Social perception: How we come to understand other people - Causal attribution: Answering the "why" question

27 belangrijke vragen over Social perception: How we come to understand other people - Causal attribution: Answering the "why" question

Attributie theorie van Fitz Heider. Probeert antwoord te geven op de vraag waarom mensen zich gedragen op de manier hoe ze zich gedragen.

Een beschrijving van de manier waarop mensen hun eigen gedrag en dat van andere verklaren.

Op het beantwoorden van welke vragen ligt de focus van de attributietheorie (Heider)?

Hoe zijn mensen echt?
Wat is de reden dat ze zich gedragen zoals ze doen?

Interne attributie. Een manier om gedrag te verklaren. Is onderdeel van de attributie theorie van Heider.

Hierbij wijzen mensen het gedrag toe aan de houding, en persoonlijkheid van de persoon. Je zal gedrag hierbij eerder toewijzen aan de interne attributie ipv de externe attributie.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Een van Heiders meest waardevolle bijdrage is dat wanneer we het gedrag van andere proberen te begrijpen we kiezen om een van de twee attributie te maken. Welke zijn dit? En wat houden ze in?

Interne attributie, gedrag wordt verklaard vanwege iets van de persoon zelf, zoals een attitude, karakter  of persoonlijkheid.
Externe attributie, gedrag van een persoon wordt verklaard aan de situatie waarin hij zich begeeft. Iedereen in dezelfde situatie zou op een andere manier kunnen reageren.

Covariatiemodel van Harold Kelley. Heeft te maken met de keuze om gedrag toe te wijzen aan interne of externe attributies.

Voordat je beoordeeld of het gedrag van de persoon interne of externe attributies zijn, wordt eerst informatie verzameld over de situatie. In het bijzonder wordt gekeken of het gedrag van de persoon covarieert (veranderd over tijd, plaats etc). Daarna wordt het gedrag toegewezen aan interne en externe attributies.

Het covariatiemodel van Kelley is een model die ons helpt bij het bepalen welke attributie we maken. Wat houdt dit model in?

Het is een theorie welke zeg dat wanneer we een indruk van iemand vormen we dit baseren op meer dan een stuk informatie.

Consensus informatie.  1 van de 3 sleutelelementen van infromatie die gebruikt worden voor het tot stand komen van een attributie.

Informatie over de mate waarin andere mensen zich op dezelfde wijze gedragen als de actor. Bijvoorbeeld de baas schreeuwt naar Jan, schreeuwen andere mensen ook naar jan.

Op basis van welke3 informatiebronnen bepalen we of het gedrag van een persoon covarieert?

Overeenstemmende informatie
Onderscheidende informatie
Consistente informatie

Overeenstemmende informatie
1/3 covariatiemodel Kelley

Hoe mensen zich gedragen tegenover dezelfde stimulus. In hoeverre gedragen mensen zich hetzelfde tot dezelfde stimulus.

Onderscheidende informatie. 2 de van de 3 sleutelelementen van informatie die gebruikt worden voor het tot stand komen van aan attributie.

Informatie over de mate waarin de actor zich op dezelfde wijze gedraagt naar verschillende stimuli. Bijvoorbeeld schreeuwt de baas ook naar andere werknemers

Consistente informatie. 3de van de 3 sleutelelementen van informatie die gebruikt worden voor het tot stand komen van een attributie.

Informatie over de mate waarin het gedrag tussen de actor en de stimulus hetzelfde is op verschillende tijden en in verschillende omstandigheden. Bijvoorbeeld schreeuwt de baas vaak naar Jan of hangt dit af van de omstandigheden.

Onderscheidende informatie
2/3 covariatiemodel Kelley

Refereert naar hoe de persoon wiens gedrag we willen verklaren reageert op andere stimuli. In hoeverre gedraagt een persoon zich op dezelfde manier naar verschillende stimuli?

Consistente informatie
3/3 covariatiemodel Kelley

Zegt iets over de frequentie waarop het geobserveerde gedrag van de persoon en de stimulus voorkomt over de tijd en omstandigheden. In hoeverre blijft het gedrag van een persoon naar een stimulus hetzelfde over te tijd en de omstandigheden?

Fundamentele attributiefout aka correspondentiebias.

Mensen verwachten dat het getoonde gedrag overeenkomt met de persoonlijkheid. Bijvoorbeeld iemand doet aardig dus hij zal wel aardig zijn. Hierbij worden de interne factoren overschat en de externe factoren onderschat.

Volgens de theorie van Kelley kan er een attributie worden gemaakt wanneer er een combinatie van twee duidelijke patronen worden gemaakt bij observatie van het gedrag. Wanneer wordt iets gekoppeld aan interne, en wanneer aan externe attributie?

Interne attributie;  lage overeenstemming, lage onderscheiding en hoge consistentie.
Externe attributie; hoge overeenstemming, hoge onderscheiding, hoge consistentie

Wanneer is er sprake van situationele attributie?

Wanneer het gedrag laag in consistentie is kunnen we geen duidelijk interne of externe attributie maken. We zoeken onze uitvlucht dan in situationele attributie, waarbij we het gedrag koppelen aan het feit dat er iets afwijkends aan de hand moet zijn geweest in deze situatie.

Hoge/lage overeenstemming, hoge/lage onderscheiding, lage consistentie

Twee-stappen process van attributie. Het betrekking op het analyseren van andermans gedrag en bestaat uit 2 stappen.

Eerst wordt er een interne, automatische attributie gemaakt (wat beïnvloed kan worden door perceptual salience). Daarna wordt er pas bewust nagedacht over de mogelijke omgevingsfactoren

Wat zijn kritiekpunten op het covariatiemodel?

1.Dat de informatie over onderscheiding niet vaak wordt meegenomen, maar mensen voornamelijk leunen op overeenstemming en consistentie van gedrag.
2. Mensen hebben vaak niet voldoende relevante informatie over alle 3 de punten waarop het model is gebaseerd

Self-serving attributies. Wordt gebruikt als het zelfbeeld van een persoon wordt bedreigd.

Hierbij worden succes toegeschreven aan interne factoren en mislukkingen door externe , situationele factoren .

Belief in just a world. Wordt gebruikt bv bij ernstige gebeurtenissen bv doodgaan. Om die gedachten te onderdrukken wordt defensive attributie gebruikt.

De overtuiging dat alleen slechte mensen slechte dingen overkomen. Je krijgt wat je verdient en verdient wat je krijgt. Hierdoor heb je zelf invloed wat je overkomt.

Wat is er zo essentieel aan de fundamentele attributie fout?

Vanuit de sociale psychologie weten we dat de invloeden van buitenaf (situationeel) heel sterk zijn.  Ons gedrag wordt grotendeels beïnvloedt door situationele factoren. Door deze niet mee te nemen, wordt de kans dat je een attributie fout maakt vergroot

Wat zorgt ervoor dat we deze attributie fouten toch blijven maken?

Mensen hebben perceptuele saillantie. We focussen ons meer op de persoon dan op de situatie waarin hij zich bevindt. Dit vooral, omdat de situatie voor ons moeilijk te zien of te weten is. Hierdoor vergeten we deze

Wanneer we een attributie maken gaan we door twee processen heen. Het zogenaamde twee-stappen proces van attributie

1. Het (automatisch) maken van een interne attributie.
2. Het aanpassen van de interne attributie aan de situatie van de persoon in kwestie

Toch is het zo dat in stap 2 vaak niet voldoende aanpassing is. Hoe komt dat?

De tweede stap vereist meer inspanning en bewuste aandacht. Echter raken we vaak afgeleid of in gedachten verzonken, waardoor we soms deze hele stap zelf overslaan

Self-serving attributions maken we wanneer

Wanneer ons zelfvertrouwen wordt bedreigd. Mensen hebben de neiging om bij succes interne attributies te maken en bij falen externe attributies

Wat zijn redenen om self-serving (zelf bedienende) attributies te maken?

1. Voor het behouden van zelfvertrouwen.
2. We willen dat andere goed over ons denken
3. Het niet beschikken over voldoende informatie (covariatiemodel)
3. Om om te kunnen gaan met het 'onrecht' van de wereld (belief in a just world).

Wat is de kern van belief in a just world (het geloof in een rechtvaardige wereld)?

Het is een defensief attributie type. Het zorgt ervoor dat mensen hun angstgedachte over hun eigen veiligheid in de wereld onder controle houden.
--> slechte dingen gebeuren bij mensen die slecht zijn (dus niet bij mij/overkomt mij niet). 
--> goede dingen gebeuren bij mensen die goed zijn (dus wel bij mij/kan mij ook overkomen). 

Hiermee proberen we de onverklaarbare dingen van het leven (doodd, ziekte, ontvoering) te verklaren

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo