Programmering' van bewegingen: moderne visie op bewegingsprogramma's
6 belangrijke vragen over Programmering' van bewegingen: moderne visie op bewegingsprogramma's
- Dit is een voorbeeld van 'motorische equivalentie'. (ja/nee)
- Dit is een voorbeeld van trajectplanning op niveau A/niveau B
- Het handschrift is een voorbeeld van 'invariante kenmerken' van de beweging. (ja/nee)
- Gegeven de hiërarchische structuur, in welke ruimte verwacht je dat trajectplanning plaatsvindt? (gewichtsruimte/externe ruimte)
- Ja
- Niveau A
- Ja
- Externe ruimte
Kom je op het doel uit als het doel beweegt?
- Ja, maar je moet de beweging opnieuw inzetten.
- Ja, beweging wordt vanzelf aangepast.
- Nee, je hand komt naast het doel uit.
- GO-signaal stijgt sneller. Wanneer wordt doel bereikt? (eerder, even snel, later)
- Effect op het snelheidsprofiel (geen effect, piek eerder en lager, piek eerder en hoger, piek later en lager, piek later en hoger)
- Effect op verschilvector (DV): (geen verschil, gaat sneller naar 0, gaat langzamer naar 0)
- Eerder
- Piek eerder, en hoger
- Gaat sneller naar 0
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe komt de beweging tot stand bij de moderne visie 'bewegingsprogramma'?
Samenvattend: werking netwerk
- GO-signaal = 0 -> geen beweging
- GO-signaal > 0 en DV =/ 0 -> huidige positie wordt 'geüpdatet' richting de doelpositie met snelheid DVxGO -> DV gaat naar 0
- Output van netwerk: positiecommando
- Netwerk genereert bewegingstraject
Hoe heeft de inverse kinematica invloed op de hiërarchische structuur?
Drie vormen van feedback vertellen het netwerk wat de huidige positie is: visueel, proprioceptie en externe feedback. Het netwerk functioneert zo lang er minimaal één informatiebron is.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden