Samenvatting: Shock | Decentrale selectie BMH
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Shock | Decentrale selectie BMH
-
1 Definitie van shock
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de klassiek geneeskundige definitie van shock?
Shock is een syndroom waarbij de circulatie door een ernstige, acuut optredende gebeurtenis verstoord raakt, waardoor de perfusie en de oxygenatie van de weefsels onvoldoende wordt.
-
Welke voorwaarden zijn er voor een goede circulatie?
Er moet voldoende circulerend volume zijn met voldoende zuurstofopnemende capaciteit, voldoende groot hartminuutvolume en een intact bloedvatenstelsel
-
Wat zijn de verdere gevolgen van shock?
Een tekort aan zuurstof in de weefsels heeft ernstige metabole gevolgen op cellulair niveau. Er ontstaat een tekort aan energierijke fosfaten waardoor stoornissen in de celmembraanfunctie ontstaan, die op hun beurt leiden tot stoornissen in de structuren van de cel, met als uiteindelijk resultaat een onomkeerbare verandering die tot celdestructie leidt.
-
2 Vormen van shock
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
2.1 Hypovolemische shock
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn oorzaken voor hypovolemische shock?
Endogeen verlies (inwendige bloedingen), exogeen verlies (uitwendige bloedingen), brandwonden en diabetes insipidus.
-
Hoe kan hypocolemische shock ontstaan zonder bloedverlies?
Dit kan door ernstige diarree of brandwonden waarbij het slachtoffer welliswaar geen bloed verliest maar wel veel vocht. Dit zal echter niet snel in acute fase voorkomen.
-
Hoe kan uitwendig bloedverlies worden onderverdeeld en hoe is dit te zien?
In arterieel bloedverlies (helderrood (bij voldoende oxygenatie) en pulserend (bij voldoende pols)) en in veneus bloedverlies (donkerder van kleur en stroomt gelijkmatig)
-
Waar kunnen inwendige bloedingen zich voordoen?
In de thorax, in het abdomen of in de ledematen.
-
In welke klasses worden patiënten met hypovolemische shock onderverdeeld?
Ongecompliceerd (klasse 1) = pols<100/min en druk>100mmHg
Ongecompliceerd (klasse 2) = pols>100/min en druk>100mmHg
Gecompliceerd (klasse 3) = pols>120/min en druk 60-100 mmHg
Preterminaal (klasse 4) = pols>140/min en druk <60 mmHg
-
2.2 Cardiogene shock
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn oorzaken voor cardiogene shock?
Meest voorkomend is een acuut myocardinfarct. Andere oorzaken zijn papilaire spierruptuur, acute myocarditis, het eindstadium van ischemische hartziekten en hartcontusie bij thoraxtrauma.
-
2.3 Distributieve shock
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat houdt neurogene shock in?
Bij letsel van het verlengde merg of het ruggenmerg kan een stoornis optreden in de vasomotorische regulatie met een verwijding van het perifere vaatbed, waardoor bloeddrukdaling optreedt.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden