Samenvatting: Seneca Maatschappijwetenschappen Vwo Deel 2 | 9789492630124 | E L Schra, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Seneca maatschappijwetenschappen vwo deel 2 | 9789492630124 | E.L. Schra, M.C. Veldman, A.A.J. Olgers en H.M.M.G. Philippens

• 1 Inleiding- deel 2- vwo

• Wat is een cyclische of modernistische visie op de geschiedenis?

  Het standpunt dat de geschiedenis zich herhaalt volgens een bepaalde cyclus of dat samenlevingen zich ontwikkelen.

• Welke drie typen veranderingen zijn er?

  • Veranderingen als gevolg van crisis.
    

  1.  Een revolutie, een oorlog of een economische crisis zorgen voor veranderingen op korte termijn.
     
  2. Een reeks van oorlogen of crises zorgen voor veranderingen op lange termijn.

  
  
  

  • Geleidelijke veranderingen op korte termijn (stijgende werkloosheid).

  
  
  

  • Langzame veranderingen op lange termijn (de stijging van de welvaart sinds de 16e eeuw).

• 6 Veranderingen in het welvaartsvraagstuk

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6
  Laat hier meer flashcards zien

• 6.2 Analyse: samenwerking en conflict

  Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Op welke twee manieren kun je iets/iemand tegenwerken?

  1. Manifest tegenwerken: zichtbaar.
     
  2. Latent tegenwerken: verborgen.

• Noem een andere reden waarom mensen samen zouden werken naast het behalen van een gezamenlijk doel.

  Als het gaat over het algemeen belang of over een collectief goed.

• Wat betekend non-exclusief?

  Van een collectief goed kan niemand worden uitgesloten.

• Wat zijn free riders?

  De actoren die wel profiteren van het collectieve goed, maar er niet aan bijdragen.

• Wat is het gevolg van free riders?

  Hoe meer free riders in een team, des te meer elk teamlid zijn verantwoordelijkheid opgeeft. Free riders leiden dus tot meer free riders.

• 6.3 Theorie: paradigma's over conflict

  Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Verschillende dimensies van de vier paradigma's

  Actor versus structuur: speelt het maatschappelijke gebeuren zich meer af op het niveau van interacties en relaties tussen actoren of juist meer op macroniveau?
  
  Consensus versus conflict: Is het sociale gebeuren gericht op evenwicht, stabiliteit en continuïteit of is de samenleving een arena waarin groepen en individuen strijden om de beschikbare middelen?

• Wat is het functionalisme paradigma?

  • Er wordt meer gekeken naar de structuren en naar de consensus.
    
  • Elk deel van de samenleving heeft zijn eigen functie en in totaal is het een levend wezen.
  • Conflict is niet normaal, het is een uitzondering.

  
  
  Metafoor: het lichaam met de organen en ziektes.

• Welke vier paradigma's zijn er?

  1. Rationele-actor-paradigma (actor-conflict).
     
  2. Sociaal-constructivisme-paradigma (actor-consensus).
  3. Conflict-paradigma (structuren-conflict).
  4. Functionalisme-paradigma (structuren-consensus).