Verhoudingsvraagstuk - ongelijkheid in nederland
11 belangrijke vragen over Verhoudingsvraagstuk - ongelijkheid in nederland
Op welke drie gebieden treed er ongelijkheid op in Nederland
2) Verdeling van status.
3) Verdeling van macht.
Op welke 3 terreinen word de ongelijkheid gemaakt?
2) ongelijke verdeling van status (waardering die mensen genieten)
3) ongelijke verdeling van macht (fsyieke middelen)
Noem de vijf klassen in Nederland.
2) Ondernemersklasse
3) Professionele middenklassen
4) Arbeidersklasse
5) Onderklasse
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is het verschil tussen positietoewijzing- en verwerving?
In welke 5 klassen wordt de maatschappelijke lader in nederland opgebouwd?
2) ondernemersklasse (kleine en middelgrote bedrijven)
3) proffesionele middenklasse (hoogopgeleiden mensen)
4) arbeidersklasse (werknemers)
5) onderklasse
Waar wordt sociale ongelijkheid vaak aan gekoppeld?
Wanneer wordt er gesproken over sociale uitsluiting?
2) Beperkte normatieve integratie
3) Niet goed kunnen voorzien in elementaire levensbehoeften, een tekort aan materiële goederen.
4) Geringe toegang tot sociale grondrechten.
Waarom lukt het in nederland niet iedereen om te stijgen op de maatschappelijke ladder?
De vormen van sociale uitsluiting (onderklasse)
- Beperkte sociale en politieke participatie (vrijwillegers werk)
- beperkte normatieve integratie
- niet goed kunnen voorzien in elementaire levensbehoeften en te kort aan materiële goederen (financiele middelen)
- geringe toegang tot sociale grondrechten. (onderwijs, huisvesting, gezondheid en veiligheid)
Wat kan veranderingen inbrengen in iemands sociale mobiliteit
Welke twee processen spelen een belangrijke rol bij het krijgen van een maatschappelijke positie
2) het proces van positieverwerving
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden