Samenvatting: Se-Week 2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van SE-week 2
-
28 Biologie
Dit is een preview. Er zijn 48 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 28
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de twee verschillende soorten vertering?Hoe verlopen de processen bij deze twee soorten?
- Mechanische vertering: Het kauwen van het voedsel en het mengen en kneden ervan door de darmperistaltiek. Het kauwen zorgt voor vergroting van het oppervlak van het voedsel, waardoor het beter verteerd kan worden door enzymen, waardoor je de maximale hoeveelheid voedingsstoffen uit je voedsel kan halen.
- Chemische vertering: Het verteren van voedsel met behulp van enzymen. Op deze manier komen er voedingsstoffen vrij uit het voedsel, die vervolgens opgenomen kunnen worden in het bloed. -
De mond bevat speekselklieren die speeksel produceren.Wat zijn de voordelen van speeksel?Het inslikken van voedsel in de keel zorgt voor prikkels die het slikreflex stimuleren.Wat is het proces van het slikreflex?De maag heeft aan beide zijden een kringspier. Bij het inslikken van voedsel ontspant de eerste kringspier zich, waardoor het voedsel in de maag terecht komt. Daar blijft het voedsel even zodat het goed verteerd kan worden.Welke functies hebben het slijm en het zoutzuur in de maag?
- Er zitten enzymen in, waardoor het verteringsproces al in de mond begint en het zorgt ervoor dat het voedsel makkelijker door de keel glijdt.
- De neusholte wordt afgesloten met de huig, het strottenhoofd beweegt zich omhoog en het strotklepje blokkeert luchtpijp, waardoor daar geen voedselbrokken in kunnen komen.
- Het slijm zorgt ervoor dat de maagwand van de maag niet wordt aangetast door de enzymen die zich in het maagsap bevinden. Het zoutzuur zorgt voor een lage PH-waarde in het maagsap (een zuur milieu dus), waardoor bacteriën die met het voedsel mee zijn gekomen gedood worden. -
Nadat voedsel vanuit de maag via het maagportier in de twaalfvingerige darm is gekomen, worden er nog meer enzymen aan toegevoegd:
Gal gaat via de galbuis naar de twaalfvingerige darm --> vetdruppels worden geëmulgeerd.
Alvleessap gaat via de alvleesklier naar de twaalfvingerige darm.
Later wordt kliertjes in de wanden van de dunne darm darmsap toegevoegd. -
Eiwitten, disachariden, polysachariden en lipiden moeten worden verteerd, voordat deze stoffen in het bloed opgenomen kunnen worden.Hoe verlopen de afbraakprocessen van deze stoffen voordat de opgenomen kunnen worden in het bloed?
Eiwitten: afbraak tot afzonderlijke aminozuren, die opgenomen kunnen worden in het bloed.
Di- en polysachariden: afbraak tot monosachariden die opgenomen kunnen worden in het bloed.
lipiden (vetten): alle vetzuren worden afgebroken of twee van de drie vetzuren worden afgebroken en de derde blijft vastzitten aan het glycerol, waardoor er losse vetzuren en monoglycerides ontstaan. -
In de dikke darm vindt nog steeds resorptie van stoffen plaats. Dit proces wordt versterkt door de aanwezigheid van darmflora in de dikke darm.Wat zijn positieve effecten van de darmflora?
De darmflora bestaat uit bacteriën die zich in de dikke darm bevinden. Een deel van de onverteerde voedselresten die niet door enzymen uit het lichaam zijn verteerd wordt door deze bacteriën verteerd. Sommige soorten bacteriën maken bijvoorbeeld cellulase aan, waardoor cellulose in de celwanden van plantaardige voedselresten verteerd wordt. Hierbij ontstaat onder andere glucose. Andere soorten bacteriën maken vitamine K aan. Glucose en vitamine K wordt geresorbeerd in de dikke darm. -
De neus is bedekt met neusslijmvlies. De buitenste laag van het neusslijmvlies is bedekt met trilhaarepitheel. Waarom is het ademen door de neus gezonder dan ademen door de mond? In de wand van de luchtpijp bevinden zich hoefijzervormige ringen.Waar dienen deze hoefijzervormige ringen voor?Wat is het verschil tussen de wanden van de kleine bronchiolen en de bronchiën?
- Ziekteverwekkers en stofdeeltjes worden tegengehouden door het slijm van het neusslijmvlies, het reukzintuig keurt de lucht op 'vreemde geurtjes', de aderen in het neusslijmvlies warmen de lucht die je inademt op en wordt bovendien vochtig gemaakt door het slijm. Het slijm wordt door de trilhaartjes naar de keelholte gebracht, waar het samen met speeksel wordt ingeslikt.
- Versteviging.
- De wanden van de kleine bronchiolen bevatten geen hoefijzervormige kraakbeenringen, maar spieren. Deze spieren kunnen onder invloed van hormonen (bijvoorbeeld adrenaline) en het autonome zenuwstelsel vernauwen of verwijden. -
Wat gebeurt met het zuurstof voordat het wordt opgenomen in het bloed (door middel van diffusie)?
Het wordt eerst opgelost in het alveolaire vocht, waarna het wordt opgenomen in het bloed als gevolg van een drukverschil van zuurstof en koolstofdioxide diffundeert van het bloedplasma naar het alveolaire vocht in de longblaasjes als gevolg van een drukverschil in koolstofdioxide. -
Hoe wordt CO2 door het lichaam vervoerd?
Een klein deel gebonden aan hemoglobine en het grootste deel in de vorm van HCO3- los in het bloed. Bij afgifte wordt het HCO3- in de rode bloedcel verplaatst, waarna het een paar evenwichtsreacties doorloopt, waarna er losse CO2 gediffundeerd wordt naar het alveolaire vocht in de longblaasjes. De CO2 dat gebonden is aan het hemoglobine doorloopt ook een reactie, waardoor het CO2 los vrijkomt en wordt gediffundeerd naar het alveolaire vocht in de longblaasjes. -
Wat is de werkende kracht achter de ademhaling?Waarom is het handig dat het borstvlies en het longvlies tegen elkaar aan liggen?Welke spieren gebruik je bij een normale inademing en bij een hevige uitademing?
- De luchtdruk. De spieren die de ademhaling bevorderen zorgen er voor dat de luchtdruk in de longen verandert. Een lage luchtdruk in de longen zorgt er bijvoorbeeld voor dat de hogere luchtdruk van de atmosfeer ervoor zorgt dat lucht de longen in stroomt.
- Zo ontstaat er een druk die lager is dan de druk van de atmosfeer.
- Normale inademing: Buitenste tussenribspieren en middenrif.
Hevige uitademing: Binnenste tussenribspieren en buikspieren. -
Waarom bevindt er zich meer zuurstof in de uitgeademde lucht dan de lucht in de longblaasjes?Wat is de vitale capaciteit?
- Niet alle zuurstof die in de longblaasjes zit na 1 ademhaling worden gelijk opgenomen in het bloed. Daarnaast blijft er ook nog een groot deel van het lucht in de dode ruimte (luchtpijp, bronchiën, keelholte, mondholte en neusholte) over. Niet alle lucht bereikt de longblaasjes. Het zuurstof dat niet wordt opgenomen door de longblaasjes afkomstig uit de lucht in de longblaasjes en het zuurstof afkomstig uit de lucht in de dode ruimte is samen meer zuurstof dan de zuurstof die wordt opgenomen door de longblaasjes.
- De maximale hoeveelheid lucht die kan worden uitgeademd na één ademhaling.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden