Samenvatting: Signalering In Het Sociaalagogisch Werk | 9789031377947 | E Mathijsen Jansen, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Signalering in het sociaalagogisch werk | 9789031377947 | E Mathijsen-Jansen; Siny Sluiter
-
1 Signalering als kerntaak voor sociaalagogisch werkers
-
1.2 Kader voor de sociaalagogische beroepen
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de missie van het sociaalagogisch werk volgens de Sectorraad?
Het doel dat de sociaalagogisch werker zich stelt is steeds de realisatie van een menswaardig bestaan, zowel feitelijk (materieel) als vanuit beleving (immaterieel) en zowel op individueel niveau als op het niveau van groep en samenleving. Het handelen is gericht op vrijwel alle facetten van de verhouding van het individu en zijn sociale omgeving. Het kan dus zowel gaan om persoonlijke zelfrealisatie als om het realiseren van menswaardige maatschappelijke en culturele verhoudingen. -
1.3 Kenmerken van signalering
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Bij de functie signalering kan een onderscheid gemaakt worden tussen:
- Systeemwereld en leefwereld
Systeemwereld: macro-economische en politieke systemen. Buiten mensen om tot stan en die het leven van mensen bepalen (wet- en regelgeving)
Leefwereld: domein waarin mensen met anderen vorm geven aan hun leven - materieel en immaterieel aspecten: sociale problemen en de analyse van de achtergronden daarvan horen bij de signaleringstaak
- interne en externe signalering:
interne: binnen organisaties is een voortdurende evaluatie noodzakelijk in het eigen hulpverleningsaanbod, in het licht van ontwikkelingen in de samenleving en het welzijnsbeleid
Externe: gericht op personen of instanties buiten het sociaalagogisch werk in de leefwereld en systeemwereld
- Systeemwereld en leefwereld
-
2 De geschiedenis van het sociaalagogisch werk en signalering
-
2.4 Normatieve professionaliteit en professionalisering
-
Wat is normatieve professionalisering (Kunneman)?
Kritische tegenhanger van de technische professionaliteitsopvattingen die in de jaren tachtig in het kielzog van het product- en outputgerichte denken naar voren gekomen zijn en inmiddels de welzijnssector domineren. Daarmee is het appel verbonden om die normativiteit te expliciteren, reflexief te verantwoorden en maatgevend te laten zijn voor het eigen professionele handelen. -
Met welke aspecten horen sociaalagogisch werkers rekening te houden (Habermans)?
- objectief aspect: kennis en inzicht vd persoon en de situatie van betrokkenen; materieel en immaterieel;
- sociaal of normatief aspect: betekenisgeving die betrokkenen aan de situatie ontlenen of eraan geven, de waarden en normen van betrokkenen, gewetensvragen en de cultuur;
- subjectief aspect: de met de situatie verbonden beleving (gevoelens, creativiteit, intuïtie, zingeving)
-
Wat is normatieve professionaliteit en wat is normatieve professionalisering?
normatieve professionaliteit: beschrijving van de feitelijke situatie van normatieve professionaliteit in het spanningsveld tussen systeem en leefwereld zowel in politieke als in existentiële zin. Welzijnswerk impliceert hoe dan ook normatieve stellingname en morele keuzes
normatieve professionalisering: begint daar waar professionals zich bewust worden van deze keuzes als morele keuzes -
Hoe vindt signalering legitimatie in normatieve professionalisering?
om de aspecten te beïnvloeden die belemmerend werken voor mensen om in de samenleving tot hun recht te komen.
Rechtvaardigheid -
3 Maatschappelijke ontwikkelingen en problemen van burgers
-
3.3 Technologische ontwikkelingen en maatschappelijke veranderingen
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.3
Laat hier meer flashcards zien -
Welke drie golven onderscheidt Toffler in de geschiedenis van moderne industrielanden?
- feodaal-agrarische maatschappij (tot 18de eeuw): landbouw en veeteelt. Zowel in bronnen van bestaan als in structuur van de samenleving: grootgrondbezitters machtig
- industriële maatschappij: industrialisatie (stoommachine). Samenleving meer bepaald door eisen van handel en industrie (tot begin 20ste eeuw)
- automatisering en verspreiding IT
- individualisering
- flexibilisering
- mondialisering
ontwikkelingen op wereldschaal bepalen het sociaal, economisch en politieke leven.
-
3.5 Migratie en intergratie
-
wat is volgens scheffers een multicultureel drama?
De ontkenning (door alle betrokkenen) van de problemen die de migratiegolf veroorzaakte -
Wat is het patroon van migratie naar integratie?
- fase 1: isolement en vermijding
- fase 2: nadruk op contact, concurrentie en conflict
- fase 3: accommodatie en assimilatie
- fase 1: isolement en vermijding
-
3.6 Maatschappelijke ongelijheid
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.6
Laat hier meer flashcards zien -
Welk begrip gebruikt Nijhoff om de duurzaamheid van sociale gelaagdheid aan te geven?
sociale stratificatie: sociale gelaagdheid (sociaal-economische klassen)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden