - ij.Maar het gaat niet altijd op. -
1.2.3 Meervoud
Dit is een preview. Er zijn 28 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Welke vorming van het meervoud kennen we in Nederland?
1. Vaste S of 'S2. -eren3. -enVeel woorden kunnen zowel met een vaste S als met -en. -
Wat zijn de aandachtspunten bij meervoudsvormen die eindigen op -en
- De medeklinker wordt verdubbeld indien de laatste lettergreep een korte klinker heeft. (pak - Pakken)- Woorden die op -f eindigen krijgen meestal een v. (dief - dieven). (uitzondering -aaf)- Bij woorden die eindigen op onbeklemtoond -ik, -es, -et, -el, wordt de slotmedeklinker niet verdubbeld. (Monniken, lemmeten, artikelen)- Woorden die eindigen op onbeklemtoond -is, -us, krijgen altijd een dubbele S. (vonissen, notarissen, casussen) -
Hoe werkt meervoud bij afkortingen?
- hoofdregel is een vaste s- na een klinker of ongebruikelijk meervoud een 's- eindigt de afkorting zelf op een S dan gebruik je 'en. -
Hoe werkt meervoudsvorming bij tweeledige titels en functies?
Indien de twee delen gelijkwaardig zijn, dan krijgen beiden delen een meervoudsuitgang. Anders alleen het kernwoord.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden