Samenvatting: Skills

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van SKILLS

• skills rug

  Dit is een preview. Er zijn 32 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 14/02/2021
  Laat hier meer flashcards zien

• Lumbar Rotation Passive Accessory Intervertebral Motion Test: Spring Testing Through the Transverse Processes (blz. 193)

  Doel: Testen passieve rotatie van S1 t/m L3, pijnprovocatie test
  UGH:
  Buikligging met kussen onder de buik
  Caudale hand: ondersteunt het gewicht van de therapeut op de behandelbank
  Craniale hand: Met de ulnaire zijde van de 5e metacarpalia tegen de processus transversus.
  Uitvoering:
  Met de hand op de processus transversus wordt posterior-anterior druk en daardoor een rotatie gegeven. Alle segmenten testen.
  Slack opnemen en springing toevoegen (mild thrust). Beweeglijkheid en pijn worden beoordeeld. 

• Central Posterioranterior Passive Accessory Intervertebral Motion Test (blz. 195)

  Doel: PAIVM of pijn provocatie lumbaal of ter behandeling
  UGH:
  Pt. In buikligging, kussen onder de buik
  Een hand: een hand is dusdanig op de rug van de pt dat de ulnaire zijde van de hand, net distaal van de pisiforme op de processus spinosie ligt.
  Andere hand ondersteunt.
  Uitvoering:
  3 langzame repitities van posterior anterior druk op processus spinosus, langzaam en voorzichtig beginnend, druk opbouwend om eindgevoel te kunnen waarnemen
  Opmerkingen:
  Een milde passieve thrust (spring test) kan gedaan worden met deze techniek om weefsel weerstand en pijn te testen. 

• Lumbar Forward-Bending Passive Intervertebral Motion Test: Side-Lying with Bilateraal Leg flexion

  Doel: beoordelen passieve forward-bending motion van S1 t/m Th12
  UGH:
  Pt in zijligging, beide benen in 90˚ heup- en knieflexie. Ft ernaast.
  Caudale hand: Houdt het beide benen vast net proximaal van de enkel, met knie en heup in circa 90˚ flexie. Knie mag op SIAS ft rusten, wel met lichte asdruk.
  Craniale hand: Palpeert interspinale tussenruimte.
  Uitvoering:
  Door de heup meer te buigen, ontstaat meer flexie lumbaal. Ft kan gapping voelen, onderste wervel beweegt naar inferior. 
  
  Lumbar Backward-bending Passive Intervertebral Motion Test (blz. 186)
  Zie hierboven, alleen wordt het bovenliggende been nu naar achteren bewogen. 

• Lumbar Side-Bending (Lateraal flexion) Passive Intervertebral Motion Test in Prone Position (blz.

  Doel: testen lateroflexie
  UGH:
  Buikligging met een kussen onder buik en bekken.
  Ft staat aan de zijkant.
  Handplaatsing:
  Caudale hand op de achterkant van het bovenbeen van de pt.
  Craniale hand: vinger op het laterale aspect van de interspinale ruimte van het lumbale segment
  Uitvoering:
  Terwijl een hand abductie van het been uitvoert, voelt de andere hand of er close down ontstaat in de tussenruimte naar zijn vinger toe. Dus of laterale aspecten van de twee processie spinosi naar elkaar toe bewegen.
  Opmerking:
  Van sacraal  in richting thoracaal onderzoeken.

• Lumbar Side Bending (lateral flexion) Passive Intevertebral Motion Test: Side-Lying with Rocking the Pelvis (blz. 189)

  Doel: beoordelen latero-flexie S1-Th12
  UGH:
  Zijliggingen, gezicht naar de ft, heupen en knieën in circa 90˚ flexie
  Caudale hand: handpalm op de trochantor major
  Craniale hand: Palpeert interspinale ruimte
  Uitvoering:
  Via trochantor major wordt lateroflexie ingezet. Er wordt aan de kant gepalpeert waar wervels naar elkaar toe gaan. 

• Lumbar Rotation Passive Intevertebral Motion Test: Prone Lying with Rolling the Legs (blz. 190)

  Doel: beoordelen passieve rotatie S1 – Th12
  UGH:
  Buikligging met kussen onder de buik, benen gebogen.
  Caudale hand: ondersteunt beide benen bij de enkels.
  Craniale hand: palpeert laterale aspect van de interspinale ruimte lumbaal
  Uitvoering:
  Rechts rotatie door de benen naar rechts te rollen, linkrotatie andersom. Bij rechts rotatie rechts palperen om te voelen hoe onderliggende segment naar vinger toe roteert. 

• Lumbar Rotation Passive Intevertebral Motion Test: Prone Lying with Raising the Pelvis (blz. 191)

  Doel: beoordelen passieve rotatie lumbaal
  UGH:
  Buikligging, buik op een kussen
  Caudale hand: houden bekken onder ASIS vast.
  Craniale hand: palpeert laterale aspect interspinale tussenruimte
  Uitvoering:
  Wanneer bekken aan linkerkant in rotatie wordt opgetild, is er sprake van rechts rotatie. De craniale hand palpeert dus aan de rechterkant hoe onderste wervellichaam daarnartoe roteert. 

• Painful catch sign

  Rugligging, beide benen gestrekt optillen en laten zakken.
  Positief wanneer pt niet in staat is om dit te doen of de bekende lagerugpijn weer optreed

• Instability catch sign

  De pt wordt gevraagd om voororver te buigen zo ver als mogelijk en dan terug te komen naar recht op staande positie.
  Test is positief bij  wanneer de pt niet terug kan keren naar staande positie door plotselinge lage rugpijn

• Passive lumbar extension test

  UGH:
  Pt. In buikligging
  Beide benen worden circa 30cm van de bank opgetild en er wordt tractie aan toegevoegd, even vasthouden.
  Positief
  Pijn, zwaarte in de rug of als of die uit elkaar valt.
  Sensitiviteit 84%, specificiteit 90% (Kazai et al. 2006)