Samenvatting: Slides & Syllabus Methodieken Ii - Helpende Gesprekken

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Slides & syllabus Methodieken II - Helpende gesprekken

• 2 Cursus

• Uit welke drie elementen bestaat het bewustzijn van je focus?

  • Tijd
  • Verleden / Heden / Toekomst

  
  

  • Persoon / situatie
  • Jij / Ik / Wij / Hij-zij / Hen / Het

  
  

  • Denken / voelen / willen
  • cognitie / gevoel / gedrag

• 2.3 De basishouding van de hulpverlener: voorwaardenscheppend voor de helpende relatie

• Wat is de basishouding van een goede hulpverlener?

  • Onvoorwaardelijkheid
    
  • Onvoorwaardelijke positieve waardering
  • Positiviteit
  • Warmte

  • Empathie
  • Echtheid 
  • Congruentie (~kunnen verwoorden van jouw ervaring)
  • Transparantie (~echtheid tav de ander)

  
  
  non-directief/directief
  Belevingsgericht
  
  Wat is het vertrekpunt?
  

  • 'nieuwsgierig' en 'niet-weten'
  • uniciteit van de andere mens

• Waarom is onvoorwaardelijkheid zo'n belangrijke grondhouding?

  De persoon kan niet veranderen of groeien in die opzichten waarin ik niet tenvolle voor hem kan openstaan.

• Wat houdt de grondhouding empathie in?

  • Inleven EN
    
  • dit inleven uitdrukken

• Wat is het verschil tussen primaire en gevorderde empathie?

  Het expliciete verwoorden vs. Het impliciete verwoorden.
  
  Veranderingsprocessen bij cliënt hebben altijd hiermee te maken.

• Wat zijn de elementen van de empathieschaal?

  1. Feiten weergeven
     
  2. Beleving van de feiten zoals uitgedrukt door de cliënt
  3. Impliciete beleving weergeven
  4. Grond van de impliciete beleving weergeven
  5. Verankering van deze 'grond' (emotionele schemata) weergeven

  
  
  Altijd één stap dieper gaan dan wat de ander gezegd heeft.

• 2.4 Basisvaardigheden in communicatie

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn communicatievaardigheden die de hulpverlener kan inzetten?

  • Open vragen stellen (zo weinig mogelijk)
    
  • Parafraseren (zo weinig mogelijk)

  • Minimale aanmoediging
  • 1 woord herhalen
  • Gevoelsreflectie primaire empathie
  • Gevoelsreflectie gevorderde empathie (tentatief)

  • Stilte: 
  • wachten tot ik vind dat het echt lang is, dan nog 5 tellen wachten.
  • “Ik ben even aan het nadenken over wat je allemaal net zei”: kan prima. 

• Wat vermijd je best als hulpverlener?

  • Te snel parafraseren/ vragen stellen
  • Gesloten vragen stellen
  • Advies geven
    
  • Discussiëren met hulpvragers
  • Wel: Wat bedoel je? Hoe is dat voor u?
  • Niet zelf in discussie/weerstand gaan.

  
  
  --> Cliënt laten exploreren, empoweren

• Welke communicatie-axioma's zijn er?

  1. Je kan niet niet communiceren
     
  2. Twee niveau's in de communicatie: inhoud & betrekking/relatie
  3. In communicatie heeft ieder zijn waarheid: de kwestie van interpunctie
  4. Analoge en digitale communicatie/ belang van non-verbale communicatie
  1. Analoog = non-verbaal
  2. Digitaal = Verbaal
  5. Wie heeft het voor het zeggen of: symmetrie en complementariteit

  • Wie stuurt?
  • Manier om communicatiepatronen te beschrijven.

• 2.5 Risico's en bijzondere problemen in het helpend gesprek

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.5
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat kan je doen om zorg te dragen voor jezelf als hulpverlener?

  • Persoonlijk
    
  • dag-planning; ander activiteiten: meditatie, muziek, sport, ...
  • professioneel
  • intervisie
  • supervisie
  • structureel
  • bv. Het aantal gesprekken per dag beperken