RVR+Successiewet|erfbelasting

39 belangrijke vragen over RVR+Successiewet|erfbelasting

Welke artikelen van het oude BW moet je kennen voor het tentamen?

1:94 en 1:96 OBW (oud BW) dus.
Over resp. Verhaal schuldeisers en enige uitzonderingen.
Privé schuldeisers konden zich voor 2018 bij AGVG namelijk verhalen op privévermogen van echtgenoot, maar OOK op het GEHEEL van het gemeenschapsvermogen. Belangrijk nadeel AGVG

Waar zie je de huwelijkse voorwaarden veel voorkomen?

Als sprake is van een risicovolle onderneming, eventueel een faillissement van onderneming. Daar wil je tegen beschermen.

Wat gold voor 2012 m.b.t. Vergoedingsrechten, wat gold na 2012 m.b.t. Vergoedingsrechten en wanneer kan een dergelijk recht ontstaan?

Een vergoedingsrecht kan ontstaan als je bijvoorbeeld een privégoed wilt kopen: je leent bij een andere echtgenoot OF van de gemeenschap in privé.

Voor 2012 gold het nominaliteitsbeginsel. Als jij van echtgenoot ton hebt geleend, krijg je een ton terug.
Na 2012 geldt de beleggingsleer, je deelt mee in winst én in verlies. 1:87 BW
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Leg meer uit over de beleggingsleer, 1:87 BW. Wat is een uitzondering?

Je deelt mee in de winst en verlies. Je krijgt een economisch belang, maar geen fiscaal relevant belang bij het goed.
Artikel 5e AWR is dat laatste opgenomen.

Uitzondering: als je investeert in een auto (o.i.d.), iets dat sowieso daalt in waarde, dan geldt wel het nominaliteitsbeginsel. Want anders krijg je altijd minder geld terug.

Wat is het moment van ontbinding van de huwelijksgemeenschap?

1:99 BW
Het moment van indiening van het verzoek tot echtscheiding is leidend. Niet op het moment dat daadwerkelijke ontbinding plaatsvindt (is altijd later). Dit ter bescherming eventueel pesten van echtgenoten, maken van schulden waar de ander aansprakelijk voor is etc.
Tijdstip moet er ook bij worden vermeld!

Hoe zou je een estate planning voordeel kunnen genieten als je toch van je partner af wilt en je een grote erfenis vanuit jouw familie aan ziet komen waar geen UC op zit?

Je dient een verzoek tot echtscheiding in. Dan ben je wel je partner kwijt, maar dan heb je wel het geld voor jezelf, want het moment verzoek indiening geldt.

Wat als er een geschil bestaat over wat een goed of het privévermogen of gemeenschapsvermogen is? Wat is een kritiekpunt hier?

Dan had je dat goed moeten administreren, zie artikel 1:94 lid 8 BW.
Is er geen bewijs dat het een privégoed is? Dan is het een gemeenschapsgoed.

Een kritiekpunt hier is dat het geen administratieverplichting betreft, maar als je het niet kunt aantonen, het wel een gemeenschap goed is.

Er is een privé onderneming en A en B zijn getrouwd in wettelijke gemeenschap van goederen. Onderneming is van A. Waar moet ik heen in de wet? Vertel meer

1:95a BW. De onderneming is privégoed van A. Er moet een redelijke vergoeding volgen vanuit de onderneming. Open norm, dit moet worden ingevuld door de praktijk.

Let op: ga je tijdens huwelijk onderneming aan, dan is dat wel gemeenschappelijk vermogen.

Waarom is 1:95a BW een vangnetbepaling? (Zie HC voor verduidelijking context)

Omdat de meeste mensen met een onderneming al huwelijkse voorwaarden hebben opgesteld.

Wanneer werkt 1:95a BW niet en wanneer biedt het juist kansen?

Het werkt niet bij koude uitsluiting.

Kansen: stel A en B gehuwd. De onderneming is privé vermogen (was er al voor huwelijk namelijk. Komt A te overlijden? Met dit artikel kun je nog zorgen dat er  een stukje uit de onderneming in de gemeenschap komt, en dat verlaagt de nalatenschap weer.

Hoe zit het met verhaal schuldeisers uit 1:96 BW?

Voor 2018 konden schuldeisers zich verhalen op prive betreffende echtgenoot en 100% gemeenschap.

Na 2018: 50% gemeenschap, overigens geen veranderingen.

Is de inhoud van huwelijkse voorwaarden vrij? Wanneer werken huwelijkse voorwaarden?

Inhoud is vrij tenzij in strijd met openbare orde/goede zeden.Voorbeeld: strafbepaling in huwelijkse voorwaarden. De partij die zou vreemdgaan wordt financieel gekort bij echtscheiding. Dit mag niet, dat is nietig. Vreemdgaan is pijnlijk maar niet strafbaar, dus een dergelijke bepaling mag je niet opnemen in de huwelijkse voorwaarden.

Opstellen voor of tijdens huwelijk: zie 1:117/1:120 BW.

Wanneer is koude uitsluiting niet voordelig? Omschrijf voorbeeld uit HC

Voorbeeld: vrouw had beetje vermogen, rond 30.000 erfenis, vrouw wilde graag met koude uitsluiting trouwen. Man startte onderneming. 7 miljoen ttv overlijden. 7 mln viel in NLS man. Vrouw was het er niet mee eens.

Hoge Raad zei: tijdens huwelijk had je kunnen kiezen voor ander regime, de huwelijkse voorwaarden blijven staan. Over de geheel 7 mln nu erfbelasting worden betaald. (niet de helft want koude uitsluiting).

Wat is de historie achter verrekenbedingen? Omschrijf een voorbeeld van periodiek verrekenbeding als start

Periodieke verrekening (bv jaarlijks) voorbeeld:
Amsterdams Potje: van oudsher vergoeding voor huisvrouw. Wat er overblijft van inkomen na betaling huishoudelijke kosten, wordt dan door tweeën gedeeld. Dan had vrouw ook wat eigen geld om uit te geven.

Rond 1970 werd het gewoon om te scheiden. Mensen die getrouwd waren, en koude uitsluiting hadden, toen werd de gevolgen duidelijk. Dat was meestal de vrouw die thuisbleef voor het gezin en huishouding, bleef arm achter, was niet eerlijk. Toen zag je steeds vaker finale verrekenbedingen voorkomen.

Wat als je bent getrouwd zonder enige gemeenschap en je verkrijgt iets met een UC?

Ook dan gaat de UC altijd voor. Zie artikel 1:134 BW.

Wat als je tijdens het huwelijk niet periodiek hebt verrekend, terwijl je wel een periodiek verrekenbeding hebt? En als je aan het einde niet hebt verrekend?

Dan moet je naar 1:141 BW, lid 1. Je kunt dit nog herstellen en alsnog verrekenen, zolang je maar gehuwd bent. Je stelt een vaststellingsovereenkomst op en daarna ga je ieder jaar verrekenen. De verplichting tot verrekening blijft in stand.

Aan einde niet verrekend: zie lid 3  - vermoeden gemeenschappelijkheid, tenzij redelijkheid en billijkheid!

Leg het ontbrekende criterium van vrijgevigheid bij schenking tijdens huwelijk uit.

Het criterium van vrijgevigheid ontbreekt, want je zult altijd te maken hebben  met zorgplicht. Dus dan kun je nimmer aan dat criterium voldoen.

Wat als er geen sprake is van een verplicht wederkerig finaal verrekenbeding?

Dan wordt de verrekeningsvordering getroffen door artikel 11 lid 3 SW. Schuldigerkenning onder voorwaarde van leven > Hoge Raad > zie latere colleges.

Wat voor belasting is de Successiewet? Waarom is geen sprake van juridisch dubbele heffing?

Een verkrijgingsbelasting, het is een persoonlijke belasting. (houdt rekening met persoonlijke omstandigheden).


Over dit vermogen is ooit geheven bij erflater of schenker, maar niet bij degene die het krijgt, en laatstgenoemde hoeft er niets voor te doen. Daarom geen sprake van juridisch dubbele heffing.

Wat zijn de twee, eigenlijk drie belangrijkste rechtsgronden voor de Sw?

Draagkrachtbeginsel: sterkste schouders dragen zwaarste lasten> 24 SW
Buitenkansbeginsel/beginsel van bevoorrechte verkrijging: je krijgt onverwacht vermogen zonder dat er een tegenprestatie tegen overstaat. Dus redelijk dat er wordt geheven. Naar mate je verder verwant bent, betaal je meer belasting.
Sluisgedachte/beginsel: al het vermogen dat je krijgt moet ofwel de sluis van de IB, ofwel de sluis van de Sw passeren.

Daarnaast is een rechtvaardigheidsgrond natuurlijk financieren overheidsuitgaven.

Welke artikelen van de Sw moet je kennen voor de formele bepalingen? Markeer Roze. Alles wat tijdens college aan bod komt is voldoende voor het formele stukje.

36, 37, 38 en 39
72 lid 1
40
45
46 (jo 9 lid 2 AWR)
66

Wat is een fictie in de Successiewet?

Een fictie is: Iets dat civielrechtelijk geen erfrechtelijke verkrijging of schenking wordt gekwalificeerd, maar die we o.g.v. de fictiebepalingen wel als zodanig behandelen en als zodanig belast worden.
Vallen niet in de nalatenschap, maar zijn individuele heffingen bij de bewuste verkrijger waarop de bewuste fictie op van toepassing is.


6 t/m 17a Sw

Ik wil meer weten over het partnerbegrip in de Sw. Waar ga ik heen en wat is een hoofdregel?

1a Sw en 5a AWR. Er is maar 1 partner mogelijk. Let op: 1a Sw is de uitzondering op 5a AWR.

Zie 2 lid 6 AWR: GP wordt gelijkgesteld met huwelijk.

In de uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden is geoordeeld dat de broer kan kwalificeren als 1a Sw partner. Wat wordt verteld over de uitzondering van de zorgverplichting in samenlevingscontract met zorgverplichting?

Ro 4.9, waaronder 'De uitzondering van de zorgverplichting in het samenlevingscontract met een zorgverplichting, is ingegeven door de gedachte dat bij een samenwoning van lange duur, vormgegeven door het ingeschreven staan op hetzelfde woonadres, de betreffende zorgverplichting wordt verondersteld er te zijn en dat daarom voorwaarde c niet geldt. Belanghebbende en erflaatster kwalificeren dan ook zowel op grond van de letterlijke tekst als op grond van doel en strekking van de bepaling als partners ingevolge artikel 1a SW.'

(Broer kon van zus erven)

1a lid 1 sub e Sw: wat heeft de SS toegezegd in brief mbt de 3 zussen die samenwonen en als 1 zus overlijdt? (Let op: dit is nog niet goedkeuring)

Dat als 3 zussen samenwonen, 1 zus overlijdt, de 2 zussen dan een noterieel samenlevingscontract kunnen aangaan en dan wel als 1a partner mogen kwalificeren. In normale situaties kon dat immers niet, want je kunt niet meer dan 1 partner hebben o.g.v. Sub e.

Waarom wil je de aanmerking als partner? Noem hierbij 4 punten genoemd in college.

  • -Grote partnervrijstelling 24 en 32 lid 1.4.a. SW
  • -Samentellingen, 25 en 26 Sw: partners worden gezien als een! Verkrijgingen worden bij elkaar opgeteld.
  • -Kwalificatie voor bepaalde fictiebepalingen. Dit zijn anti misbruik bepalingen! Om erfbelasting of schenkbelasting te ontgaan, te voorkomen.
  • -Geen keuzevrijheid! Dus je kunt het voorkomen om niet te trouwen of geen GP of met niemand te gaan samenwonen. Dan kun je het wel voorkomen. In de andere gevallen wel partner.

Onder welke voorwaarden wordt goedgekeurd dat de samentelregeling achterwege blijft? (besluit april 2022) Noem de gehele goedkeuring en voorwaarden.

Goedkeuring
Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat partners die beiden verkrijgen van dezelfde schenker voor de berekening van de schenkbelasting niet als één en dezelfde persoon worden aangemerkt en dat de samentelregeling buiten toepassing blijft bij partners die beiden verkrijgen uit dezelfde nalatenschap.
Voorwaarden
Voor deze goedkeuring gelden de volgende drie voorwaarden:
  1. Het partnerschap tussen de verkrijgers is uitsluitend door tijdsverloop (vijf jaar onafgebroken
    samenwoning) ontstaan.3 Er is dus geen notarieel samenlevingscontract;
  2. De erflater of schenker staat ten opzichte van elk van beide verkrijgers in dezelfde graad van
    bloedverwantschap; en
  3. De verkrijgers zijn bloedverwanten van elkaar.

Waar staat het fiscale kindbegrip?

Art. 2 lid 3 onderdeel i AWR.
Dit is uitgebreid met aanverwanten.

Wat is een quasi stiefkind? En wat geldt voor pleegkinderen m.b.t. Gelijkstelling?

Quasi stiefkind: als jij met iemand samenwoont en die ander heeft een kind, dan is dat jouw stiefkind, ze noemen het quasi stiefkind. (niet voor BW, wel voor Sw) Dat is wel degelijk jouw kind voor de schenk en erfbelasting, als jij dus een successierechtelijke partner hebt!

Pleegkinderen onder voorwaarden gelijkgesteld: 19 lid 1 c, lid 2. Als jij 5 jaar voor een pleegkind hebt gezorgd, dan wordt dit ook als kind gezien.
Pleegkind hoeft niet per se bij je in huis te hebben gewoond, maar je moet het kind wel hebben onderhouden.

Wat is een belangrijk arrest voor de gelijkstellingen van de Sw geweest?

Marcks - arrest - Europees Hof van de rechten van de Mens.

Paula en Alexandra Marcks voor Belgie. Paula was moeder van Alexandra.
Paula was bewust ongehuwde moeder. Ze moest destijds kind erkennen in Belgie, om de afstamming wettelijk vast te stellen. Dat hoefden gehuwden niet Ze vond dat ongerechtvaardigde discriminatie. België is toen gesommeerd om het verschil te elimineren tussen natuurlijke en wettige kinderen.  Nederland heeft de uitspraak ook meegenomen in de wetsontwikkeling. Sinds die tijd zijn alle gelijkstellingen een beetje in de wet gedruppeld! Belangrijk arrest voor kinderen/gelijkstellingen in de Successiewet.

We hebben een situatie dat zoon zijn vader in een gevecht had gedood. Onwaardig om te erven, kind van zoon plaatsvervuller. Kind verkrijgt van opa als plaatsvervuller voor vader. Hij moet zijn eigen tarief toepassen. Mag dit?

Levert geen strijd op met protocol bij 1 EVRM. En ook niet met 26 IVBPR. Dus dat er successierechtelijk geen plaatsvervulling is, dat mag (is geen discriminatie).

Voorbeeld: moeder, stiefvader en kind van moeder. We weten dat alleen bij scheiding, de zoon niet kan erven. Wat als stiefvader blijft leven en tijdens leven schenkt aan zijn zoon?


Vertel wat voor discussie hier speelt m.b.t. De eventueel toe te passen vrijstelling

Bij scheiding zou gelijkstelling 19 Sw sowieso vervallen.

Tijdens leven doet stiefvader dus schenking aan zoon. Dit is in feite o.g.v gelijkstelling stiefkind, kan zoon de eindvrijstelling én kindtarief toepassen.

Discussie ziet op 33 lid 5 Sw: er staat ouder-kind vrijstelling. Is stiefouder wel ouder? Docent gaat uit van wel, dus wel 19.1.b. Jo 33.5 Sw.

Hoe zit het met tarief en vrijstellingen voor achterkleinkinderen in de Sw?

Hoe zit het met ouders die van kinderen verkrijgen/erven?

Tariefgroep 1A, 24 Sw

Alleen vrijstellingen voor derden erf- en schenkbelasting. 32.1 ten vierde onder f. En 33 onder 7 Sw.

Ouders die van kinderen verkrijgen/erven:
-hoge tariefgroep 2, 24 Sw!
-Oudervrijstelling erfbelasting: 32.1 ten vierde onder e.
-Schenkbelasting: --> derdenvrijstelling. 33 onder 7 Sw

Als iemand emigreert en hij doet na 4 Jaar een schenking, wat zijn de gevolgen voor jou als de schenking aan jou is ,dus jij bent verkrijger?

Dan is diegene fictief woonachtig in NL, de schenker dus. Als jij de verkrijger bent, dan moet jij gewoon schenkbelasting betalen.
Zie artikel 3 lid 1 Sw jo 4-1 AWR.

Wat als iemand vermist is, waar ga je heen? Maak onderscheid tussen 2 belangrijke dingen die zijn genoemd m.b.t. De data in de akte.

4 Sw: fictiebepaling voor vermiste mensen.

Na 5 jaar mag je verklaring vermoedelijk overlijden aanvragen, 1:412 BW. Dit wordt gelijkgesteld met overlijden.

Datum opmaak akte én datum in de akte.
De datum die in de akte is genoemd, is de datum van vermoedelijk overlijden. Deze gebruik je om te kijken wie erfgenaam zijn en bv of sprake is van 10 jaars termijn (3 lid 1 Sw). [Dagtekening ligt vaak vele malen later dan moment van vermissing/vermoedelijk overlijden]

Voorbeeld: ik krijg een schenking, tenzij ik niet binnen 4 jaar afstudeer. Kwalificeer en geef de Successierechtelijke gevolgen van deze schenking

Dit is een ontbindende voorwaarde.
Direct heffen over de volle waarde, eventueel herrekening bij intreding voorwaarde: 53 lid 1 Sw

Als jij binnen 4 jaar afstudeert, vervalt de voorwaarde. De schenking die je had, die is dan al definitief.
Als jij NIET binnen 4 jaar afstudeert, dan moet jij bedrag teruggeven. Je hebt dan wel voordeel gehad van dit bedrag. Daar moet rekening mee worden gehouden.

Voorbeeld: een schenking uit te voeren op moment dat Joe Biden GEEN president meer is. Kwalificeer en beschrijf successierechtelijke gevolgen.


Opschortende tijdsbepaling.Je weet dat het moment een keer komt, maar niet wanneer.

--> altijd direct heffen.
-Schenker heeft dan nog tijdje vruchtgebruik. Pas daarna is de schenking volledig.
3:85 BW: dit is een directe vermogensovergang met vestiging van tijdelijk vruchtgebruik.

Je schenkt onder opschortende tijdsbepaling: de schenker behoudt zich dus een vruchtgebruik voor.

Hoe zit het met de ontbindende tijdsbepaling en verkrijging vruchtgebruik?

Dan krijg jij een tijdelijk vruchtgebruik geschonken. (Niet de schenker in casu!). Tot het moment van ontbinding heb jij dan een vruchtgebruik gekregen.

Voorbeeld: A overlijdt. In testament A is opgenomen: zoon B is erfgenaam onder de voorwaarde dat hij tot 30 jaar ongetrouwd blijft. Hoe kwalificeer je dit?

Het is een onzekere gebeurtenis. Het is dus een voorwaarde. Het is een ontbindende voorwaarde.

Hij verkrijgt direct, maar als hij WEL voor zijn 30e gaat trouwen, dan vervalt deze erfstelling.
--> directe heffing! Zie ook 45 lid 3 en 53 lid 1 en 2. Herrekening.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo