Intergroup relations, conflict and prejudice - Understanding prejudice
6 belangrijke vragen over Intergroup relations, conflict and prejudice - Understanding prejudice
Wat is het verschil tussen een stereotype, vooroordeel en discriminatie?
- Stereotype: Verwachtingen over hoe leden van een bepaalde groep zijn. Kunnen positief en negatief zijn.
- Vooroordeel: Dit is een affectief oordeel over een groep naar aanleiding van stereotypen. Vaak zijn deze negatief.
- Discriminatie: Dit is negatief gedrag naar aanleiding van vooroordelen.
Racisme en seksisme komen voort uit vooroordelen + discriminatie.
Wat is het verschil tussen een authoritarian personality en social dominance orientation?
- Authoritarian personality: Dit is een persoonlijkheidstrek. Mensen die hoog scoren op autoritarianisme zijn gehoorzaam aan autoriteit; verwachten strikte gehoorzaamheid als ze zelf de leiding hebben; en zijn intolerant ten opzichte van outgroups, vooral als die outgroups een lagere status hebben.
- Social dominance orientation: Dit is ook een persoonlijkheidstrek. Mensen die hoog scoren op social dominance orientation kunnen relatief gemakkelijk ongelijkheid tussen groepen accepteren, en hebben een motivatie andere groepen te domineren.
Wat stelt de terror management theory?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is 'Basking in reflected glory' en 'Cutting off reflected failure' en waarom doen mensen dit?
- BIRG: zich associëren met het succes van de groep, bv. Nederlands elftal
- CORF: afstand nemen van het falen van de groep, waarmee je je normaal gesproken zou identificeren.
> Komt beide door impression management.
Wat is het verschil tussen de ultimate attribution error en de linguistic intergroup bias (beide group-serving bias)?
- Ultimate attribution error: Mensen zijn geneigd positief gedrag van outgroupleden als niet-representatief te zien (ligt aan situatie), terwijl ze negatief gedrag van outgroupleden wel als representatief (normatief) zien (ligt aan persoon zelf). Voor ingroupleden is dit precies andersom.
- Linguistic intergroup bias: Volgens de LIB zijn mensen geneigd om positief gedrag van ingroup leden in abstracte termen te formuleren, waardoor het algemeen en representatief voor de groep lijkt en negatief gedrag van ingroupleden in concrete termen, waardoor het gedrag incidenteel lijkt. Bij outgroupleden is dit andersom.
Een mogelijk gevolg van stereotypering is het ontstaan van een illusoire correlatie. Wat is dit?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden