Samenvatting: Seneca | 9789081292375 | E L Schra
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Seneca | 9789081292375 | E.L Schra
-
1 De samenleving en ik
-
1.1 Identiteit
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke 3 soorten aspecten heb je? Leg uit
Persoonlijke identiteit: Het beeld dat iemand van zichzelf heeft
Sociale identiteit: Het deel van de identiteit van iemand dat hoort bij een bepaalde groep
Collectieve identiteit: Het beeld dat mensen hebben van een groep en het blijvende kenmerkende deel -
2 De samenleving en wij
-
2.1 Groepsvorming
Dit is een preview. Er zijn 22 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Noem twee vormen van sociale controle
Informele sociale controle: groepsleden wijzen elkaar op de normen en waarden binnen een groep.
Formele sociale controle: Mensen die vanuit hun beroep andere mensen wijzen op normen en waarden, bijv een politie-agent -
Wat is het verschil tussen stereotypen en vooroordelen?
Stereotypen zijn gegeneraliseerde beelden en ideeën over een groep mensen
Vooroordelen zijn vooringenomen meningen over een groep mensen. Geen feiten -
Wat zijn de redenen waardoor mensen niet meer bij een groep horen
Mensen kunnen er niet meer bij horen, bijv verhuizen
Mensen mogen er niet meer bij horen, bijv verboden door sekten geen contact meer met familie
Mensen willen er niet meer bij horen, bijv mensen verlaten de kerk, omdat ze het er niet mee eens zijn. -
Wat is het verschil tussen formele en informele groepen?
Bij een informele groep voelen mensen zich emotioneel verbonden en zijn er geen officiele afspraken, bijv familie en vriendengroepen
Bij een formel groep zijn er regels die op papier staan, ook is hier vaak een hiërarchie te zien. -
2.3 Sociale cohesie
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de negatieve kant van sociale cohesie?
- Het uitsluiten omdat ze anders zijn, hierdoor ontstaan conflicten
- Het niet focussen op je eigen buurt, maar op het grotere geheel. -
4.1 Criminaliteit
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat betekent relatief? En wat is de relatie met criminaliteit?
Relatief: het verschilt per tijd en per samenleving.
Vroeger waren er geen computers en was hacken dus niet mogelijk nou wel. Vroeger was er ook geen gevaar in cocaïne, het weinig gebruik was legaal maar nu is het illegaal. Vroeger was homoseksualiteit verboden nou niet meer. -
4.2 Eisen
Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn twee stroming die te maken hebben met ware kennis?
Empirisme: alle ware kennis komt voort uit waarnemingen.
Rationalisme: ware kennis komt voort uit de rede, de ratio, het verstand. -
Wat vind Karl Popper?
Hij vindt dat je een theorie nooit definitief kan bewijzen. Hij vindt hierom dat je naar een manier moet zoeken om het te ontkrachten. Wel vindt hij dat door het toenemen van wetenschappelijke kennis komen we wel steeds dichter bij de waarheid. -
Wat vindt Thomas Kuhn?
Er is geen ononderbroken opgaande lijn in de waarheidsvindingen, er zijn ook radicale breuken en botsingen voorgekomen in de ontwikkeling van de wetenschap.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden