Samenvatting: Schrijfwijzer | 9789012108546 | Jan Renkema
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Schrijfwijzer | 9789012108546 | Jan Renkema.
-
3 Leesgemak
Dit is een preview. Er zijn 31 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Welke vier stijldimensies kent een gepaste formulering?
- begrijpelijkheid
- nauwkeurigheid
- bondigheid
- aantrekkelijkheid
(ijkpunt 10 uit het CCC-model)
-
noem 7 manieren om het lezen van een zin te bemoeilijken
1. lange zinnen
2. tangconstructies (woorden die bij elkaar horen staan ver van elkaar)
3. lange aanloop (tot kern van de mededeling)
4. opsomming (niet gemarkeerd)
5. lange woorden
6. afkortingen
7. moeilijke woorden
-
hoe kun je tangconstructie oplossen?
- verandering van de volgorde
- splitsen van de zin
-
wat is het nut van de tangconstructie?
tangconstructie is goed te gebruiken voor een terloopse mededeling -
wat zijn de regels bij opsommingen?
- cijfers en letter van opsommingen krijgen punten (van kopjes niet)
- zelfstandige zinnen -> hoofdletter en punt
- zinsdelen -> kleine letter en puntkomma, punt
- paar woorden -> komma, en punt
- heel kort -> geen leestekens
delen van de opsomming zijn gelijkwaardig en hebben dezelfde structuur.
-
wat weet je van de gemiddelde woordlengte?
boven de twee lettergrepen wordt een tekst moeilijker -
welke aandachtspunten ken je mbt nauwkeurigheid van teksten?
- laat de lezer niet met vragen achter
- geen open plekken en vage hoeveelheden (na vergrotende trap of algemene hoeveelheidsaanduidingen)
- geen vage of indirecte verwijzingen
-
wat wordt verstaan onder lege woorden en geef een voorbeeld
- woorden met een betekenis die zo ruim is dat er niets meer mee gezegd wordt.
- vb: in verband met -> omdat, doordat, door, ten gevolge van, met het oog op
-
wat is de top tien van lege woorden?
- ook wel loperwoorden of passepartoutwoorden
- aspect, component, dimensie, element, functie, gebeuren, mate, positie, sfeer en situatie.
-
geef voorbeelden van neutrale woorden en de positieve en negatieve formulering daarbij
-bekend - berucht - beroemd
- geur - reuk - stank
- regelen -> verhinderen of bevorderen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden