Skills AC/SC

11 belangrijke vragen over Skills AC/SC

Caudaal glijden SC

UGH:
Rugligging
Uitvoering:
1. De ft palpeert beide SC gewrichten.
2. De pt wordt gevraagd om actieve elevatie schouders te maken waarbij de draai en eindstandig inferieure glide van de SC gewrichten wordt beoordeeld.

Posterior glide SC

UGH:
Rugligging
Uitvoering:
De ft palpeert beide SC gewrichten.
De pt wordt gevraagd om beide handen loodrecht boven de borst met gestrekte armen naar elkaar toe te brengen en een protractie uit te voeren

Posterieure rotatie SC

Posterieure rotatie
UGH: rugligging, de ft palpeert vanaf craniaal met zijn vingers de craniale rand van het mediale deel van het sternum. De pt wordt gevraagd om een volledige anterversie met beide armen uit te voeren.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Palpatie 1e rib in zit

Palpatie eerste rib, hele nek en voelen of er verschil in beweging is tijdens diepe ademhaling

CWK eindstandige rotatie + lateroflexie homoniem

UGH: zittend, pt. roteert zijn hoofd volledig.
Uitvoering: De ft neemt over met gelijknamige hand op de wang van de zijde van het gezicht die met lateroflexie naar caudaal beweegt. Andere hand bij slaap om lateroflexie in te zetten.

1e rib release (zittend)

UG:
Zittend met een arm op been van de therapeut
Uitvoering: de ft palpeert 1e rib aan de kant waarmee pt niet op het been van de ft steunt.
Gecombineerde beweging: doordat de ft met zijn been meer naar lateraal (van de pt weg) beweegt, bewegen romp en nek van de pt mee. Pt wordt in eindstand gevraagd om diep in te ademen, waarbij druk op eerste rib wordt gegeven. Zeven tellen vasthouden en weer laten uitademen, dit enig keren herhalen.

M. Scalenus anterior rekken

UGH: zittende met aan te rekken zijde de hand vast aan de zitting.
Uitvoering: Lateroflexie (hangen naar andere kant waardoor spanning op arm komt), rotaties naar dezelfde kant en extensie nek, evt. gefaciliteerd door andere arm.

M. Scalenus medius rekken

UGH: zittende met aan te rekken zijde de hand vast aan de zitting.
Uitvoering: Lateroflexie hoofd naar andere kant (weg van gefixeerde hand), evt. faciliteren met andere hand.

Verbeteren inferieur glide met isometrische weerstand

UGH: rugligging. Ft lateraal van de te behandelen arm.
Uitvoering:
Pt maakt depressie tegen weerstand voor 5 seconden en daarna elevatie met mobilisatie. Dit in verschillende standen herhalen.

Behandeling om posterieure rotatie te verbeteren rugligging

UGH: rugligging
Uitvoering: de ft palpeert het mediale superieure deel van de clavicula bij het sternum.
De pt wordt gevraagd om volledige elevatie te maken met arm, waarbij de ft eindstandig de posteriorrotatie door druk kan beïnvloeden.

Behandeling om posterior rotatie te verbeteren zijligging

UGH: zijligging
Uitvoering: de ft palpeert met de gelijknamige hand het inferieure deel van de clavicula bij het sternum en met de niet-gelijknamige hand wordt via de scapula posteriortilt ingezet. De hand op de clavicula ondersteunt alleen maar.
Evt. pt vragen om actief de arm in volledige anteversie mee te bewegen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo