Samenvatting: Slim; Inleiding Belastingrecht
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van SLIM; Inleiding Belastingrecht
-
1 Introductie
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Om in verschillende maatschappelijke behoeften te kunnen voorzien waar de markt dat niet doet, heft de overheid...
Belastingen -
De overheid oefent bij het heffen van belastingen dwang uit. Deze dwang wordt beperkt door;
Art. 104 Gw; een belasting moet berusten op een wettelijk voorschrift. -
Wat is de definitie van belastingen in de juridische zin?
Heffingen die als belastingen worden aangemerkt -
Wat is de economische definitie van belastingen?
Vier kenmerken;- Een verplichte betaling aan de overheid;
- De overheid levert geen individuele aanwijsbare tegenprestatie;
- De belasting is geen straf;
- De belasting berust op voor ieder geldende wetgeving.
-
Wat zijn de vier gevolgen van het aanmerken van betalingen aan de overheid als een belasting?
- Er is een duidelijke wettelijke grondslag vereist uit hoofde van art. 104 Gw;
- Ambtenaren die zijn belast met de heffing en invordering van belastingen krijgen bijzondere bevoegdheden;
- De burger kan nu niet meer naar de bestuursrechter, maar moet naar de bealstingrechter;
- Er zullen belastingverdragen van toepassing zijn om dubbele belastingheffing te voorkomen.
- Er is een duidelijke wettelijke grondslag vereist uit hoofde van art. 104 Gw;
-
Hoe zijn overheidsheffingen te odnerscheiden van belastingen?
Omdat er een individueel toerekenbare tegenprestatie is voor de betaling.- Denk hierbij aan griffierechten.
Belastingen: bijvoorbeeld onroerende zaakbelasting (OZB), toeristenbelasting, forensenbelasting en parkeerbelasting. De opbrengst daarvan gaat naar de gemeente. ...
Heffingen: dit zijn rechten, tarieven en leges. Bijvoorbeeld rioolheffing, een kaartje voor het gemeentelijke zwembad of de kosten voor een paspoort.
Voor belastingen staat er dus geen individuele tegenprestatie tegenover. Voor heffing krijg je er ook iets voor terug als je betaalt (bijv. Kosten paspoort --> krijg je paspoort voor terug) -
Tot 1940 was de inkosmtenbelasting geen succes. Er zijn hier twee redenen voor;
- Er was geen vennootschapsbelasting.
- Alleen uitkeren van winst als dividend werd belast --> ondernemers richtten massaal venootschappen op om het betalen van belasting uit te stellen.
- Er was geen voorheffing
- Financiele problemen omat men pas acheraf te horen kreeg dat er veel belasting moest worden betaald
- Er was geen vennootschapsbelasting.
-
Wat is een materiële belastingschuld?
(Een materiële belastingschuld is een belastingschuld die voortvloeit uit de toepassing van de belastingwetten)
Een feitencomplex waar het materiële belastingrecht een belasting aan heeft geknoop troept een materiële belastingschuld in het leven. -
Het feitencomplex (van materiële belastingschuld) moet wel aan de volgende twee eisen voldoen;
- Het belastbare feit moet zich hebben voorgedaan;
- Er moet een aanwijsbare belastingplichtige zijn
- Het belastbare feit moet zich hebben voorgedaan;
-
Wat zijn fiscale doelen?
Simpelweg; het vullen van de schtaksist met een rechtvaardige verdeling over alle burgers.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden