Psychologische benaderingen van seksualiteit - Een sociaal-psychologisch perspectief - Byrnes gedragssequentiemodel

6 belangrijke vragen over Psychologische benaderingen van seksualiteit - Een sociaal-psychologisch perspectief - Byrnes gedragssequentiemodel

Wat heeft Byrnes beoogt met zijn gedragssequentiemodel?

Het beoogt zowel te specificeren hoe seksualiteit in het algemeen werkt, als te verklaren hoe verschillen tussen mensen in seksueel gedrag totstandkomen. 

Wat is het gedragsequentiemodel van Byrne?


Sociaal psychologisch model van seksualiteit. De variabelen: verwachtingen, affect, verbeelding, karakteristieke gedragspatronen, evaluatie, cognitie en fysiologische opwinding sturen de seksualiteit. Persoonlijkheidstrekken bepalen seksuele verschillen en deze persoonlijkheidstrekken worden gevormd door leerervaringen in de jeugd.

Tegenwoordig wordt de aandacht meer gericht op de dimensie van de Big Five: openheid, neuroticisme, aardigheid, consciëntieusheid, extraversie. Deze dimensies zouden deels erfelijk bepaald zijn. Dat betekent dus ook dat seksueel gedrag stabiel is over de tijd. 

Hoeveel hoofdgroepen van variabelen die seksualiteit aansturen zijn er volgens Byrnes en wat zijn deze?

  1. Affect (/emotie)
  2. Evaluatie (/attitude)
  3. Cognitie
  4. Verwachtingen
  5. Verbeelding
  6. Fysiologische opwinding
  7. Karakteristieke gedragspatronen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe komen interpersoonlijke verschillen tot stand?

Byrne neemt aan dat seksuele verschillen tussen mensen bepaald worden door persoonlijkheidstrekken. Dit is vooral het resultaat van uiteenlopende leerervaringen in de kindertijd en niet het gevolg van genetische beïnvloeding. 

Wat zijn de twee dimensies van dit model?

 

  • Het in kaart brengen van de inhoud en onderlinge relaties van de hoofdgroepen van de gedragssequentie 
  • Na gaan welke persoonlijkheidsvariabelen het seksuele gedrag beïnvloeden. 

Welke vijf relaties bestaan er tussen de Big Five en seksueel gedrag?

  1. Openheid is positief gecorreleerd met een sterkere seksuele motivatie, meer aandacht voor en meer preoccupatie met het seksuele.
  2. Consciëntiusheid is negatief gecorreleerd met aandacht voor en preoccupatie met seksualiteit
  3. Extraversie is positief gecorreleerd met een sterkere seksuele motivatie, meer aandacht en meer preoccupatie en negatief gecorreleerd met seksuele angst
  4. Aardigheid is negatief gecorreleerd met seksuele motivatie, aandacht en preoccupatie
  5. Neuroticisme is positief gecorreleerd met seksuele motivatie, aandacht en seksuele satisfactie. 

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo