Schenkbelasting en waardering

18 belangrijke vragen over Schenkbelasting en waardering

Waarom wordt een papieren schenking vooral gedaan? En wat heeft de SS gezegd over schenkingen die opeisbaar zijn bij overlijden?

In welke fictie kun je bepalen als je niet voldoende rente vergoed? En hoeveel % moet dat zijn?

SS heeft gezegd dat alle schenkingen opeisbaar bij overlijden schenkingen ter zake des doods zijn. HR heeft dat bevestigd.

Papieren schenking wordt gedaan om in toekomst erfbelasting te besparen. Werkt alleen als je jaarlijks minimaal 6% rente vergoed. Anders kom je in de fictie van 10 Sw terecht. Dan hebje een vruchtgebruik voorbehouden.

Papieren schenking: Wat als je netjes afspreekt, ik ga 6% rente betalen, maar ik vergeet het?

Dan mag je het herstellen, zegt de staatssecretaris. Je moet dat indexeren met 6% samengestelde rente vanaf moment vergeten tot aan betalen.

Welke speciale schenkingen waren er in HC7?

1-schuldigerkenning uit vrijgevigheid (papieren schenking/schenking ter zake des doods)
2-herroepelijke schenking
3-renteloze/laagrentende leningen
4-niet direct opeisbare lening
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Speciale schenking, de herroepelijke schenking. In welk jaar wordt het voordeel geacht te zijn verkregen? Wat is het eigenlijk?

Wat met de betaalde schenkbelasting te doen?

Schenking kan door schenker worden teruggedraaid.
Je moet dit bij de schenking bedingen. Vervolgens kun je hem herroepen door verklaring aan begiftigde te geven. Je kunt het ook in je testament opnemen.

Terugvordering betaalde schenkbelasting:
-Vermindering aanslag 53 Sw: want de schenking wordt ontbonden. In periode dat je het bedrag hebt gehad, heb je er voordeel van gehad. Zie lid 1 en lid 2.

Het voordeel wordt geacht te zijn verkregen in het jaar van de oorspronkelijke schenking. Dat jaar gebruik je ook voor tarieven/schenkvrijstelling.

     

Wat is de regel m.b.t. Verrijken en verarmen? (Hc7)

Je kunt wel verrijken door iets wat je niet hoeft te betalen, maar je kunt niet verarmen door hetgeen je niet verkrijgt!

Hoe zit het met huur, mag je gratis je kind (of iemand anders) in je huis laten wonen?

Geen schenking, je kunt niet verarmen door hetgeen je niet verkrijgt. Hier is echter geen fictie voor opgenomen, maar wat geldt: je moet die persoon er direct weer uit kunnen zetten.

Als je als ouder een direct opeisbare lening verstrekt, tegen geen of een te lage rente, wat dan?

Vertel hoe indirect/direct is bedoeld en of alles al duidelijk is (voorbeeld: BV bij vader en/of dochter)

Dan schenk je het vruchtgebruik van dag tot dag op die lening. Zie artikel 15 Sw.

Indirect/direct: parlementaire geschiedenis zegt dat als vader de direct opeisbare renteloze lening aan BV verstrekt van dochter, 15 Sw ook aan de orde is. En als de vader een BV had gehad? Dat is nog niet duidelijk. (Op zich wordt onzakelijkheid gecorrigeerd in de winstsfeer).

Vader verstrekt dochter op 1-1-2012 direct opeisbare renteloze geldlening 1 mln euro. Dochter lost op 30-6-2012 af. Zes maanden later dus. Gevolgen Sw indien 6%?

Bij 6%
Artikel 15 sw zegt allereerst dat hier sprake is van schenking vruchtgebruik van dag tot dag, van vader aan dochter. Om het praktisch uitvoerbaar te houden kijk je aan het eind van het kalenderjaar, wat heeft ze gehad?

-1 mln
-6% x 1 mln = jaarlijkse opbrengst. Dus 6/12e → = 30.000, dat heeft de dochter in 2012 gehad als fictieve schenking, o.g.v. art. 15 sw, waarover ze schenkbelasting verschuldigd is.

Vader verstrekt dochter op 1-1-2012 direct opeisbare renteloze geldlening 1 mln euro. Dochter lost op 30-6-2012 af. Zes maanden later dus. Gevolgen Sw bij 3% rente?

Bij 3%
is nog steeds lager dan 6%, dus je zit nog steeds in de 15 sw fictie.
Artikel 21 lid 14 verwijst naar UBesluit, art. 10 UBesluit → 6% vind je daar
Je mag hier salderen. 3% x 1 mln x 6/12e = 15.000, fictieve schenking gekregen van vader, door dochter in 2012.

Een speciale schenking is de niet direct opeisbare lening. Wat zijn de 2 hoofdregels ogv jurisprudentie?

Een niet direct opeisbare lening is een schenking indien geen zakelijke rente wordt vergoed. Artikel 1 lid 7 Sw

(1)lening looptijd <1 jaar: verschil nominale waarde en contante waarde (WEV)
[ook: leningen met opzegtermijn korter dan een jaar]
(2)lening looptijd >1 jaar: waardering Ubesluit Sw (regels vruchtgebruik)
[Er is namelijk sprake van vruchtgebruik van lening van de waarde ineens]

Bij een niet direct opeisbare lening en een lagere rente dan marktrente is sprake van verarming. Waarom?

Als de rente < marktrente, dan is er sprake van verarming, omdat de vordering niet meer voor nominale waarde in vermogen zit van schuldeiser → jurisprudentie. Derde zou dit niet doen, dit bedrag betalen. De uitlener verarmt dus in casu! De vordering heeft dan een lagere contante waarde. Derde zou niet die nominale waarde ervoor betalen. Dat zorgt voor verarming in vermogen uitlener, dus is er sprake van een gift. 1 lid 7 Sw.

Wat is de hoofdregel voor de waardering? En wat is volgens de HR de WEV?

Hoofdregel: artikel 21 lid 1 Sw → WEV
Hoofdregel is waardering op waarde economisch verkeer, zoals je letterlijk uit de wet kunt halen. Bewust een open norm, geeft ruimte in de praktijk en de jurisprudentie.

HR: prijs die beste koper wil betalen als het goed op de meest geschikte manier wordt aangeboden.
Markt: martkwaarde is vergelijkingswaarde.
Geen/beperkte markt: taxatie

Je moet objectief waarderen. Ook moet je rekening houden met alle f&o op moment verkrijging én die nog niet bekend/duidelijk zijn. (voorbeeld Chinese pot, HC8)

Waarom pas je de leegwaarderatio niet toe als de huurder zelf het pand verkrijgt waar hij in woont, en als de LL het pand verkrijgt?

Hij kan het pand vervolgens zelf in vrij opleverbare staat verkopen, immers hij kan zichzelf eruit zetten en ondervindt geen nadeel. Geldt ook voor de LL. Is over geprocedeerd.

Waar ga je heen voor de waardering van vruchtgebruik? En wat is het Sw artikel?

18 Sw

Waardering: 21-11 en 14 Sw + 5 en 10 Ubesluit Sw.

Voorbeeld vruchtgebruik land: A 50 jr krijgt  levenslang vruchtgebruik bouwland, waard 150.000. --> waarde vruchtgebruik?

Stap 1: 6% x 150.000 = fictieve jaarlijkse opbrengst.
Factor = 12
21 lid 14 Sw jo 5 en 10 Ubesluit Sw.
A = 50 jaar.

Stap 2
6% x 150.000 x 12 = 108.000

Waar ga je in de wet heen voor periodieke uitkeringen én de waardering PU's? (Neem ook in het antwoord IB latentie mee)

Te vinden in artikel 18 lid 2 Sw.

Waardering: 21 lid 11 en 21 lid 14 Sw. Zie 5 t/m 9 Ubesluit Sw.
Je hebt artikel 10 Ubesluit niet nodig, want je gaat niet, zoals bij de vruchtgebruikberekening, als stap 1 de fictieve jaarlijkse opbrengst berekenen.

-Aftrek 30% IB latentie indien uitkering met IB belast: 20-5 b en 20-6 c Sw

Voorbeeld: levenslange PU van 10.000 voor A, 62 jaar.

De 10.000 is het jaarlijkse bedrag (Dus niet de 6% van het goed waar je vruchtgebruik op hebt). 10.000 x factor: x 10 = 100.000
Dit is de gekapitaliseerde waarde. Hier is A schenk- dan wel erfbelasting over verschuldigd.
Met IB belast? Wss vrijgesteld in de Successiewet. Is dit een PU die je vindt in een testament? Dan betaalt A over de 100.000 erfbelasting.

Als je gezamenlijk een PU hebt, wat houdt dat dan in en wat moet je doen?

Wat gebeurt er bij degene die de PU betaalt?

2 personen krijgen dan een uitkering, afhankelijk van 2 levens, uitkering vervalt bij overlijden eerststervende of langstlevende.

Je gaat de PU splitsen: 5/6 Ubesluit Sw

Bv: uitkering tezamen en bij opvolging=2 personen krijgen gezamenlijk PU, bij overlijden van een van krijgt ander (deel) uitkering)   

Aftrek bij degene die de PU betaalt: 21 lid 11 Sw. Bij waardering moet je direct rekening houden met opvolgende PU, art. 7 Ubesluit van toepassing.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo