ω², η² en ANOVA - Variatieanalyse
15 belangrijke vragen over ω², η² en ANOVA - Variatieanalyse
Wat doen we in het geval van een predictor met meer dan twee categorieën?
Wat presenteren de b's?
In de situatie met drie condities levert dummycodering het volgende op:
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Voor de controlegroep, met de dummyvariabelen beiden 0, geldt dan (als we de foutfactor negeren):
Op dezelfde manier kunnen we de uitkomst voor conditie 1 bepalen:
Wat is er met de scenario met drie condities?
Variantie en variatie (de sum of squares) zijn als volgt aan elkaar gerelateerd:
(De vrijheidsgraden zijn in dit geval N – 1, de steekproefomvang minus 1.)
Vervolgens willen we weten hoeveel van de totale variatie verklaard wordt door het model.
SSM formule in woorden:
Tenslotte maakt de residual sum of squares (SSR) duidelijk hoeveel van de totale variatie niet wordt verklaard door het model, maar door meetfouten en andere afwijkingen.
In formule:
(De vrijheidsgraden zijn in dit geval N – k, het totaal aantal vrijheidsgraden minus de vrijheidsgraden van het model.)
SSR en SST zijn afhankelijk
Dat we desondanks niet kiezen voor een opzet van meerdere modellen met elk twee te vergelijken gemiddelden, ligt in het feit dat?
De formule voor t (in de t-toets voor onafhankelijke steekproeven, zie pagina 79) en die voor F komen tot op zekere hoogte overeen
Bij het vergelijken van gemiddelden met een lineair model, kunnen?
Zoals met elk lineair model nemen we aan dat de variantie van de uitkomst stabiel blijft als de predictor wijzigt
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden