Samenvatting: Skills Argumenteren | 9789043019361 | Jessica Rijnboutt, et al

Samenvatting: Skills Argumenteren | 9789043019361 | Jessica Rijnboutt, et al Afbeelding van boekomslag
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 50 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Skills argumenteren | 9789043019361 | Jessica Rijnboutt, Marcel Heerink ; onder red. van Aafke Moons.

  • 3 hoofdstuk 3

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke zes families drogredenen heb je?

    - Niet bewijzen wat je stelt
    - Onlogica
    - Autoriteiten gebruiken en misbruiken
    - Geloofwaardigheid van een ander aanvallen
    - Verwarring stichten
    - Overige
  • De spreker doet alsof hij niet hoeft te bewijzen wat hij beweert:

    Ontduiken van bewijslast.
    Het spreekt voor zich dat de overheid zich buiten de taakverdeling van mannen en vrouwen moet houden
  • Hoe reageer je op de drogreden: ontduiken van bewijslast

    Vraag: Hoezo?
    Vraag niet expliciet naar de onderbouwing 
  • Je doet net alsof je je bewering niet hoeft te bewijzen: laat de ander maar eens bewijzen dat het niet zo is.

    Omkeren van bewijslast.
    De dictator kan niet bewijzen dat hij geen chemische wapens heeft. We kunnen dus rustig aannemen dat zijn loodsen vol liggen met chemische wapens.
  • "Mijn nichtje van 14 heeft laatst al haar gegevens aan een vreemde gegeven in een chatbox. Je kunt kinderen dus niet alleen laten op het internet"

    Overhaaste generalisatie.
  • Hoe reageer je op een overhaaste generalisatie?

    Een ander individu er tegenover zetten. 
  • Een afleidingsmanoeuvre op het moment dat iemand een argument inbrengt waar je niet zo direct een weerwoord op hebt, of als iemand een kritische vraag stelt.

    De red herring of ook wel het rookgordijn.
  • Een argument dat eigenlijk het standpunt in andere woorden is, of een deel ervan.

    Cirkelredenering
  • 3.2 -

    Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Iemand dwingen tot een keuze voor jouw standpunt door te doen alsof een keuze voor een alternatief veel vreselijker is. Je creëert een dilemma die er niet is.

    Vals dilemma

    You're with us, or you're with the terrorists.

  • Hoe reageer je op een vals dilemma?

    De spreker erop wijzen dat hij een valse tegenstelling schetst, en dat er meer mogelijkheden zijn dan alleen  de twee die hij aanreikt.
LET OP!!! Er zijn slechts 50 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart